Ga naar hoofdinhoud

Je komt te weinig, koopt niets en neemt niemand mee


Ik heb hier wel eens eerder bekend dat ik niet zo erg van beurzen houd. Maar dat ik me toch elk jaar weer erg vermaak op de SGA Vakdagen. Zal je weer zien: Vind ik eens iets leuk, blijk ik met weinig te zijn.

En pas op, hè: Ik ben niet de doelgroep van de SGA Vakdagen. Die doelgroep ben jij. Jij, schilderondernemer, jij schilder en jij die (misschien) schilder wil worden. En waar mijn doel voornamelijk journalistiek is: nieuwe producten, nieuwe mensen en nieuwe verhalen vinden, is dat van jou misschien wel heel anders. Bijvoorbeeld: bij gewaardeerde leveranciers eens kijken wat ze te vertellen hebben, of juist een aantal zaken met elkaar vergelijken om tot een goede investering te komen. En: mensen uit het vak tegenkomen, oude bekenden. Een beetje ook vieren dat dit zo’n eigen en bijzonder vak is.

Exposanten op dit soort beurzen hebben verschillende doelen. De basis is natuurlijk dat ze graag hun spullen verkopen. Aan klanten die ze al kennen en aan klanten die ze hopen te ontmoeten. Die spullen worden steeds minder op de beurs zelf verkocht. Behalve in de rolsteigerhoek, waar nog wel nu en dan ter plekke deals gesloten worden, zie ik maar weinig van de dames en heren in de nette pakken orderboeken tevoorschijn halen en bestellingen noteren. Iedereen heeft al zijn eigen prijsafspraken met zijn vaste groothandels, dus kopen doe je niet meer op een beurs.

Dus gaat het bij beurzen meer om ‘relatiemanagement’: je klanten zien en spreken, ze interesseren voor je merk, ze daar een goed gevoel bij geven in de hoop dat ze op een ánder moment, het aankoopmoment, aan je merk zullen denken.

Dat is lastig in rekensommen uit te rekenen: hoeveel handen moet je geschud hebben om van een geslaagde beurs te spreken? Hoeveel folders uitgedeeld? Hoeveel kopjes koffie geschonken? Tegenwoordige vakbeurzen zijn spullenmarkten waar geen spullen verkocht worden.

Je kunt ook wat hoger over de branche vliegen en constateren waar die behoefte aan heeft. We weten dat allemaal: meer personeel, meer instroom. Want vergrijzing, want leegloop, want weinig leerlingen en zij-instromers. Vooral de grotere schildersbedrijven hebben daar last van. En daarmee ook de leveranciers: als er geen mensen zijn om het werk te doen zijn er ook geen spullen bij nodig. Het feit dat de schildersbranche met 60 procent flexibel personeel werkt helpt daar niet bij. Ik hoorde dat pas nog van een uitzendbureau voor schilders: veel mensen die zich in het vak verdiepen schrikken toch terug voor die flexcontracten, zeker zodra ze doorkrijgen dat het vak nog steeds seizoensarbeid is. Gaan ze toch liever iets doen waarbij ze weliswaar heel veel moeten zitten of de hele dag onder kunstlicht moeten staan, maar wel het jaarrond werk hebben.

Dus. Maar schilderen is een prachtig vak. En je kunt er goed je brood mee verdienen als je in vaste dienst bent of voor jezelf begonnen. En dan leef je met de elementen, komt doorlopend nieuwe mensen tegen, maakt lelijke dingen mooi en soms heel mooie dingen nog veel mooier. Dus. Voor mensen die zich over een paar dingen willen heenzetten is het een aantrekkelijk beroep.

Nu zijn er al een paar initiatieven die het bijzondere van het vak vieren zonder dat het een spullenbeurs wordt. Zoals de Nationale Kampioenschappen Schilderen, wij volgen de kandidaten van dit jaar op de voet, zie deze playlist:

De finale van dat NK is op een locatie in Leeuwarden waar veel meer beroepen hun weddstrijden uitvechten. Dat is een keuze, die ook anders kan. Verder heb je de landelijke dag van de Studie Club Schilders, waar met vakwedstrijden het vak gevierd wordt.
En natuurlijk de Nationale SchildersVakprijs: elk jaar het beste van het beste dat schilderend Nederland presteert bij elkaar gebracht en bekroond.

Dus. Werken ze bij de SGA aan de ‘Week van de Schilder’, om de beurs in Gorinchem meer inhoudelijk te laden, in de hoop dat jullie dan wel willen komen. Dus. Werken OnderhoudNL en VVVF, VVVH en Copagro aan een Schilder- en Onderhoudsdag. Om meer scholieren en zij-instromers voor het vak te interesseren. Model ‘Dag van de Afwerking’ zoals ze in Brussel houden. Nou was ik daar dit jaar en als ik daar één ding zag was het een spullenbeurs, nogal een rommeltje eerlijk gezegd, en weinig nieuws. Er waren wel best veel jongeren, dat is misschien ook makkelijker te regelen met bussen en zo als het op één dag is:

Dus. Waar zijn de bedrijven zelf eigenlijk, de schildersbedrijven? De renovatie- en monumentenspecialisten zie je op de Renovatie & Monumentenbeurs. Soms kom je ene vastgoedonderhoudsbedrijf tegen op een grotere bouwbeurs (Gevel, Building Holland, dat soort bijeenkomsten). Ik zie ze ook wel op regionale banenbeurzen staan (op de socials hoor, ik loop ze niet allemaal af).

Al met al lijkt het me dat in Nederland nog altijd behoefte is aan een ontmoetingsplaats voor mensen die al in het vak zitten. Die graag oude en nieuwe leveranciers ontmoeten, innovaties en handigheidjes laten uitleggen en oude en nieuwe vrienden ontmoeten.

En er lijkt me ook plaats voor een plek waar de schildersbranche zich presenteert aan de buitenwacht: opdrachtgevers en potentiële werknemers. laten zien hoe het is om te werken bij een schildersbedrijf, wat de kansen en de mogelijkheden zijn. Of die twee dingen hetzelfde zijn en in elkaar vervlochten kunnen worden is maar de vraag. En, om maar wat te noemen, de Bouwbeurs Utrecht is er natuurlijk ook nog. Waar de glasbranche en de houtbranche, om er maar twee te noemen, zich op de afgelopen editie heel overtuigend wisten te presenteren…

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.


Soudal slaat vleugels uit naar Japan

Muurschildering Studio Giftig wereldwijde topper

Daling aantal zzp’ers verder ingezet

Geen versoepeling regels voor Oekraïense zzp’ers

AGC investeert in nieuwe Fineo productielijn


Naar archief >