Het kabinet wil tijdens de coronacrisis banen en inkomens van mensen beschermen. Eén van de maatregelen is een tegemoetkoming in de loonkosten voor bedrijven die nu omzetverlies lijden. De voorwaarden van deze ‘Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid’ (NOW) zijn op 31 maart bekendgemaakt. UWV streeft ernaar dat bedrijven vanaf 6 april een aanvraag kunnen indienen.
Henk den Boer, voorzitter van OnderhoudNL, wijst op een aantal hiaten in de noodmaatregel die, met name voor seizoengevoelige schilders- en onderhoudsbedrijven, nadelig kunnen uitpakken.
Referteperiode
Zo is de hoogte van de tegemoetkoming in de loonkosten afhankelijk van de terugval in de omzet over een meetperiode van drie maanden die start op 1 maart, 1 april of 1 mei 2020. Als referteperiode wordt de omzet van 2019 gedeeld door vier. Als 2019 een lagere omzet kende ten opzichte van eerdere jaren, dan geeft dit een negatief effect op de referte-omzet. “Een gemiddelde over een aantal voorgaande jaren zou reëler zijn”, aldus De Boer.
Ook wordt er, volgens hem, geen rekening gehouden met seizoensinvloeden. “Doordat in onze branche de meeste omzet wordt gegenereerd in de zomermaanden het – ‘hoogseizoen’ – heeft de referteperiode een negatief effect op het bepalen van de terugval in omzet.”
Stel: De jaaromzet wordt bepaald op € 10.000.000. De referte omzet over drie maanden is dan € 2.500.000. 20% omzetverlies zou dan € 500.000 zijn, dus bij een kwartaalomzet lager dan € 2.000.000 kan aanspraak worden gemaakt op de subsidieregeling.
Andere opmerkingen
Andere belangrijke opmerkingen van OnderhoudNL in de brief zijn:
Voor het bepalen van de subsidie gebruikt UWV het SV-loon van alle medewerkers die in januari 2020 in dienst waren. Ook hier wordt dus geen rekening gehouden met seizoensinvloeden. Bij de definitieve vaststelling van de subsidie wordt de subsidie verlaagd als de loonsom over de maanden maart tot en met mei 2020 is gedaald. Wat er gedaan wordt met het subsidiebedrag als de loonsom hoger is, wordt niet omschreven. Wordt dan de subsidie naar boven bijgesteld?
Als hier niets aan wordt bijgeschaafd, kan dit voor werkgevers betekenen dat ze – in het geval ze wel een sterke omzetdaling hebben, maar geen aanspraak op de regeling kunnen maken – afscheid moeten nemen van werknemers. “Dus gedwongen ontslagen”, waarschuwt Den Boer.
Als de omzet sterk daalt, maar dit grotendeels of geheel wordt veroorzaakt door minder uitbesteed werk, kan er wel aanspraak worden gemaakt op de regeling terwijl er geen daling is van werkgelegenheid van eigen medewerkers. Vooral dat laatste is bijzonder, zeker bij hoofdaannemer-onderaannemer situaties. Dit betekent dat de loonsubsidie twee keer uitgekeerd gaat worden. Eerst bij de onderaannemer die werkelijk zijn mensen niet aan de gang kan hebben en vervolgens nog een keer bij de hoofdaannemer die minder omzet maakt.
Schildersvakopleidingen
Al eerder werd op deze site gemeld dat de coronacrisis er financieel flink inhakt bij de vakscholen. Ook OnderoudNL stelt in de brief aam MKB-Nederland dat de noodmaatregel NOW voor de 25 Schildersvakopleidingen met BBL-ers in het land negatief uitpakt.
Omdat er geen rekening wordt gehouden met seizoensinvloeden, geldt een kwart van de omzet van 2019 als basis voor deze regeling. Dit betekent dat er geen rekening wordt gehouden met het feit dat juist in deze periode de leerlingen voor 100 procent zouden worden ingezet bij de bedrijven en dus te factureren zijn. Terwijl in de periode januari/februari dit percentage veel lager ligt door de winterscholing.
Zoals het er nu naar uitziet, betekent dit dat er een veel grotere omzetdaling in deze periode moet zijn om boven de gestelde norm van 20 procent van het kwart van de omzet in 2019 uit te komen. De vergoeding zal in dat geval veel lager zijn dan de 90 procent van de loonkosten, waarmee de overheid schermt, in deze periode.