De vakvereniging, Industriegewerkschaft Bauen-Agrar-Umwelt, rechtvaardigt het hogere loon voor de 890.000 werknemers in de branche met de krachtige groei van de sector tijdens de coronacrisis en de gunstige vooruitzichten voor dit jaar.
‘Van de algemene coronacrisis is in de bouw niets, maar dan ook echt helemaal niets te merken’, citeert het Financieele Dagblad Carsten Burckhardt, delegatieleider van de vakbond bij de onderhandelingen met de werkgevers. ‘Dan is het alleen maar rechtvaardig als de werknemers ook een plus op hun loonstrookje zien. De bouw is een centrale pijler onder de conjunctuur, is een banenmotor en maakt al meer dan tien jaar lang een “boom” door zoals we die nog niet eerder hebben gezien. Om dat zo te laten blijven, moeten zij die die boom dragen, ook overeenkomstig worden uitbetaald.’
De sector groeide volgens de vakbond vorig jaar met zes procent naar een totale omzet van 143 miljard euro. Voor dit jaar beroept de bond zich op prognoses van het Beierse Instituut voor economisch onderzoek Ifo. Dat stelde in maart uit te gaan van een omzetgroei van 2,3 procent in de bouw in Duitsland in 2021.