‘Ik kom heel regelmatig op plekken waar vastgoedonderhoudsbedrijven bezig zijn’, zegt Mijling. ‘Bijvoorbeeld met mijn stroefheidsmeter.’ Hij heeft meerdere geijkte apparaten die de stroefheid, of slipvastheid, van een vloer kunnen meten. Zoals een apparaat dat er een beetje als een brievenweger uitziet. Je tilt een stalen buisje met daaraan een rubbertje, zeg maar een schoenzool, van een bepaalde hardheid omhoog en laat het los. Het armpje valt, schampt met het rubber over de vloer en een wijzer geeft de ondervonden weerstand aan. ‘Hier werk ik heel veel mee. Zoals bij een groot ziekenhuis waar nu een renovatie aan de gang is. De badkamers van de patiënten moeten heel stroeve vloeren hebben: mensen zijn wankel ter been. Dus we hebben er proeven vooraf gedaan. Als de renovatie gaande is, meet ik ook nog steekproefsgewijs of het goed gaat.’ Mijling legt dit uit in zijn kantoor-aan-huis in Druten, waar hij meer wonderlijke apparaten heeft staan. De meetinstrumenten die niet in huis passen, staan bij een bevriend vloerenbedrijf, daar mag hij ook zijn testen uitvoeren.
‘Iedereen in de kunststof vloerenmarkt kent me wel’, zegt hij, in alle bescheidenheid. De tafel achterin ligt vol met proefstukken die het bewijzen: ‘Als een fabrikant een nieuwe gietvloer aan het ontwikkelen is, komen ze vaak bij mij. Ik weet er veel van, en de fabrieken hebben vaak niet zulke geavanceerde meetapparaten als ik.’ Net als met verf is het ontwikkelen van een nieuwe gietvloer vaak een kwestie van zoeken naar de juiste balans tussen veel aspecten. ‘Het hangt af van de toepassing. Een sportvloer moet zacht en verend zijn, een bedrijfsvloer vaak hard. Je wilt hem slijtvast hebben, kras- en stootvast, ruw genoeg, liefst ook fraai om te zien en bestand tegen uv-stralen.’ En net als bij verf komt dat vaak neer op uitproberen tot je het beste resultaat hebt. En dan testen.
![](https://www.schildersvak.nl/wp-content/uploads/2021/09/mijling-stroefheidsmeting-parkeergarage-1024x576.jpg)
FOTO: MIJTECH
Mijling begon zelf ook in de verfwereld, bij één van de grote fabrikanten deed hij de technisch advisering over brandwerende coatings. Daarna kwam hij in dienst bij een firma in bouwchemie; chemische ankers, lijmen en vloeren. In 2004 koos hij voor een eigen bedrijf en startte MIJtech Kunststofvloeradvies. Inmiddels is ook Raymond Langeveld, zijn schoonzoon, in de zaak. Die neemt als adviseur en meettechnicus voorlopig vooral inspecties en metingen voor zijn rekening als The Dutch Floor Testing Company (TDFTC). Onder de vleugels van MIJtech. ‘Ik was gisteren in België’, vertelt Mijling. ‘Een parkeergarage waar de bovenste parkeerdekken, dus buiten, gecoat waren. Ik heb het werk moeten afkeuren: te glad. Dat is niet leuk om te doen, maar de normen zijn duidelijk en de risico’s dat mensen vallen of auto’s doorglijden te groot.’
Toch is het leggen van een kunststofvloer ook weer niet zó moeilijk. ‘Er zijn de fijne kneepjes die je even moet weten’, zegt Mijling, die overweegt er cursussen en trainingen voor schilderbedrijven in te gaan geven. ‘Uiteraard is de voorbereiding van de ondergrond heel belangrijk. Die moet vlak zijn. Een kunststof vloer gaat geen bobbels of oneffenheden oplossen. Daar zul je op voorhand iets mee moeten.’ En dan: de meeste kunststofvloeren zijn 2k-producten, waarvan vooral de potlife heel kort is. ‘Een professioneel vloerenbedrijf zal bijna altijd met drie man komen, ook al is de oppervlakte niet groot. Dat heeft met de snelheid van handelen te maken. Eén zorgt voor de logistiek, één mengt de componenten en één verdeelt het over de vloer met een roller of een spaan. Is het product eenmaal uit de pot, dan heb je een redelijke open tijd. Maar laat je het te lang in het blik zitten, dan wordt het een onwerkbare, stroperige massa.’ De man (of vrouw) die het materiaal verdeelt moet ook door hebben hoe je de plinten beschermt. ‘Het materiaal vloeit langzaam uit, je kunt dus steeds rustig met een spaan de plint afdekken, het materiaal langs de spaan verdelen en hem dan wegtrekken, dat geeft een strak resultaat.’
![](https://www.schildersvak.nl/wp-content/uploads/2021/09/mijling-met-stroefheidsmeter-1024x683.jpg)
FOTO: JMS
Twistpunten waarvoor MIJtech of TDFTC gebeld worden kunnen naast met stroefheid ook met krasvastheid en hardheid te maken hebben. ‘Ik kom zaken tegen waar de kat met zijn nagels in de pas gelegde vloer heeft gekrast. Of waar putjes en gaten in de vloer komen door er op te lopen.’ Voor beide gevallen heeft Mijling een aparte test: een krastest. Een apparaatje waarmee je krassen probeert te maken en dat de druk meet waarmee je dat doet. Daarnaast heeft hij de kogelproef: een metalen koker met daarin een kogel van precies één kilo die je laat neervallen op de vloer. ‘Het heeft vaak met de mengverhouding te maken, te weinig verharder, of te veel. En bij de stroefheid van galerijen en dergelijke, waar bijvoorbeeld zand in de coating gestrooid wordt, luistert dat nauw: is het natte materiaal te dik, dan zakken de korrels te ver naar beneden en heb je er niets aan. Net zo min als het nut heeft als het materiaal te hard is en het instrooimateriaal er bovenop blijft liggen.’
Zou Mijling schilders aanraden om nu en dan een gietvloertje aan te leggen? ‘Je hoeft je niet te laten afschrikken door de techniek. Het is heel goed te leren. En dan heb je wel weer iets extra’s dat je je klant kunt aanbieden.’ Maar schilders blijven meestal graag bij hun kernactiviteit en besteden dit soort werk vaak uit aan specialisten. Mijling: ‘Dan is het nog goed, lijkt me, als je op management- of projectleidingniveau wel enige degelijke kennis van kunststofvloeren hebt. Vooral vanwege de Wet Ketenaansprakelijkheid. Een hoofdaannemer kan de schuld van een verkeerd aangebrachte vloer niet afschuiven, hij is mede verantwoordelijk. Dan moet je er genoeg verstand van hebben om er over mee te kunnen praten.’ En zoek je die kennis, dan komt je dus bijna altijd weer bij René Mijling uit.