Zwolle – Omdat er grote behoefte is aan gespecialiseerde restauratieschilders, biedt vakschool Cibap een speciaal hierop toegesneden Mastercourse. Praktijkgericht, verdiepend, voor professionele schilders. Wat leren zij tijdens deze opleiding in Zwolle? Coördinator Jurjen Schotanus en teammanager ontwerp en vakmanschap Jan Erik Fokke leggen het uit.
De eerste module is houtimitatie, maar dat heeft elke schilder toch al wel geleerd?
Schotanus: ‘Naast mijn organisatorische betrokkenheid, doe ik mee als cursist. En ik moet eerlijk zeggen dat ik het wel een beetje had onderschat. Hoewel ik goed kan schilderen, blijkt de imitatie an sich superlastig te zijn. Het is een kwestie van omdenken. In je schets breng je patronen aan met een potlood, maar in de praktijk doe je precies het omgekeerde: je gumt delen van de verf uit en op die manier creëer je de imitatie. Ik moest echt een slag in denken maken. Dat heeft me wel een les gekost. We hebben dan ook een kritische docent, Jaap Wieringa.’
Hij staat bekend als ‘De Baron’.
Fokke, grijnzend: ‘Ja, zo wordt hij genoemd. Hij heeft net zo’n snor als de baron in Bassie & Adriaan. Maar zonder gekheid: Jaap is een absolute meesterschilder, komt uit een schildersfamilie en werkt bij schildersbedrijf Klaverblad in Groningen. Als iemand zich een vakman mag noemen, is hij het. En ja, hij is streng.’
Voor wie is de Mastercourse restauratie?
Fokke: ‘Voor alle schilders die zich verder willen bekwamen in restauratieve technieken en de achtergronden daarvan. De cursus biedt een upgrade van je vakkennis en vaardigheden. Op die manier creëer je onderscheidend vermogen.’
Is daar wel belangstelling voor?
Schotanus: ‘Zeker. De cursus bestaat uit zes modules die plaats bieden aan maximaal tien deelnemers. We zijn met negen mensen begonnen; zeven mannen, twee vrouwen. Komen er meer aanmeldingen, dan starten we met een nieuwe groep. De Mastercourse duurt drie jaar en per jaar komen twee modules aan bod: één in het voorjaar en één in het najaar. We zijn dus begonnen met houtimitatie en in oktober volgt marmerimitatie. Daarna komen nog sjabloneren, heraldiek, het aanbrengen van bladmetaal en kleurhistorisch onderzoek en rapporteren aan bod. Elke module bestaat uit acht lessen en speelt zoveel mogelijk in op de voorkennis van de deelnemers. In week 9 presenteren zij hun eindwerkstuk.’
Dat is een flinke investering in jezelf.
Schotanus: ‘Maar dan heb je ook wat, namelijk een mbo-diploma ‘specialist schilder’ op niveau 4, terwijl in de praktijk veel mensen met niveau 2 en 3 werken. Maak je niet het volledige traject af, dan krijg je deelcertificaten per module.’
Klinkt goed, maar zitten schildersbedrijven hier ook op te wachten?
Fokke: ‘Ja, restauratieve technieken worden steeds belangrijker. Nederland heeft enorm veel cultureel erfgoed. Willen we dat bewaken, dan hebben we vakmensen nodig. En daar is een schreeuwend tekort aan.’ Schotanus: ‘Nederland heeft, schat ik, zo’n 25 schildersbedrijven die voldoen aan de eisen van de stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg, kortweg ERM. Beschik je niet over die certificering, dan kom je niet in aanmerking voor monumentale topprojecten.’
Fokke: ‘Mooi voorbeeld is de Papegaaienbuurt in Drachten, zo genoemd vanwege de primaire kleuren van het houtwerk, een ontwerp uit 1921 van architect Theo van Doesburg. Eén woonblok is onlangs opgeknapt en daarbij was Bert Jonker betrokken. Hij geeft les als kleurhistoricus. Je kunt natuurlijk niet zomaar elke tint geel of blauw gebruiken bij zo’n opdracht. Er moet grondig kleurhistorisch onderzoek – mét rapportage – aan vooraf gaan.’ Schotanus: ‘Het zijn dit soort projecten die je als bedrijf wilt blijven doen. Daarom is het belangrijk dat je bij een audit voor de benodigde certificering je beste medewerkers naar voren kunt schuiven. Bovendien schrijft ERM voor dat je je mensen bijschoolt.’ Fokke: ‘Als Cibap springen wij daar graag op in omdat we zowel specialist zijn in dit vakgebied als in het onderwijs.’
Jullie zijn niet de enige.
Fokke: ‘Ik weet dat op Nimeto Utrecht, een partner van ons, soortgelijke cursussen worden aangeboden. Op zaterdagen, terwijl wij bewust kiezen voor de maandagavond. Zodat je na je werk direct naar de les kan.’
Op een lege maag is het slecht leren…
Schotanus: ‘Daarom beginnen we met een goede maaltijd om 17.00 uur. Om 17.30 uur starten we met de cursus, om 21.00 uur is het afgelopen.’
Zit de Mastercourse het reeds bestaande excellentieprogramma van het Cibap niet in de weg?
Schotanus: ‘Nee. Het excellentieprogramma is een verdiepingsslag voor onze studenten, met name op theoretisch vlak, om een betere brug te slaan naar het hbo. De Mastercourse is voor mensen in het werkveld én puur praktijkgericht, hoewel er wel een klein beetje theorie bij komt kijken. Cursisten vergroten met een mbo niveau 4-diploma hun perspectief op de arbeidsmarkt.’