Zo’n NEN-norm lijkt een ver-van-mijn-bed-show voor schilders. Maar kan wel degelijk iets gaan betekenen voor de dagelijkse praktijk. In de norm worden rolsteigers heel precies beschreven. Dan gaat het om het materiaal waar ze van gemaakt mogen zijn, de belasting die ze mogen dragen, de veiligheid en de prestatie-eisen. Dat heeft dus te maken met hoe een steiger moet worden opgebouwd en hoe hij gebruikt mag worden.
Een belangrijk verschil met de oude norm is dat de ‘ondergrens’ waarboven de norm van toepassing is verlaagd is van 2,5 meter naar 0 meter. Kamersteigers en andere handige lage hulpmiddelen vallen er ook onder. Dat kan gevolgen hebben voor de manier waarop je op een kamersteiger dient te klimmen. Er wordt dan ook gewerkt aan een nieuwe norm, de EN1004-3: kleine rolsteigers tot 2 meter platformhoogte.
Verder is de afstand die tussen twee platforms op een steiger mag worden aangehouden aanzienlijk verkleind: van 4,20 meter naar 2,25 meter: een hoge rolsteiger moet dus meer platforms hebben dan nu vaak gebruikelijk. De EN 1004-2 (handleiding rolsteigers) wordt dan ook eveneens herschreven.
Dat een EN-norm veranderd is heeft geen direct gevolg op de Nederlandse wetgeving, maar wel op langere termijn: de nieuwe norm vindt zijn weg via A-bladen naar arbocatalogussen. Op dat moment dienen mensen zich er aan te houden en zal de arbeidsinspectie er ook op handhaven. De Vereniging van Steigerbouw- en Betonbekistingsbedrijven VSB buigt zich momenteel in commissies over de nieuwe norm en hoe die te interpreteren. Begin dit jaar verwacht de vereniging meer duidelijkheid te hebben en erover te kunnen overleggen met ‘stakeholders’, belanghebbende (branche-)organisaties.