Ga naar hoofdinhoud

Bisdom volgt verfadvies voor Bisschoppelijk Paleis


Schildersbedrijf Van Erp uit Sint Michielsgestel is vooral gericht op particuliere opdrachtgevers. Maar ook voor het onderhoud aan het 250 jaar oude Bisschoppelijk Paleis in ’s-Hertogenbosch hanteert directeur-eigenaar Wout van Erp dezelfde uitgangspunten: ‘Kwaliteit, transparante afspraken en zelf meewerken.’

 

 

Van Erp had al vaker werk voor opdrachtgever het Bisdom van ’s-Hertogenbosch uitgevoerd. Reden waarom hij in beeld kwam voor het onderhoud aan de voorgevel van rijksmonument het Bisschoppelijk Paleis in het centrum van ‘s-Hertogenbosch.

 

Aanleiding voor het onderhoud was enerzijds de verslechterde onderhoudsstaat en anderzijds een beschikbare Sim-subsidie (subsidieregeling instandhouding monumenten). De eerste opname voor dit onderhoudsproject stamt al uit 2015, gedaan door Van Erp en Gerard Vink, directeur van verfgroothandel/-fabrikant Vink Verf. Van Erp: ‘Belangrijke conclusie was dat het aandeel houtrot reuze meeviel, hoewel een definitieve en precieze inventarisatie pas mogelijk was toen er steigers waren geplaatst.’

 

Voor de aansturing is bouwadviseur Rick Jonkers verantwoordelijk van de eigen afdeling Bouwzaken van het Bisdom van ’s-Hertogenbosch. Hij was het die met de kostenraming voor het onderhoud aan het monumentale pand bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed aanklopte: schilderonderhoud, onderhoud aan het houtsierwerk, maar ook voor vervanging van de dakgoten en klein herstel aan de gevel. Voor Jonkers was het kostentechnisch zaak om het onderhoud aan de gevel zoveel als mogelijk te combineren. Jonkers: ‘Binnen een afgebakende periode waarbij iedereen van dezelfde steigers gebruik kan maken. Zo kun je de subsidie, die een zesjaarlijkse cyclus kent, zo efficiënt mogelijk benutten. Het is niet voor niets een “instandhoudingssubsidie”. ’

 

Van Erp geeft opdracht voor het plaatsen van de steiger aan Son Steigerbouw uit Schijndel: ‘Dit heeft verreweg de voorkeur boven het werken vanuit een hoogwerker. Je werkt met verschillende disciplines op verschillende tijdstippen. Een steiger waarvan ook de werkplateaus qua hoogte tussentijds zijn aan te passen, want de loodgieters werken op een andere hoogte dan onze schilders. Dit nog los van het gegeven dat je vrijer kunt werken vanaf een steiger dan vanuit een bak van een hoogwerker; die zit eigenlijk altijd in de weg. Op een steiger werk je ook minder gehaast. Je loopt het werk ’s avonds altijd nog even na. Dat doe je met een hoogwerker veel minder.’

 

Voor de afstemming van de verschillende werkzaamheden werken de disciplines in een soort van bouwteam. Jonkers: ‘Het vertrouwen is er om de opname en het verfadvies te volgen zoals dat door van Erp en Vink is neergelegd.’ Van Erp: ‘Je bespreekt verschillende scenario’s: in fasen of in één uitvoering. Door de subsidiemogelijkheid werd dat dus één project. Reden voor mij als klein 3e generatie familiebedrijf om daar mijn bedrijfsvoering op aan te passen, in dit geval door op te schalen en kwalitatief goede partners uit mijn netwerk te contacten. Want je wil dezelfde kwaliteit leveren die we ook in de particuliere markt leveren, kortom, leveren wat je belooft. Dat is onze no-nonsensaanpak.’

 

Van Erp kiest voor dit project voor een verfsysteem van Nelf: ‘Soms eist een opdrachtgever een bepaald merk en daar heb je je aan te houden. Zelf ben ik gecharmeerd van Nelf en van Sikkens. Vink Verf adviseerde me voor Nelf te kiezen, omdat ze de lakken hebben die bij dit project passen.’

Tijdens de uitvoering is Jonkers vaak ter plaatse om het werk te volgen: ‘Om de boel aan te scherpen is ook de Rijksdienst en de gemeentelijke afdeling Cultureel Erfgoed op bezoek geweest om de werkzaamheden technisch, maar ook historisch te volgen en te beoordelen.’

 

Historisch gezien krijgt het schilderwerk een meer fris, licht en helder aangezicht, een initiatief van het Bisdom van ‘s-Hertogenboschkeuze van bisschop De Korte zelf, goedgekeurd door de gemeentelijke Erfgoedafdeling die er ook op toeziet of de nieuwe kleurstelling in de omgeving past. Jonker: ‘Uit kleurhistorisch onderzoek door de gemeente was niet meer exact na te gaan hoe het ooit was. Het grijs heeft een flink aantal jaren als kleur gediend, maar is niet de oorspronkelijke kleurstelling. Het nieuwe wit is Kalkwit GO 05.085 geworden; het geel is Engels Oker F2.15.65.

 

Ook een aangetast liggend houtdeel wordt nu vervangen door accoya in plaats van oregon pine, simpelweg omwille van een duurzaam betere bescherming. ‘Het heeft duurzaamheidsklasse 1, goedgekeurd door de Rijksdienst van het Culturele Erfgoed. Overigens is het bewonderenswaardig hoe goed het grenenhout zich in 250 jaar heeft gehouden. En aangezien niet altijd is te voorzien waar zich houtrot bevindt, is hiervoor een stelpost in de begroting opgenomen’, aldus Jonkers.

 

Omdat verfmerk Nelf recentelijk met een aantal vernieuwingen op de markt kwam is het advies uit 2015 aangepast. Vink: ‘Waar nodig is het hout kaal gemaakt en voorzien van een vullende grondverf, de Nelfapré Xtreme Zuso BB. Dat is een hoogvullende grondverf, erg goed voor het dichtzetten van windscheuren. Daardoor hoef je niet, of in ieder geval minder te plamuren. Daaroverheen een gewone grondverf, de Nelfapré Xtreme Grondlak, om daarna het geheel af te werken met de Nelfalite Titan SB, een hoogglanzende gesiliconiseerde aflak. Bovendien is het elastisch, niet onbelangrijk voor een altijd werkende houten ondergrond.’ Van Erp: ‘De zwaar belaste liggende delen voor alle zekerheid met een tweede laag.’

Van Erp startte begin mei met de werkzaamheden en hoopt voor de Bouwvak, half juli, klaar te zijn.

 

Bij de foto:

De sierlijst was grijs, nu veel lichter. ‘Finishing touch’ is het vergulde jaartal, aangebracht door decoratieschilder Martijn Ackermans

Foto: HvG

 


PPG verlengt Colorful Communities tot en met 2035

Oostveen overgenomen door Hoogstraten Haarzuilens

Geen versoepeling regels voor Oekraïense zzp’ers

Soudal slaat vleugels uit naar Japan

Muurschildering Studio Giftig wereldwijde topper