De Renovatieversneller, wat is dat nou weer?
‘Het is een subsidieregeling waarmee de overheid wil stimuleren dat de vraag naar renovaties gebundeld wordt en in een continue stroom op gang blijft. Zodat aanbieders van renovaties integraal, gestandaardiseerd en geïndustrialiseerd woningen kunnen verduurzamen. We moeten in Nederland 200.000 woningen per jaar verduurzamen om de klimaatdoelstellingen te bereiken. Dat gaat niet op de manier waarop het nu gaat.’
Oh, want?
‘Met de gangbare manier van werken moet radicaal gebroken worden. Aan de aanbodzijde, dus bij bouw- en vastgoedonderhoudsbedrijven, is nog veel innovatie noodzakelijk: ketensamenwerking, digitaliseren, integrale verantwoordelijkheid en industrialisatie. Maar vooral aan de vraagkant, bij de verhuurders, zal een ander vastgoedmanagement moeten komen. Er moet inkoopsamenwerking komen, de vraag moet gestandaardiseerd gebundeld moeten worden, er moet meerjarig financieel gepland worden en het principe van Total Cost of Ownership moet de norm worden: dan worden de kosten van begininvestering, de financiering, het onderhoud en de hele exploitatieperiode van de woningen in de berekening betrokken.’
Ja, dat zou mooi zijn. Hoe gaat de Renovatieversneller dat stimuleren?
‘Als het goed is wordt het een competitie tussen projecten. Die kunnen tussen 29 juni en 2 november worden ingediend. Dat kan alleen voor projecten van minstens 150 woningen en ten minste twee verschillende woningeigenaren die daar ten minste vijftig woningen bij inbrengen. Andere woningeigenaren mogen meedoen, zoals aan VvE’s en koopwoningen die in dezelfde wijk of in dezelfde flat zijn gelegen. En er moet samen met ketenpartijen een plan gemaakt zijn (dat niet in uitvoering mag zijn) dat zorgt dat de woningen nog maar een netto warmtevraag van tussen de 50 en 70 kWh per vierkante meter per jaar hebben. Minder mag natuurlijk ook, maar dat zijn de minimale eisen. Een onafhankelijke adviescommissie beoordeelt de aanvragen, de minister kent de subsidies toe. We gaan er vanuit dat er meer projecten worden ingediend dan er subsidie beschikbaar is.’
Hoe wordt het geld verdeeld?
‘De Renovatieversneller is enerzijds een landelijk ondersteuningsprogramma waarin met kennisdeling en advisering een leeromgeving wordt gemaakt waarin verhuurders en aanbieders van renovatieoplossingen samenwerken aan het bundelen van de vraag en aan het ontwikkelen van standaardoplossingen. De subsidie is bestemd voor de meest veelbelovende projecten waarbinnen voor het eerst op grote schaal gestandaardiseerde renovaties worden uitgevoerd. Er wordt gekeken naar de omvang, de mogelijkheden om het project of de oplossing op te schalen, de kostenreductie die ermee bereikt kan worden en in hoeverre de oplossing een vernieuwing is.
Ok, stel dat ik samen met twee beleggingsfondsen iets heel slims bedenk maar dat liever geheimhoud?
‘De regeling is met name op woningcorporaties gericht, maar elke samenwerking van verhuurders met minstens vijftig woningen per verhuurder mag intekenen. Wat betreft geheimhouding zullen, zeker in de beoordelingsfase, gegevens vertrouwelijk behandeld worden. Maar het is wel nadrukkelijk de bedoeling dat van de ervaringen geleerd kan worden. De gesubsidieerde projecten moeten met behulp van kennisdeling een voorbeeld worden voor andere verhuurders.’
Is de subsidie de moeite waard?
‘Op een project van deze omvang, minstens 150 woningen, kan het een flinke stimulering betekenen. De hoogte wordt bepaald per woning. Bij appartementen is dat 2000 euro per woning, bij eengezinswoningen kan het, inclusief tot 3000 euro ISDE-subsidie voor de installatie (denk aan een warmtepomp of een zonneboiler) tot 10.000 euro per woning oplopen.’
Maar daarvoor moet je dus wel ontwikkelkosten maken. Wij kennen al concepten, onder andere van vastgoedonderhoudsbedrijven, die volgens ons prima aan de criteria voldoen. Als ze twee corporaties vinden die met hun oplossing aan de gang gaan, maken ze dan kans?
‘Als ze de warmtevraag tot die 50 tot 70 kWh weten terug te dringen en de aanvraag voldoet ook verder aan de regels, dan mag dat ja. Het concept wordt dus wel tegen andere aanvragen afgewogen en daarbij is de opschaalbaarheid en de kostenreductie het belangrijkste: met de Renovatieversneller wil het Ministerie van Binnenlandse Zaken tot industriële oplossingen komen om de energietransitie te laten plaatsvinden. Daarbij worden overigens de bewoners niet vergeten, een borging van hun instemming bij de projectplannen behoort tot de inschrijvingscriteria.’