Nog even snel een dieselbus kopen: het loont. Zo’n voertuig is tot en met 2027 toegestaan in de zero-emissiezones én je hebt nog niet te maken met de bpm (Belasting van Personenauto’s en Motorrijwielen). Die laatste wordt vanaf 1 januari 2025 ingevoerd voor lichte bedrijfswagens met verbrandingsmotor, waardoor dieselbusjes 10.000 tot 20.000 duurder worden. En dus slaan ondernemers massaal aan het hamsteren.
Dieselbusjes hamsteren
In de eerste maanden van dit jaar kochten zij een kwart meer dieselbusjes dan vorig jaar: ruim 37.000 tegen nog geen 30.000, meldt RAI Vereniging. De gelijktijdige introductie van de bpm voor bestelwagens en de ZE-zones zorgen volgens de brancheorganisatie voor marktverstoring. ‘Ondernemers halen hun investeringen naar voren, waardoor de aanvragen van nieuwe elektrische bestelwagens in de komende jaren fors lager zullen uitvallen’, is de verwachting. Het totale elektrische wagenpark bestaat nu uit 28.857 elektrische bestelwagens, 2,6 procent van het totale wagenpark à 1,1 miljoen bestelwagens.
Risico op te late keuring
Toch is dat niet het voornaamste probleem. De vereniging maakt zich met name zorgen over de keuringscapaciteit van de RDW. ‘Voertuigen die vóór de deadline van 1 januari 2025 worden uitgeleverd, lopen het risico op een te late keuring. Met als gevolg dat ondernemers alsnog bpm moeten afdragen en geen ontheffing hebben voor ZE-zones in steden.’ Er bestaat een ontheffing voor de zones als sprake is van een onverwacht lange levertijd, maar die geldt alleen voor zero-emissievoertuigen. Dieselbusjes moeten dus echt vóór 2025 op kenteken staan.
Terugwerkende kracht
De RAI Vereniging wil daarom dat de overheid garanties biedt voor de keuringscapaciteit van de RDW. ‘Er moeten voldoende middelen en mensen beschikbaar worden gesteld, zodat alle voertuigen die vóór 1 januari 2025 gereed zijn nog dit jaar een kenteken kunnen krijgen. Zo niet, dan moet de RDW de mogelijkheid krijgen om voertuigen met terugwerkende kracht alsnog van een kenteken 2024 te voorzien.’