Even vooraf: het kan toch niet als een schok voor Rijkswaterstaat gekomen zijn dat er op heel veel bruggen en railings chroom-6 in de verf zit?
‘Wij hebben dat als Rijkswaterstaat nooit voorgeschreven. Wij schrijven prestatie-eisen voor, vertellen precies welk corrosiepreventie we willen hebben en voor hoe lang. Soms hebben we nog wel een mening over het te gebruiken bindmiddel. Maar wat er precies in de verf zit om dat te bereiken, daarmee houden we ons niet bezig. Sinds 1998 stelt Rijkswaterstaat wel als eis bij werkzaamheden door de aannemer dat het conserveringssysteem vrij moet zijn van lood- en chromaathoudende pigmenten. Chroom-6 komt in veel kleinere concentraties in de verf voor dan andere metalen, zoals lood of zink. Met het verwijderen van loodhoudende verf waren we al wel intensief bezig. Chroom-6, hebben we de indruk, is vaak ingezet als een kleurpigment, niet per se voor de corrosiepreventie.’
Waarom dan nu opeens wel interesse in chroom-6?
‘Veiligheid heeft altijd onze aandacht. Zeker nu de overheid de blootstellingsnorm voor chroom-6 met een factor 25 heeft bijgesteld. Met die nieuwe norm, die gaat over de hoeveelheid partikels van de stof die je binnen kunt krijgen, voldoen gebruikelijke manieren om je te beschermen bij het verwijderen van verflagen niet meer. We zijn dat meteen gaan onderzoeken.’
Uiteraard met commissies met vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven er in…
‘Nee, we hebben besloten om het snel en efficiënt aan te pakken. Tuig je een heel overlegcircuit op, dan ben je zó een jaar verder. Terwijl projectteams en metaalconserveerders aandringen op snel duidelijkheid. Men wil weten waar men zich aan te houden heeft bij het onderhoud aan bruggen, stations en schepen. Dus hebben we samen met Prorail, het Rijksvastgoedbedrijf en Rijkswaterstaat een ‘preventieregime’ opgesteld. Een protocol zeg maar, over hoe te handelen. Dat verschijnt binnenkort.’
U kunt er nog niet veel over zeggen, maar… wat staat er in?
‘Het is een document dat per handelwijze beschrijft welke veiligheidsmaatregelen genomen moeten worden als er chroom-6 in de verflaag zit. We hebben verschillende methodes beschreven om verf te verwijderen, zoals: droog schuren, nat schuren, gritstralen, natstralen, hogedrukstralen, inductiereinigen, laserreinigen, sponsstralen en schuren met een roterende staalborstel. Ook zijn metaalbewerkingen opgenomen, zoals lassen, zagen en knippen. Bij de verschillende methodes geven we aan welke maatregelen je moet nemen.’
Nu hebben we ons laten vertellen dat chroom-6 zo gevaarlijk is, en via adem, de mond en de huid kan binnendringen, dat je altijd met volledige veiligheidsmaatregelen moet werken.
‘Dat onderzoeken we nu. Onze focus zit hierbij op bronbestrijding. Er zitten methodes tussen die veelbelovend zijn. Je kunt daarvan beredeneren dat ze voor minder gevaarlijke chroom-6 deeltjes in de lucht zullen zorgen. Maar ook die methodes benaderen we in eerste instantie vooral van de veilige kant. Dus in de meeste gevallen moet de werkplek helemaal afgesloten zijn, moet de schilder in een beschermend pak, met een volgelaatsmasker en externe lucht werken. We hopen dat het onderzoek meer verschillen laat zien.’
Want… wat is er gedaan?
‘Op de Waalbrug zijn verschillende ‘kamers’ naast elkaar gemaakt. In elke kamer is twee keer honderd minuten een bepaalde verfverwijderingsmethode uitgeprobeerd. Uiteraard was de schilder goed beschermd. Hij droeg meetapparatuur in de buurt van zijn gezicht en er hingen meer apparaten in de ruimte. Die zuigen de lucht op langs een filter, het filter wordt geanalyseerd op chroom-6 partikels.’
Klinkt gedegen. En nu?
‘Nu wachten we op de uitslag en de weging van de verschillende methoden. Het zou natuurlijk geweldig zijn als je kunt vaststellen dat in sommige gevallen een schilder alleen met een ‘snuitje’ en goede handschoenen prima nat kan schuren. Of dat sponsstralen geen enkel gevaar oplevert. Er zijn grote belangen mee gemoeid: het inpakken van een object en het toegankelijk maken is soms kostbaarder dan de schilderbeurt zelf. Dat zijn afwegingen die je dan beter kunt maken. Maar het is niet uit te sluiten, met deze blootstellingswaarden, dat er weinig verschil tussen de methodes is.’
Dan zal er minder geschilderd kunnen worden.
‘Wij, de opdrachtgevers, maken altijd scherpe afwegingen. Als een ondergrond niet kaal hoeft, dan laten we dat zeker niet doen. Maar op een gegeven moment is een verflaag zo óp dat een nieuwe laag hem kapottrekt, dan moet het er af. Om de brug of het schip of de overkapping te behouden. Daar is geen andere oplossing voor.’