Ga naar hoofdinhoud

Erwin Brouwer: ‘Ik adem opleiden’


Erwin Brouwer (42) is de jongste en misschien wel meest ambitieuze SchildersVakopleiding-directeur. Nieuwste wapenfeit: een officiële erkenning tot het opleiden van praktijkinstructeurs op mbo-niveau 4. Maar de Bosschenaar heeft nog veel meer in petto. Hoe beziet hij de (nabije) toekomst van het schildersonderwijs?

Erwin Brouwer wil ‘aan tafel’ zitten bij onderhoudsbedrijven en heel concreet inspelen op hun personeelsvragen

Veel gehoord: er moeten meer ‘breder’ inzetbare vaklieden komen. Betekent dit dat de traditionele schilder langzaam verdwijnt?
‘Zeker niet. We moeten onze ogen niet sluiten voor de ambachtelijke vakman die het mooie schilderwerk oplevert. Maar in het vastgoedonderhoud stellen grotere bedrijven meer eisen. Denk aan deelvervanging toepassen, houtrotreparatie of eenvoudige wandbekleding aanbrengen. Maar ook op decoratief vlak is een slag te maken of in pak ’m beet het aanbrengen van exclusief behang en glaswerk. De allrounder in het vastgoedonderhoud, daar zullen wij steeds meer aandacht aan moeten besteden. Zodat we de vraag van onze branche kunnen blijven beantwoorden. Het denkproces begint voor mij met de vraag: hoe zorgen wij als SchildersVakopleiding ervoor dat we het opleidingsloket zijn van de regio?’

Dat loket is een SchildersVakopleiding toch per definitie?
‘Ja, maar ik denk dat we onze bedrijfstak nog meer meerwaarde kunnen bieden. Om te beginnen door bij onderhoudsbedrijven aan tafel te zitten met de vraag: hoe ziet de komende vijf of tien jaar jouw personeelsbeleid eruit? Wat is de natuurlijke uitstroom, wat heb je nodig vanwege je werkportefeuille en wat kan de SchildersVakopleiding daarin betekenen? Dan kunnen wij vroegtijdig nieuwe leerlingen klaarstomen. Zo concreet wil ik op de behoeftes inspelen.’

Zoiets gebeurt nu nog niet?
‘Jawel, maar minimaal en niet heel structureel. Ik wil echt aan tafel zitten bij bedrijven, de vraag wat ze nodig hebben keihard stellen en daar een opleidingsplan voor maken. Dit zijn jullie behoeften en zó gaan we dat met elkaar invullen. Als wij die rol niet pakken, gaan andere partijen dat misschien doen en dan maak ik me zorgen over de kwaliteit van opleiden.’

In dat licht moet ik ook het zelf opleiden van praktijkinstructeurs zien?
‘Ja, dat is ook een van de doelstellingen die binnen mijn visie past. Die gaat verder dan alleen goed opgeleid personeel de arbeidsmarkt op sturen. Ook de kwaliteit voor de klas moeten we veiligstellen. Op dit moment heb ik negen instructeurs verdeeld over vijf locaties. Die werken nagenoeg allemaal in het bbl-traject, terwijl er een ontzettende vraag ligt op het gebied van omscholing, bijscholing en cursussen. Daarvoor zullen we personeel moeten aantrekken.’

Waarom is het een voordeel praktijkdocenten in eigen huis op te leiden?
‘Normaliter worden zij opgeleid door ROC’s. Maar stel dat een schilder bij mij instructeur wil worden, dan kan hij zijn vak het beste leren in de omgeving waarin hij komt te werken. Tussen de schilders dus, bij ons in de werkplaats, en niet bij een erkend leerbedrijf in de zorg of de logistiek. Dat laatste gebeurt wel in de algemene, reguliere opleiding. Wanneer ik ze zelf opleid, houd ik de regie en bewaak ik het niveau. Je hebt het over vakmensen die met leerlingen aan de slag willen. Die kun je het beste in hun eigen omgeving prikkelen de beste instructeur te worden.’

Hamvraag: hoe werf je deze instructeurs in spe?
‘Ook hier geldt weer dat het belangrijk is aan tafel te zitten bij de onderhoudsbedrijven in ons verzorgingsgebied. Nee, ik ga geen mensen wegkapen, maar wel de vraag stellen: is er in jouw organisatie iemand die momenteel niet meer de steiger op kan, maar in potentie wél een goede instructeur is? Zo iemand kan ik in dienst nemen en opleiden tot instructeur. Dat moet de keten worden.’

Stel: ik wil praktijkdocent worden. Hoe ziet mijn traject bij SchildersVakopleiding Rosmalen er dan uit?
‘Als ik een vacature heb, neem ik jou aan als instructeur in opleiding. De lessen volg je op het Koning Willem I College in Den Bosch, terwijl je bij mij aan het werk gaat. Dat duurt één jaar en dan stroom je door naar het hbo. Na twee jaar mag je dan aan het werk als onderwijsassistent en na vier jaar heb je je volledige tweedegraads lesbevoegdheid; dan mag je voor de klas staan in het mbo.’

Zelf instructeurs opleiden – en daarvoor erkend zijn door Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven – is een noviteit in het schildersonderwijs. Waarom past dit bij jou?
‘Na gewerkt te hebben als stukadoor, heb ik zelf voor de klas gestaan, weer in de schoolbanken gezeten, om uiteindelijk beleid te maken als onderwijsdirecteur. In al die jaren heb ik gezien dat het lerarentekort echt een issue wordt. Dat mag er nooit toe leiden dat de kwaliteit van het onderwijs slechter wordt. Dat wil ik niet en dat wil mijn achterban niet. Dus het bewaken van die kwaliteit, daar ga ik als een tijger voor liggen. Als onderwijsjongen adem ik opleiden in de breedste zin van het woord. Het ontwikkelen van een mens vind ik heel belangrijk en waardevol; niet alleen voor die persoon zelf, maar ook voor zijn werkgever. Want zonder goed opgeleide mensen staat je organisatie stil. Ik wil de toko in beweging houden.’

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.


PPG verlengt Colorful Communities tot en met 2035

Baan Twente wederom beste Mercedes-Benz Van ProCenter

Oostveen overgenomen door Hoogstraten Haarzuilens

Geen versoepeling regels voor Oekraïense zzp’ers

Soudal slaat vleugels uit naar Japan