Rudi Klippel moet iets opbiechten. Of de Nieuwe Kerk in Zierikzee deze schilder van Noom bekend was? Jazeker. En wel hierom: ‘Ik heb hier vroeger aan de overkant op school gezeten, de oude lts. Tussen de middag was het voor ons een sport om zoveel mogelijk ruitjes in te gooien van deze kerk.’ Hij zit op de overkapte steiger, strijkt met een kwast over een gietijzeren venster en begint te bulderen van het lachen. ‘Daar waar ik zelf schade heb aangericht, zit ik nu te schilderen. Het zou fijn zijn als de ramen nu niet worden ingegooid.’
Mede daarom is gekozen voor hoogwaardige kunststof ruiten. ‘Er zat plexiglas in’, vertelt Lennart van der Torren van Rothuizen Erfgoed, dat het project begeleidt. ‘Maar dat vergeelde, was aangetast door zoute lucht en vervormd door windbelasting. Echt glas is duur en kan ten prooi vallen aan vandalisme. Daarom onze keus voor de beste kwaliteit kunststof, dat zes keer zo sterk is als glas en behoorlijk uv-bestendig is. De zuidkant van dit gebouw staat bijna de hele dag vol in de zon.’
![](https://www.schildersvak.nl/wp-content/uploads/2021/04/4.-rechts-1024x768.jpg)
FOTO’S: RV
Tweede natuur
Omgaan met de elementen. Schilders moeten het sowieso, maar in Zeeland is het een tweede natuur voor ze. In de zuidwestelijke provincie waait het altijd harder dan in de rest van het land en voert de Noordzee zilte lucht aan. Dat is op z’n zachtst gezegd niet per se gunstig voor schilderwerk. ‘Waar je in pakweg de Achterhoek een onderhoudscyclus hebt van acht à negen jaar, is dat hier zes à zeven jaar’, zegt Van der Torren. Zo zuchtte de Nieuwe Kerk, na de laatste schilderbeurt in 2012, onder houtrot, corrosievorming en ontelbare scheuren en beschadigingen. Dat vroeg volgens Van der Torren om ‘meer dan een normale onderhoudsbeurt’.
Neem het ontroesten van de vensters. ‘Die moesten we veelal tot het kale ijzer terugschuren’, vertelt projectleider Peter de Muijnck van Noom. ‘Het ijzer hebben we hersteld met epoxyhars, gevolgd door twee lagen epoxyprimer en daaroverheen een voor- en aflak van Sikkens. Als bij staalconservering één ding van belang is, is het laagdikteopbouw. Om roest tegen te gaan. Ga maar na: één enkele verffilm is maar veertig micron dik.’ Van der Torren: ‘De grootste uitdaging is de verf op de vele scherpe hoeken van het gietijzer goed dekkend te krijgen.’
![](https://www.schildersvak.nl/wp-content/uploads/2021/04/1.-boven-1024x768.jpg)
1.400 ruitjes
Een ander facet dat bovengemiddelde aandacht vraagt is de glasvervanging. Aan Glasbouw Marverre de taak maar liefst 1.400 ruitjes te plaatsen. Die ook nog eens allemaal nét een andere maatvoering hebben. De Muijnck: ‘Deze gietijzeren ramen zijn geproduceerd rond 1840, toen de kerk werd gebouwd. De mallen die daarvoor werden gebruikt waren nog niet zo strak als dat deze waren later in de negentiende eeuw. De man die het glas vervangt, Peter Pesschier, geldt als snel, maar met één raampartij – die bestaat uit 76 ruitjes – is hij een dag bezig: stopverf inspuiten, met een rubbertje erlangs en strak zetten.’
De man die de houtbeschadigingen herstelt luistert, ironisch genoeg, naar de naam Patrick IJzerman. Aan hem de taak alle windscheuren en regelrechte kloven in de daklijst weg te werken. Bovenop een reparatie aan het Amerikaanse grenen komt een laag primer, waarna het hout twee nieuwe verflagen krijgt. De oorspronkelijke kleur blijft gehandhaafd: zandsteengeel. Dit geldt ook voor de kleur op de vensters – grachtengroen – en de muren; lichtgrijs. ‘Het bestaande schilderwerk op de muren was verschrikkelijk aan het poederen’, zegt De Muijnck. ‘Dat hebben we eerst gefixeerd.’
![](https://www.schildersvak.nl/wp-content/uploads/2021/04/2.-links-1024x768.jpg)
Streepje voor
In opdracht van de Stichting Oude Zeeuwse Kerken (OZK), de beheerder van het gebouw, is Noom in februari begonnen aan het project. Onder de rook van de ietwat onheilspellende ‘dikke toren’ – die inclusief steunberen 24,5 bij 24,5 meter meet – zijn de schilders hier tot begin juni aan het werk. Wat het schildersbedrijf uit Sint-Maartensdijk een streepje voor geeft op de concurrentie is dat het ERM-gecertificeerd is. Officieel erkend dus om monumenten te restaureren. ‘Het was nogal een bak werk om dat certificaat te halen’, vertelt De Muijnck. ‘Dat is een kleine twee maanden geleden gelukt. Daarmee zijn we het tweede ERM-bedrijf in Zeeland.’
‘Maar ze stonden al bekend als restauratieschilders’, weet Van der Torren, die met Rothuizen de schakel is tussen opdrachtgever en hoofdaannemer. ‘Wij maken veel instandhoudingsplannen.’ Op basis van zo’n plan heeft Stichting OZK voor de Nieuwe Kerk subsidie aangevraagd bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Die komt in zestig procent van de kosten, zo’n drie ton, tegemoet. Familiebedrijf Noom, opgericht in 1902, nam het werk gretig aan. ‘Dit is een fantastisch project, met uitdagingen op vele vlakken’, glundert De Muijnck. ‘We leggen alles wat we doen goed vast voor een volgende keer. Wij streven naar een langdurige werkrelatie, want we hebben een gezamenlijk belang: een goed onderhoudsniveau van ons Zeeuwse erfgoed.’
Bekijk de video vol vaktechniek over dit project op SchildersVAKTV.
![](https://www.schildersvak.nl/wp-content/uploads/2021/04/5.-onder-1024x768.jpg)