Aanleiding voor deze uitspraak is publicatie van een ING-rapport over de bouwsector en de reactie daarop van Bouwend Nederland op BNR Nieuwsradio. Dit jaar groeit de bouwsector nog licht (0,5 procent), maar volgend jaar zal sprake zijn van krimp (-2,5 procent). Dat is de grootste achteruitgang in de bouw sinds 2013. De verwachtte krimp kan leiden tot focus op afschalen en minder aandacht om de eigen CO2-uitstoot te reduceren, zo is de vrees van Van der Doelen.
Minder aandacht strategische doelen
Bouwbedrijven hebben tijdens de financiële crisis (2008-2013) geleerd om in een periode van krimp af te schalen. Bij minder opbrengsten hoort immers een lager kostenpatroon. Het afschalen van capaciteit is intensief en kost tijd, aandacht en geld. Hierdoor kan de aandacht voor de strategische doelen verslappen. Een van de belangrijkste strategische doelen is de transitie naar een duurzaam ondernemingsmodel, inclusief het reduceren van de (eigen) CO2-uitstoot. In 2030 moet die al 60 procent lager zijn dan de uitstoot in 1990.
Uitvoerende bouw loopt achter
Daar waar het de bouwmaterialen- en houtindustrie wel lukt om de uitstoot fors te verminderen, is dat bij de uitvoerende bouw nog niet het geval. Ten opzichte van 2005 daalt de uitstoot licht, maar ten opzichte van 1990 is deze zelfs gestegen. Dit heeft te maken met de forse groei van de sector vanaf 2014. Toch zal ook de CO2-uitstoot op bouwplaats en van het bouwvervoer verder gereduceerd moeten worden.
Verslappen is een ‘no-go’
Ondanks de uitdagende jaren die de sector te wachten staan, is verslappen van de aandacht voor reductie van CO2-uitstoot volgens Van der Doelen ‘een no-go’. Er komt nog veel duurzaamheidswetgeving op ondernemers af om dit ook af te dwingen. Een voorbeeld hiervan is de CSRD-wetgeving vanuit Europa. Een al veel gebruikte aanpak is het (laten) vaststellen van de huidige uitstoot om vervolgens te gaan werken aan een plan hoe die uitstoot te verminderen richting 2030 en 2050.