Gemiddeld ongeveer een kwart van de woonconsumenten (kopers 28%; huurders 18%) spreekt zich onvoorwaardelijk uit voor houten kozijnen. Het kunststof kozijn blijft sterk in beeld bij de beoordeling van de onderhoudskosten, aldus onderzoek van USP Marketing Consultancy in opdracht van Schildersvak.nl.
Gemiddeld bijna een derde van de woonconsumenten (31%) heeft al kunststof of metalen kozijnen (huurders 27%; kopers 34%), en gemiddeld 22% zou houten kozijnen wel willen laten vervangen wanneer kunststof kozijnen minder onderhoud vergen. Vooral de kopers met 26% steken boven dit gemiddelde uit.
En als het kunststof er niet meer florissant uitziet vindt gemiddeld 21% het er zo bij te laten omdat kunststof ‘toch niet rot’. De overgrote meerderheid vindt óf ‘dat er wel wat moet gebeuren als het te erg wordt’(32%), óf ‘de kozijnen moeten er wel acceptabel uit blijven zien’ (19%), óf ‘weet het simpelweg niet’(25%).
Maar tussen willen en hebben zit meestal een groot verschil. Als je dit op het onderhoudsstaat van de woning toespitst en hierover potentiële opdrachtgevers bevraagt, zowel kopers als huurders, dan liggen de twee fenomenen niet eens zo ver uit elkaar. Gemiddeld 11% van de woonconsumenten omschrijft de staat van onderhoud als perfect (huurders 6%; kopers 15%) terwijl gemiddeld 15% aangeeft dat ze het graag perfect zouden willen hebben (huurders 8%; kopers 21%), Een niet al te groot verschil. Geeft gemiddeld 53% aan de onderhoudsstaat prima te vinden of redelijk (21%), gemiddeld 73% geeft aan staat van onderhoud ‘gewoon op een goed niveau wil zien’.
Op de vraag wanneer particulieren ‘het liefst nieuw schilderwerk zouden willen zien’, geeft gemiddeld 34% aan wanneer de kleur begint te vervagen. Als de verflaag verpoedert (21%), gaat scheuren (14%) of wanneer de glans afneemt (12%) zijn ook belangrijke argumenten voor kopers en huurders om iets aan het schilderwerk te willen gaan doen.