Is de ondergrond voldoende gereinigd en het juiste verfsysteem gekozen, dan komt het aan op aanbrengen. Over metaalschilders heersen nogal vooroordelen, bijvoorbeeld dat ze nogal grof kwasten, heel anders dan lakschilders. Maar er komt verrassend veel kennis en kunde bij kijken.
Ten eerste speelt bij metaalconserveren het conditioneren van de omstandigheden. Metalen objecten bevinden zich vaak buiten, zoals bruggen, masten en torens. En metaal geleidt warmte aanzienlijk sneller dan hout of steen. Dat betekent dat er weinig te sjoemelen valt met de voorgeschreven applicatietemperatuur en luchtvochtigheid, in tegenstelling tot menige lakverf, die meestal robuust genoeg is om onder wat ongunstiger weersomstandigheden aan te brengen. Dat betekent dat de metaalschilder eerder een tent of overkapping zal bouwen rond zijn te schilderen object en die tent ook eerder zal gaan verwarmen. Het betekent ook dat in de metaalconservering vaker en op meer punten gemeten wordt. Omgevingstemperatuur, temperatuur van het object en luchtvochtigheid.
En dan is er de kwestie van het mengen. Heel veel metaalconserveringsproducten zijn twee-componentproducten. De coating moet op het project zelf gemengd worden met de verharder, die reageert dan in het mengvat met de verf tot de complete coating. Die coating heeft een beperkte potlife en moet dus binnen die tijd helemaal opgeschilderd worden. Het vervelende is: de mengverhoudingen zijn bij bijna geen enkel 2k-product gelijk. Als er iets fout gaat in de metaalconservering is dit een veelgemaakte. Fabrikanten doen er veel aan om de schilder ertoe aan te zetten de juiste verhoudingen te gebruiken. Er worden andere verpakkingshoeveelheden aangeleverd, er zijn maatbekers, peilstokken en andere hulpmiddelen. En toch gaat het vaak fout. Dan giet de man op de werkvloer de twee componenten ‘op het oog’ of ‘op zijn gevoel’ bij elkaar. Dat is funest voor de coating; het kan de chemische reactie van de twee componenten zelf frustreren, het kan ook zorgen voor een veel te snelle droging of een veel te slechte hechting van de verflaag.
Het is dus zaak voor de mensen op de werkvloer om het goed te doen en elke keer als ze een verf gaan mengen weer te checken wat de juiste verhoudingen zijn. Misschien kunnen we dit op grotere projecten niet van de schilders zelf verwachten, maar dan toch zeker van de voorlieden. Zij moeten het dan weer aan de schilders overbrengen. Ofwel het mengen van de componenten in eigen hand houden ofwel heel duidelijke instructies geven. En als de fabrikant geen hulpmiddelen heeft meegegeven, zijn er altijd ook eigen trucs om uit te halen. Zoals een stok nemen en daar twee strepen op zetten. Component 1 moet tot aan streep 1 worden ingegoten, component 2 tot streep 2.
Na het mengen van de componenten is het nog geen kwestie van ‘schilderen maar’, want we hebben met reactietijd te maken. De componenten moeten de tijd hebben om met elkaar te reageren. Daar wordt wel eens te licht over gedacht. Niet zelden gaat het om een half uur of drie kwartier waarin de verf nog niet kan worden verwerkt. Ga je in de tussentijd wel aan de slag, dan werk je met een product dat nog aan het reageren is, dat komt de hechting en de andere kwaliteiten van de verf niet ten goede.
En dan het appliceren zelf. Inderdaad gaat het bij metaalconserveren vaak niet om esthetiek. Bij het beschermen van metaal tegen corrosie gaat het altijd in de eerste plaats om laagdikte, zoals ook al in het vorige deel van deze serie artikelen is aangegeven. En dat neemt speciale vaardigheden met zich mee. Metaalverf is over het algemeen een stuk lobbiger dan doorsnee verf. Hij kan dus heel dik worden opgezet en over kleinere oppervlakken uitgeschilderd. Het betekent ook dat vaak de gewone airless verfspuit en de gebruikelijke nozzlegrootte niet geschikt is voor het product. De verf komt dan sputterend naar buiten of zorgt voor verstoppingen. Er zal een krachtiger spuitapparaat aan te pas moeten komen om de verf goed te kunnen verwerken. Uiteraard moet de gebruikte apparatuur na afloop terdege gereinigd worden.
Overigens bevatten veel metaalverven nog relatief veel oplosmiddelen. Soms zitten ze net tegen de wettelijke grens aan die ook voor lakverven geldt. In sommige gevallen mogen metaalverven daar ook overheen, ze vallen onder een uitzonderingsbepaling in de Europese regelgeving. Zorg in dat geval dus voor voldoende ventilatie en, zeker als dat niet gerealiseerd kan worden, voor adembescherming, dat zullen al snel gelaatsmaskers met koolstoffilters zijn.
Een metaalschilder zal ook altijd een laagdiktemeter op zak hebben die hij regelmatig gebruikt om de natte laagdikte te meten. Zeker bij spuitapplicatie is dat een belangrijk hulpmiddel. Het lijkt zo gemakkelijk: gewoon een laag lobbige coating aanbrengen. Maar bij het soort grote en gecompliceerde producten waarmee in de metaalconservering gewerkt wordt, is het een hele tour om op de scherpe kanten, in hoekjes, achter uitsteeksels steeds een egaal spuitbeeld te laten zien en voldoende dikte aan te brengen. Als het even kan zal de spuiter in de metaalconservering de verf steeds in een kruislingse beweging aanbrengen om zeker te zijn van goede dekking.
In de scheepsconservering en het behandelen van grote metalen objecten met een meerlaags systeem wordt om dezelfde reden de verf vaak in verschillende kleuren gebruikt. Zo ziet de schilder precies waar de onderliggende laag nog niet door de daaropvolgende laag bedekt is.
Metaal, wat valt er te leren? (3)
Dit is de derde en laatst aflevering van een serie artikelen over metaalconserveren, in samenwerking met Serviel Smolders jr, van Smolders SSO te Made. Uitgangspunt is dat schilders- / onderhoudsbedrijven in de ‘gewone’ praktijk metalen ondergronden tegenkomen maar ook dat menig schildersbedrijf wel eens een grotere metaalconserveringsklus krijgt aangeboden. Welke voorschriften, werkwijzen, materieel en materialen zijn hier gebruikelijk? Wat zijn de valkuilen, wat kan van uitdagingen tot problemen leiden?
Opmerking: in de vorige aflevering schreven we: ‘Worden de leidingen nóg heter, dan bestaat er eigenlijk maar één soort verf, de door het bedrijf HighTemp (…) vervaardigde (…) coating’ Dit blijkt niet helemaal waar. Sinds kort levert ook het Nederlandse Zandleven Coatings zo’n verf, zie ‘De Specialist’ op pagina 15van dit nummer. Ook Jotun en anderen ontwikkelen of hebben vergelijkbare verven.
Foto:
Metaalconserveren gaat om het aanbrengen van voldoende laagdikte, overal. Het is dus een precies werk
Foto: Serviel Smolders jr.