Want professionele schilders spoelen hun kwasten en rollers nooit uit in een gootsteen, lijkt het rapport te concluderen. Wat de schilders dan wél doen met kwasten en rollers wordt niet beschreven. Er wordt kennelijk vanuit gegaan dat dat allemaal, evenals resten overgebleven verf, volgens voorschrift wordt afgevoerd.
In het -engelstalige- onderzoek ‘Paints and Micoplastics‘, uitgevoerd door het RIVM in opdracht van het ministerie van Gezondheid, Welzijn en Sport schrijven de onderzoekers dat er zo goed als niets bekend is over het vrijkomen van microplastics in het milieu door verf of schilderen. Het vermoeden is dat er bij het schilderen zelf, het aanbrengen van de verf op een ondergrond, niet veel plastic vrij zal komen. Wel zou dat bij het schuren het geval kunnen zijn: het stof en schuursel van oude verflagen bevat microplastics, mogelijk ook op nanoschaal. Dit is nooit onderzocht en dus ook niet aangetoond. Ook hier gaan de onderzoekers er van uit dat alle schilders altijd goede afzuiging gebruiken bij het schuren. Dit doen ze, zoals het rapport stelt, omdat arbovoorschriften dat verplichten en uit gezondheidsoverwegingen. Van fijnstof en houtstof dat vrijkomt bij schuren is bekend dat het ernstige ziekten kan veroorzaken. Of de huidige afzuigmethodes ook de microplastics goed uitfilteren is niet bekend.
Verschillende fabrikanten vertelden de onderzoekers dat ze de bestrijding van microplastics vooral zien in het licht van meer duurzame verven maken: verf die langer blijft zitten en minder vaak vervangen hoeft te worden. Of dit inderdaad een effect heeft is, concluderen de onderzoekers, onbekend. ‘Groene’ verven, op basis van biobased bindmiddelen zijn geen oplossing wat betreft microplastics omdat ze nog steeds gebaseerd zijn op polymeren. Er zijn verschillende onderzoeken naar polymeer-vrije verven, maar die zijn nog lang niet in het stadium dat ze bestaande verven en met name lakken kunnen vervangen. Volgens de fabrikanten is er geen ‘quick win’ om de uitstoot van microplastics in het milieu tegen te gaan. Ze zijn niet tegen overheidsregels maar dan wel liefst op vrijwillige basis.
Enig licht zien de onderzoekers in het hergebruiken van verf, die verfresten komen dan in ieder geval (nog) niet in het milieu. Maar dit is maar bij beperkte delen van de overgebleven verf mogelijk.
Overigens blijkt dat ook bij de waterzuivering nooit gericht onderzoek gedaan is naar microplastics die hun oorsprong vinden in verf. De omvang van het probleem is daardoor over de hele linie onbekend.
Het is niet vreemd dat de RIVM onderzoekers tot de slotsom komen ‘dat er weinig bekend is over microplastics in het milieu.’
Om goed onderzoek te doen moet je wel de goede bronnen aanboren, maar niet alleen naar de verfkoepel w.o. de makers van deze producten
zitten voor informatie gaan. Deze vertellen niet hoe het product verf mede de oorzaak is van de wereldzee vervuiling door micro/nanoplastics.
Van alle gevaarlijke stoffen die de laatste vijftig jaar de revue hebben gepasseerd en die op allerlei beperkende verboden lijsten verschenen, zijn niet op instigatie van de verfbranche te schrijven.
Men had beter bij de waterschappen wat de beheerders zijn van de rwzi’s hun oor te luister kunnen leggen. Zij constateren met regelmaat en heel snel dat hun beestjes (bacteriën) de niet-afbreekbare chemische verontreinigingen – lees watergedragen verfproducten – niet aankunnen.
Over microplastics in zeewater is genoeg literatuur beschikbaar bij de
grote publishers zoals Elsevier in het tijdschrift ‘Marine Environmental Research’.
Een aanvulling hierop hadden de verschillende binnen- en buitenlandse technische watermanagement bladen meer onderzoek gegevens verschaft.