Hebben jullie een onderzoek gedaan onder leden over elektrisch rijden?
‘Inderdaad. Een aantal onderhoudsbedrijven is daar al heel ver in. Daar is het UTA-personeel al helemaal op elektrisch rijden overgestapt en worden ook de bedrijfsbussen geëlektrificeerd. We hebben een module op onze site staan waarmee je kunt berekenen wat dat kost, een elektrische bus. Inclusief de forse subsidies die ervoor beschikbaar zijn. Daar wordt de stap aantrekkelijker van. Maar er zijn ook leden genoeg die er helemaal niet mee bezig zijn. Vooral de zzp’ers. Terwijl: over een paar jaar zijn er echt minstens dertig steden met een emissieloze zone. Daarbinnen mogen geen bestelbussen rijden die nog uitstoot hebben. Die plannen worden nu gemaakt in die steden. Wettelijk moeten zij deze zones vier jaar van tevoren aankondigen, voor een groter bedrijf is dat een redelijke termijn om het wagenpark te vervangen. Maar niet voor de meeste kleine zelfstandigen met een eigen bus.’
Is daar niets aan te doen?
‘Samen met een aantal andere vertegenwoordigers van mkb-bedrijven zit ik aan tafel bij de Uitvoerings Agenda Stadslogistiek. Daar praten beleidsmakers en belanghebbenden met elkaar. We hebben het er over uitzonderingen. Bussen met een Euro 5 en Euro 6 motor (‘emissieklasse’) mogen sowieso langer nog wel de stad in. Maar er zijn best vraagstukken, bijvoorbeeld over voertuigen die een hoogwerker moeten slepen, of bussen met zware glasrestelen. Die trekt een e-auto niet altijd. Dus daar moeten ook goede regels over komen. Maar het gaat er wel van komen. Ook de zzp’er moet er mee rekenen dat hij opeens de stad niet meer in mag met de bus. Een ander punt is de kwestie laadpalen. In de Nationale Agenda Laadinfrastructuur komen dat soort kwesties aan bod: als iedereen elektrisch gaat rijden, moet er wel volop geladen kunnen worden.’
Wat is de basishouding?
‘Onderhoud en verduurzaming gaan al jaren hand in hand. Werken aan een duurzamere samenleving, energiereductie, circulariteit is een gezamenlijke opgave. Zo staan we er in. De meeste ondernemers ook. Ze willen doen wat ze kunnen.’
We hadden het niet voor niets over auto’s.
‘Uit onze eigen tool Milieulabel Schilderwerk is gebleken dat de meeste CO2-uitstoot die bij schilderwerk vrij komt afkomstig is van de uitstoot van de voertuigen. Dus daar is voor de onderneming veel winst te halen. Minder bewegingen met voertuigen op fossiele brandstof. Meer carpoolen of goed nadenken over de bevoorrading is belangrijk.’
Maar er is meer.
‘Ja, en daar hebben we een duurzaamheidsscan voor ontwikkeld. Daarmee kun je online een onderzoek doen op welke aspecten je goed scoort en op welke wat minder. Daar kan een bezoek van een adviseur uit voortvloeien die je helpt duurzamer te gaan werken. In het najaar gaan we bijeenkomsten voor schildersbedrijven organiseren in het land, op de Schildersvakopleidingen, om het over duurzaamheid te hebben. Niet alleen over wat je zou moeten veranderen, maar ook waar de kansen liggen voor het bedrijf.’
Want die zijn er?
‘De marktvraag naar duurzaamheid en verduurzaming wordt steeds maar groter. Als eerste bij de grote professionele opdrachtgevers en bijvoorbeeld VvE’s. We gaan ook zogenaamde boardroomsessies beleggen om het onderling begrip tussen deze opdrachtgevers en onderhoudsbedrijven te bevorderen. Maar ook particulieren vinden duurzaamheid steeds belangrijker. Dit is hét moment voor schilders- en onderhoudsbedrijven om de bedrijfsactiviteiten uit te breiden, isolatie te gaan aanbieden of bijvoorbeeld het plaatsen van zonnepanelen. Of om een combinatie met andere bedrijven aan te gaan om dat te kunnen aanbieden.’
Gewoon blijven schilderen is er niet meer bij?
‘Natuurlijk wel. Dat blijft altijd. Wie ervoor kiest om zich te blijven focussen op schilderwerk, dat is natuurlijk helemaal goed. Maar ook dan zijn er zaken om bij te houden. We werken momenteel aan een cursusmodule voor leerlingen van de vakscholen over biobased verf, in samenwerking met een aantal fabrikanten van biobased verven. Dat is voor schilders ook echt een onderwerp om over bij te blijven. We brengen daarom ook binnenkort een factsheet uit over zogenaamde “hybride verven” en biobased verven.’
Ondertussen moeten er in hoog tempo honderdduizenden huizen geïsoleerd worden.
‘Onze overtuiging is dat dat meer een proceskwestie is dan een technische vraag. De technieken om gebouwen te verduurzamen zijn er en de kosten ervan zijn bekend. Maar per complex moeten er keuzes gemaakt worden. En dus is het belangrijk voor opdrachtgevers en opdrachtnemers om met elkaar in gesprek te gaan over hoe de verduurzamingsopgave in het meerjaren onderhoudsplan het beste – financieel en organisatorisch – kan worden opgenomen. Met de RGS-Leidraad heeft onze sector daar een goed model voor. Het is goed om te zien dat OnderhoudNL, Aedes en Bouwend Nederland inmiddels gezamenlijk in de Stichting RGS zitten. Alleen samen kunnen we dit realiseren.’