Danny Meijer grijnst. ‘Eigenlijk is dat schilderen maar een luizenbaantje’, zegt hij in een schaftkeet aan de Reviusstraat in Nijverdal. We zijn op bezoek bij groot onderhoud aan appartementencomplex Het Helmerink. Het bouwteam, onder leiding van Van Dam Groep uit Rijssen, staat aan de voet van de Sallandse Heuvelrug voor een verduurzamingsklus: woningen loskoppelen van het gas, isoleren, zonnepanelen leggen en warmtepompen plaatsen, maar ook badkamers en keukens renoveren.
Een project waarbij uiteraard ook geschilderd moet worden. Maar Danny heeft nog geen kwast vast gehad. Wel heeft hij leidingen gelegd, radiatoren en wc-potten geplaatst en luchtverversers aangesloten. Hij is een van de schilders die door Faber en Cottus zijn omgeschoold tot ‘winterinstallateur’. Een traject dat afgelopen najaar is opgezet en waarbij het mes volgens Jeroen de Roon van Faber aan drie kanten snijdt: de vakman is verzekerd van werk en inkomen, het schildersbedrijf waar hij werkt krijgt hem in het voorjaar terug en het uitzendbureau kan zijn mensen in vaste dienst houden en hoeft daardoor minder WW-premie af te dragen.
Wie oog heeft voor arbeidsvreugde, ziet nog een vierde voordeel. Dat geldt in elk geval voor Danny, hij heeft het uitstekend naar zijn zin. ‘Ik heb sowieso interesse in klussen en de bouw. Dat soort werk doe ik ook thuis. Veranda’s aanleggen, overkappingen maken. De nieuwe dingen die ik nu leer, kan ik privé weer toepassen. Meestal zit ik in de winter twee, drie maanden thuis. Niet onoverkomelijk, maar het is leuk om iets anders te leren. Ook goed voor jezelf, anders roest je misschien wel vast.’
Hij spreekt uit ervaring. Opgeleid als schilder werkte Coevordenaar Danny tientallen jaren als voorman in drukkerijen en zuivelfabrieken. ‘Mijn eerste stage als schilder was tijdens een kletsnatte zomer, 34 jaar geleden. Ik dacht: dit wordt ’m niet.’ Maar de procesindustrie was na verloop van tijd ook zijn wereld niet meer. ‘Veel reorganisaties en elke nieuwe manager wil zijn poepie laten ruiken. Bovendien interesseerde het mij niet meer of er 1.200 of 1.300 kazen van de lopende band rolden. Dan is het tijd om verder te kijken, versterkt door de behoefte weer iets met mijn handen te doen, buiten te werken.’
Via uitzendbureau Twente Schildersdiensten kwam hij vorig jaar bij Faber terecht. Niet in de laatste plaats vanwege de opleidingsmogelijkheden. En zie hem nu, tussen de installateurs aan de boterhammen en de koffie. Alsof hij al jaren meedraait. Zo is het niet alleen in de keet, maar ook erbuiten. ‘Mensen die willen, heb ik er graag bij’, zegt voorman Roy Fransen van Van Dam Groep. ‘Toen ik twintig jaar geleden in dit vak begon, werkten we voor honderd procent met eigen mensen. Nu is nog maar tien tot vijftien procent van de arbeidskrachten bij ons in dienst. De rest bestaat uit inleners. Het voordeel van jongens als Danny is dat je er ook vaktechnisch goed mee kunt communiceren. Met Roemenen en Polen is dat door de taalbarrière vaak lastiger.’
Maar niet elke schilder is geschikt voor het vak van installateur. ‘Schilders met twee linkerhanden – het zijn er niet veel, maar ik ken ze – moet je dit werk niet laten doen’, meent Danny. ‘Je moet tekeningen kunnen lezen, inzicht hebben en er een beetje feeling mee hebben.’ De Roon: ‘Een paar jongens is na drie, vier dagen met de opleiding gestopt. Die hadden het gewoon niet in zich en als je ze door laat gaan, wordt het ook frustrerend voor henzelf. De docenten van Cottus zijn kritisch.’
Zeventig schilders zijn tot nu toe omgeschoold tot beginnend installateur, in de drie regio’s waar vakscholen van Cottus zijn gevestigd: Heerenveen, Apeldoorn en Helmond. De opleiding is behoorlijk praktijkgericht en duurt acht weken, waarvan zes op de bouwplaats. ‘We zien heel diverse schilders voorbij komen’, vertelt Joeri Wolters van het technisch detacheringsbureau. ‘Jong, oud, eigenlijk alle profielen wel.’ Gemene deler is hun motivatie: die is groot. ‘Wat Danny zegt: ze willen graag leren. De meeste deelnemers hebben veel meer motivatie dan alleen ’s winters aan het werk zijn. Wij leren ze met nieuwe gereedschappen omgaan en werkzaamheden te verrichten als buizen buigen, aan- en afvoeren aanleggen en wc-potten en radiatoren ophangen. Daar hebben ze ook thuis iets aan.’
Voor Faber en Cottus smaakt ‘WW wordt winterwerk’ naar meer. Hoewel het aantal van zeventig omgeschoolde schilders iets lager ligt dan De Roon had gehoopt, ziet hij vooral kansen. ‘We gaan dit project zeker voortzetten; nog meer mensen omscholen en degenen die dit jaar zijn begonnen, volgend jaar bijscholen, zodat ze nog breder inzetbaar zijn.’ En hoe kijkt Danny terug? ‘Als schilder ben je bij een bouwproject vaak pas als laatste aan de beurt. Dan kun je in het algemeen prettig werken. De installatiebranche is soms net een slagveld, het is echt ruwbouw. Je wordt uit je comfortzone gehaald. Nee, daar heb ik geen moeite mee.’ Ook met de kwaliteit van zijn werk zit het wel snor. ‘Ik heb nog geen radiator naar beneden zien komen, dus volgens mij gaat het goed.’