Schilderen aan Raadhuis De Paauw in Wassenaar moet af en toe het gevoel van kamperen hebben gegeven. Dat heeft alles te maken met de gebruikte oplosmiddelvrije lijnolieverf van het Zweedse Allbäck. ‘Met een kookplaatje, als het ware een campingstelletje, verwarm je de rauwe lijnolie’, vertelt schilder Niels van Hoften van De Jongh Schildersbedrijf. Tot zestig graden, want op die temperatuur trekt het goedje het best het hout in. Voor de afwerking gaan er nog twee of drie lagen lijnolie met toegevoegde pigmenten op de geïmpregneerde ondergrond. ‘Allbäck is veel soepeler dan synthetische verf’, zegt Van Hoften. ‘Dat werkt prettig. Wel is de droging langzamer, dus daar moeten we qua planning wel even rekening mee houden.’
![](https://www.schildersvak.nl/wp-content/uploads/2020/07/2.-links-1-1024x768.jpg)
FOTO’S: RAYMOND KUILBOER & RV
De schilder zit in de Muzenzaal van het markante gemeentepand dat in de steigers staat. Ook Jojanneke Post van Davique Sierschilderwerken, verantwoordelijk voor alle decoratieve werkzaamheden, en restauratiearchitect Dominique Vermeulen van Wevers & Van Luipen zijn aangeschoven. Een serie geportretteerde oud-burgemeesters kijkt vanaf de wanden mee. Onder hen ook prins Frederik en prinses Louise, die de belangrijkste inspiratie vormden bij de totale make-over van De Paauw.
Prins Frederik der Nederlanden was de tweede zoon van koning Willem I, de jongere broer van koning Willem II en de oom van koning Willem III. ‘Hij was iemand die meer op de achtergrond bleef’, doceert Vermeulen. ‘In 1838 is hij hier komen wonen met zijn vrouw prinses Louise, dochter van de Pruisische koning. Hun families waren sterk met elkaar verbonden, ze waren zelfs neef en nicht van elkaar. Frederik, die in Berlijn opgroeide omdat de patriotten zijn ouders hadden verdreven uit Nederland, bewaarde warme herinneringen aan zijn jeugd. Hij liet dan ook een Berlijnse architect overkomen voor zijn paleis in Wassenaar en de omliggende gebouwen, die hij ook had gekocht.’
![](https://www.schildersvak.nl/wp-content/uploads/2020/07/4.-rechts-2-1024x768.jpg)
Gevolg: veel Pruisische elementen, zoals gietzinken muzenbeelden uit de Griekse mythologie. Deze zijn anno 2020 opnieuw voorzien van aderloze marmerimitaties door Davique – naar analogie van de originele exemplaren van echt marmer in het Altes Museum in Berlijn. Davique ontfermde zich ook over de sierpauwen op het pand, door De Vink Restauratiewerken ontdaan van oude verflagen en waar nodig gerepareerd door Henk Plugboer van HPUniek. ‘We hebben de pauwen in bruin- en okertinten afgewerkt’, zegt Post, ‘zodat ze passen bij de kleur van het gebouw. De details zijn nu ook beter zichtbaar, omdat we donkere kleuren hebben gebruikt voor de dieper gelegen gedeelten en lichtere kleuren voor de hogere delen.’
![](https://www.schildersvak.nl/wp-content/uploads/2020/07/1.-boven-1-1024x768.jpg)
Alles op basis van het kleuronderzoek van Judith Bohan, dat ten grondslag ligt aan de gehele restauratie. Via voor schilders moeilijk bereikbare plekken, zoals sponningen en achter hemelwaterafvoeringen, heeft zij het oorspronkelijke kleurenbeeld gereconstrueerd. Vermeulen: ‘Normaal probeer je bij monumenten zoveel mogelijk historische verflagen te laten zitten, maar dit gebouw was al eens helemaal kaalgehaald. Daardoor zaten er nog maar twee lagen wit op – niet de moeite van het bewaren waard.’ Veel inmiddels vergulde ornamenten waren juist muisgrijs. ‘Best lelijk’, merkt Vermeulen grijnzend op.
Sterker nog: het complete raadhuis was wit en grijs, geschilderd met chloorrubberverf. ‘Dat is zó’n sterk systeem dat het als het ware een plastic laag over het gebouw vormt’, vertelt Post. ‘Maar het ademt niet, vocht kan daardoor nergens heen en hoopt zich op.’ Vermeulen: ‘Chloorrubberverf is geschikt voor zwembaden en boten, maar voor monumenten inmiddels uit den boze. Terwijl het in de jaren zeventig en tachtig heel veel werd gebruikt. Waarschijnlijk met het idee: één keer goed schilderen, om er daarna geen omkijken meer naar te hebben.’
![](https://www.schildersvak.nl/wp-content/uploads/2020/07/5.-linksonder-1-580x1024.jpg)
Bij de huidige restauratie is de keuze gemaakt voor natuurzuivere materialen met een duurzaam karakter, zoals de verf van Allbäck. Op de muren gaat deels cementpleister en deels silicaatverf, beide okergeel. ‘Het raadhuis bestaat uit twee delen’, vertelt Vermeulen. ‘Een ouder deel dat in de negentiende eeuw ingrijpend is verbouwd en waar we nu zitten, bijgebouwd in 1950. Op beide zat cementpleister, vermoedelijk in de jaren vijftig aangebracht. Op het oude gedeelte hebben we dat, omdat de kwaliteit niet meer goed was, vervangen door nieuwe kalkmortel. Dat heeft De Vink gedaan. Het cementpleister op het nieuwere gedeelte was nog wel goed en is overgeschilderd met silicaatverf, ambachtelijk gemaakt in Andalusië.’
Zo krijgt De Paauw met producten uit Zweden en Spanje en een Pruisische stijl een internationaal trekje. Vermeulen: ‘Naast de vondsten van Judith Bohan hebben we goed gekeken naar referenties van paleizen in Potsdam en Berlijn. De architecten daar werkten veelal in de lijn van de Schinkelschule en een van hen is door Frederik en Louise naar Wassenaar gehaald.’ De in 2018 begonnen megaklus kost 2,8 miljoen euro, opgehoest door de gemeente Wassenaar, met één miljoen euro subsidie van de provincie Zuid-Holland. ‘Na de zomer hopen we klaar te zijn.’ Ook het omliggende park is opgeknapt. De restauratie zou de in 1881 overleden prins Frederik ongetwijfeld tevreden hebben gestemd.
![](https://www.schildersvak.nl/wp-content/uploads/2020/07/6.-rechtsonder-1-689x1024.jpg)