In het Handelsregister stonden op 31 januari nog 1.768.722 zelfstandigen zonder personeel ingeschreven, ruim 4.000 minder dan een maand eerder. Waar het totaal aantal stoppers steeg met 6.000 ten opzichte van een jaar geleden – een stijging van 47 procent – nam het aantal starters af met 4.000 (18 procent).
In aantal verloor de gezondheidszorg de meeste zzp’ers, bijna 2.000 in één maand. Gevolgd door de bouwsector en de zakelijke dienstverlening, die het elk met 1.000 zzp’ers minder moet doen. Daarmee is direct vrijwel de gehele daling verklaard.
Geleidelijke afname
De daling lijkt misschien beperkt, maar is volgens Joris Knoben, hoogleraar ondernemerschap aan de Tilburg School of Economics and Management, echt een trendbreuk. ‘De afgelopen jaren kwamen er bijvoorbeeld in de zorg gemiddeld meer dan 1.000 zzp’ers per maand bij. Van die toename naar een afname van 2.000 per maand, daar kun je niet omheen.’ Hij verwacht dat de daling van het aantal eenpitters nog wel even doorzet. ‘De aandacht voor en handhaving op schijnzelfstandigheid wordt opgevoerd waardoor er in diverse sectoren minder mogelijkheden zijn om als zzp’er te werken.’
Het is maar goed dat de daling enigszins geleidelijk gebeurt, stelt Knobben. ‘Als dit nog sneller gaat, kan het echt ontwrichtend zijn.’
IK snap dat je ondernemerschap blijft stimuleren , waar ik beneiuwd naar ben is in hoevere die zzpers dan helemaal uit beeld verdwijnen of gaan ze op een andere manier hun respectievelijke sector in, bv via een uitzendbureau of vast dienstverband.
Enkel de daling zegt m.a.w. dus maar zeer beperrkt iets