In totaal 1,6 miljard euro moest in de jaren 2019-2022 helpen discriminatie en ongelijkheid tegen te gaan. Maar er is geen bewijs dat het mbo daarin is geslaagd.
Sinds 2016 waarschuwt de onderwijsinspectie voor kansenongelijkheid in het onderwijs. Studenten met lager opgeleide ouders of een migratieachtergrond ervaren ongelijke kansen. Ze volgen vaker een mbo-opleiding op een lager niveau dan andere studenten met vergelijkbare capaciteiten. Ook vallen ze vaker voortijdig uit.
De Algemene Rekenkamer constateert dat niet alle mbo-studenten de hulp krijgen die ze nodig hebben. Het verschilt per mbo-instelling, opleiding, docent of stagebegeleider of ze extra begeleiding of ondersteuning krijgen.
Hierdoor blijft op de ene school de kansenongelijkheid in stand, terwijl die op een andere school of opleiding afneemt. De Algemene Rekenkamer vindt dat ernstig. Kansengelijkheid bepaalt mede of een student erin slaagt om door te stromen naar een opleiding van een hoger niveau. Zo’n stap omhoog heeft invloed op de financiële situatie van iemand (na het afstuderen mogelijk een hoger salaris) en op het gevoel van welzijn.
Toch hebben de maatregelen wel wat opgeleverd. Zo zeggen studenten dat de toegang tot studiefinanciering en de ov-kaart het makkelijker heeft gemaakt een mbo-opleiding te volgen, ook als ze weinig geld hebben. Ook zijn ze tevreden over de begeleiding en ondersteuning vanuit school. Tegelijkertijd stelt de Algemene Rekenkamer vast dat niet alle mbo’ers evenveel kansen krijgen om goed te kunnen presteren.
Tot 2027 is er nog één miljard euro beschikbaar voor de aanpak van kansenongelijkheid. Demissionair minister Robbert Dijkgraaf gaat samen met de mbo-instellingen bekijken hoe de huidige afspraken kunnen worden aangescherpt. Ook wil hij beter kunnen vaststellen of de maatregelen tegen kansenongelijkheid effect hebben. Door de demissionaire status van het kabinet is hij terughoudend met het doen van concrete toezeggingen.
De MBO Raad wil gaan praten met het onderwijsministerie om te kijken wat er nodig is voor het behalen van concrete resultaten.