FNV komt in de week van 12 februari met een ultimatum aan het adres van de verffabrikant. Daarin zal het zijn wens voor een loonsverhoging van 10,9 procent voor alle werknemers voor een laatste maal onderstrepen. Geeft AkzoNobel daar geen gehoor aan, dan volgen er acties. Bij CNV Vakmensen wijzen de signalen in dezelfde richting.
‘Verontwaardigd’ en ‘boos’, zo kenschetsen respectievelijk De Vries en Mulder de stemming bij hun achterbannen. Pijnpunt is een verschil in de salarisverhogingsvoorstellen voor personeel op de werkvloer en op kantoor. De eerste groep zou er met minimaal 9,1 procent op vooruitgaan, de tweede groep met ten minste zeven procent. ‘Onterecht en klinkklare onzin’, oordeelt Mulder. De Vries: ‘Wij vinden het onacceptabel dat er een wig wordt gedreven tussen verschillende groepen werknemers.’ Hij pleit voor gelijke monniken, gelijke kappen.
FNV-leden verwerpen ook ‘de niet aflatende neiging van AkzoNobel om de productiviteit op te schroeven’. Niet chic, noemt de CNV deze gang van zaken. ‘Het gevoel leeft dat het een opmaat is naar meer en dat het daarom tijd is nu een streep in het zand te zetten’, zegt Mulder. ‘Personeel moet nu al meer overwerken.’
De CNV-man rept van een technocratische benadering van het personeel. De Vries stelt dat de jaarcijfers van AkzoNobel ‘prima’ zijn en het bedrijf de looneis kan betalen. ‘Doe dat dan ook. Leuk dat aandeelhouders tevreden zijn, maar niet wanneer mensen de boodschappen niet kunnen betalen.’
Update: Akzo-personeel krijgt er tien of negen procent loon bij