Ga naar hoofdinhoud

Achter elke restauratie een verhaal


Het gebeurt wel vaker dat er bij onderhoudswerkzaamheden van gebouwen enkele oude stijlkenmerken tevoorschijn komen. In een voormalig winkelpand in Amersfoort kwam zelfs een waar monumentaal verleden tevoorschijn. Aan Wendy Schoenaker Decorateurs uit ’s-Hertogenbosch om de authentieke schilderingen terug aan te brengen.

 

Aan de buitenzijde is het beeldbepalende gebouw op de hoek van de Langestraat en Zevenhuizen in Amersfoort onmiskenbaar een pand met jugendstilstijlkenmerken. Het pand werd door architect Hermanus Kroes ontworpen en in 1903 opgeleverd. Vroom & Dreesman (het latere V&D) was de eerste ‘bewoner’. Later volgden meerdere uitbaters waarmee ook het interieur ingrijpend veranderde.

 

Na het vertrek, enkele jaren geleden, van schoenenwinkel Ziengs ging de eigenaar van het pand, Stadsherstel Midden-Nederland op zoek naar mogelijke oude stijlkenmerken om die, voor zover mogelijk, in de oorspronkelijke staat terug te brengen. En die oude stijlelementen waren er. Een waar inpandig monument openbaarde zich: jugendstilornamenten en vooral art deco schilderingen. Helaas zijn ze niet ongeschonden de jaren doorgekomen.

 

Na het verwijderen van eerdere aanpassingen kwamen tal van beschadigingen bloot te liggen, in de loop der jaren ontstaan door overschilderingen, het aanbrengen van systeemplafonds en van leidingwerken. Sommige delen waren verdwenen en/of beschadigd. Reden voor de opdrachtgever om Wendy Schoenaker Decorateurs de situatie te laten beoordelen en op te laten nemen. De opdrachtgever en Schoenaker kennen elkaar van eerdere opdrachten.

 

Schoenaker: ‘Ik ben er graag in een zo vroeg mogelijk stadium bij om te voorkomen dat er meer onherstelbaar wordt beschadigd. Als hoofdaannemer heb ik restauratiestukadoor Björn Fleuren, lid van het Stucgilde, gevraagd om de situatie samen te onderzoeken. De combinatie om zo’n vroeg stadium onderzoektechnisch samen te werken met een stukadoor en een aannemer vind ik heel belangrijk.’

 

Schoenaker treft wit overschilderde plafonds aan, deels met vlies beplakt. ‘Bij een eerste verkenning troffen we oude op linnen geschilderde sjabloonschilderingen op oliebasis aan. Ook de metalen lateibalken waren overschilderd met een kalkverf en voor een klein gedeelte met donkerbruine olieverf. De schilderingen daar onder hebben we weer helemaal bloot kunnen leggen. Voor een klein gedeelte, een meter lang, is de eerste art nouveau schildering op deze balk vrij gelegd. Waarschijnlijk is daar verschillende jaren later een prachtige art deco schildering overheen gezet, gekenmerkt door meer gestileerde geometrische motieven (art nouveau en jugendstil zijn synoniemen; de art deco-stijl volgde op deze periode, na WO I, red.). De keuze was om vooral de art deco schildering te behouden. Dit omdat diezelfde stijl ook heel dominant over het gehele plafond terug zou komen.’

 

Om de plafondschilderingen deskundig te kunnen restaureren, moesten de erg zwakke plafonddelen gestabiliseerd worden. ‘Die bleken constructief niet erg draagkrachtig en deels onherstelbaar zwak. Voor de reconstructie hebben we allereerst het beschilderde linnen veilig gesteld en alle detailleringen en kleuren gedocumenteerd. En dat was maar goed ook.’ Een van de delen was namelijk dusdanig zwak dat het instortte. De Amersfoortse aannemer Schoonderbeek heeft uiteindelijk de plafonds gereconstrueerd en de restauratiestukadoor heeft de beschadigde ornamenten gerepareerd en nieuw lijstwerk getrokken.

 

‘Besloten is om delen van het oude linnen niet terug te plaatsen. We hebben de plafondschilderingen dus niet gerestaureerd maar gereconstrueerd. Op de lateien zijn de oorspronkelijke schilderingen wel gerestaureerd. Restaureren betekent nu eenmaal voortdurend keuzes maken. Het is inherent aan het vak.’

 

De decoratieschilderingen op het linnen vormden de basis voor de werktekeningen, de sjablonen en de kleurbepaling voor de reconstructie. ‘De basislaag, na mijn kleuronderzoek, brengt een regulier schildersbedrijf aan. De verf voor de decoraties meng ik zelf, doorgaans van watergedragen verven en pigmenten. Soms ook een gesiliconiseerde emulsieverf van Remmers of een verf van Keim, maar meestal een eigen samenstelling, altijd aangepast op de omstandigheden.’

 

Voor de uitwerking heeft Schoenaker zich er niet gemakkelijk vanaf gemaakt. ‘Je kunt kiezen voor een snelle variant door een geplakt sjabloon met een roller over te schilderen. Dat geeft een veel te steriel resultaat. Hier is gekozen voor dezelfde uitstraling van het handmatig tamponeren. Daarvoor hebben zelfs kwasttests gedaan. Dat ging best wel ver.’ Dan betekent ongeveer 60 strekkende meters behoorlijk doorwerken. ‘Onze triceps zijn dan ook zeker geen trillende “kipfiletjes”. Het is best zwaar om dagenlang boven je macht krachtig klopbewegingen te moeten maken.’

 

Een uitdaging was hoe de geometrische figuren in de hoeken uit moesten komen. ‘Omdat we een aantal oorspronkelijke hoeken niet hadden en die hoeken ook niet altijd strak 90° waren, een heel gepuzzel. Samen met een grafisch ontwerper hebben we daar oplossingen voor gecreëerd en de sjablonen daar op aangepast. En als je goed kijkt dan zie je op het linnen dat men destijds ook naar dezelfde soort oplossingen zocht.’

 

Los van de lange voorbereiding had het uitvoerende decoratieschilderwerk een doorlooptijd van ongeveer 6 weken. Uitgevoerd door Schoenaker zelf, samen met Corina de Kort en met Sanja Velthuis. Het werk is half januari opgeleverd. Inmiddels heeft café-restaurant Nul33 het pand betrokken.

 

Foto:

Wendy Schoenaker (rechts) en Sanja Velthuis staan te tamponeren. Zwaar werk

 

Foto’s: Wendy Schoenaker

 


De Bouwpraktijk opent vestiging in Barendrecht

Onderhoudssubsidie-loket rijksmonumenten opent weer

Puts nieuwe topman van OTTO Work Force

Bijeenkomst over het archief als levensader voor restauraties

Bijna tweederde ondernemers bezorgd over zero-emissiezones