Binnenkort lopen er nieuwe inspecteurs rond over de bouw. In dienst van commerciële inspectiebureaus. Gecertificeerde ‘kwaliteitsborgers’ die de bouwkwaliteit in de gaten moeten houden. Onder andere vanwege de veiligheid. Bijvoorbeeld de brandveiligheid. Rond brandwerende coatings wordt hard gewerkt aan een ‘checklist’ voor de inspecteurs.
‘Die checklist, dat moet het eerste product van onze kennisgroep worden’, legt Carolien Nieuwland uit. Zij werkt bij Rijkswaterstaat als adviseur bij het Steunpunt Conserveringskennis en is al jaren betrokken bij projecten rond staalconservering. Ook is zij voorzitter van OGOS, het Opdrachtgevers Overleg Staalconservering, waarin acht grote opdrachtgevers op dit gebied zich verenigd hebben om de staalconservering in Nederland verder te professionaliseren. Ze is sinds de zomer voorzitter van de nieuwe kennisgroep Brandwerende Coatings. ‘Brandwerende coatings zijn maar een heel klein deel van alle aspecten waar een inspecteur op moet letten als hij de kwaliteit van een compleet nieuw gebouw of een renovatie moet beoordelen’, zegt ze. ‘Juist daarom is het belangrijk dat er een duidelijke opsomming van de punten komt waarop wat dit betreft gelet moet worden.’
Brandwerende coatings beschermen stalen balken en kolommen tegen te snelle verhitting bij een brand. Door op te schuimen leggen ze bij brand een isolatielaag op het behandelde oppervlak en houden gedurende bepaalde tijd, 30, 60, 90 of 120 minuten, al naar gelang het brandvoorschrift, de balken koel genoeg om hun sterkte te behouden. ‘Staal dat te sterk verhit wordt gaat vervormen en verliest zijn dragend vermogen. Als het een dragende constructie is, stort een gebouw op dat moment in,’ legt Nieuwland uit. ‘De brandweer beoordeelt het ontwerp en de constructietekeningen van een gebouw. Soms hoeven dragende stalen delen helemaal niet behandeld te worden. Soms volstaat een coating niet en moeten ze met andere middelen beschermd worden, zoals met brandwerend plaatmateriaal. Maar soms is de toepassing van coatings de beste oplossing.’
Het toezicht op de juiste keuze voor een applicatie van die coating is nu min of meer toebedeeld aan de gemeenten. Die dienen toe te zien dat er volgens de vergunning en volgens het Bouwbesluit gebouwd wordt. Maar dat gaat veranderen. Door de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen, die door minister Blok is opgesteld, aangekondigd in 2013, en inmiddels al ver in het politieke besluitproces onderweg is. Invoering wordt in 2017 verwacht, maar het werpt zijn schaduw ver vooruit. ‘De wet komt er op neer dat bij bouw- en renovatiewerken van enige omvang private controleurs de kwaliteitsborging gaan inspecteren’, legt Nieuwland uit. ‘Het idee is dat de gemeenten niet meer over de expertise beschikken om de steeds complexer wordende bouw goed te controleren. Ook consumenten moeten er beter van op aan kunnen dat de gebouwen die ze laten realiseren aan hun eisen voldoen, onder andere bijvoorbeeld op het gebied van energieverbruik en comfort. In de praktijk zal het gaan betekenen dat er gecertificeerde inspectiebureaus komen die regelmatig op de bouw komen en controleren of alles volgens de regels gebeurt. Als eerste zal men op de constructieve veiligheid letten, en de luchtdichtheid en het energieverbruik zijn ook een belangrijk punt. Maar daarnaast ook de brandveiligheid.’
Gelukkig hoeft de Kennisgroep niet alle kennis over brandwerende coatings zelf op te graven. Nieuwland: ‘De Europese verffabrikantenvereniging CEPE en de industriële verfspuitbedrijven, verenigd in de EAIPC en de Europese vereniging voor passieve brandbeveiliging EAPFP, hebben al een Europese richtlijn voor het appliceren van brandwerende coatings opgesteld. Dan gaat het over de laagdiktes (bij dit soort coatings praten we niet over mu’s maar over enkele millimeters), maar ook over de condities waaronder de coatings moeten worden aangebracht en de hardingstijden en droogtijden waarmee moet worden rekening gehouden. Zo zijn er meer bestaande normen. Zoals verschillende klassen van coatingssoorten, naar mate van bescherming. Of regels over welke coating bij welk staalprofiel hoort. De taak van de kennisgroep is vooral om al die kennis bij elkaar te brengen en op elkaar af te stemmen en dan samen te vatten in de checklist. In de kennisgroep zijn alle organisaties die zich met protective en industriële coatings bezighouden verenigd. Half 2016 moet de checklist klaar zijn. Een inspecteur zou er idealiter niet lang mee bezig hoeven zijn. Hij of zij kan gewoon nalopen: is er bij de constructie rekening gehouden met de brandveiligheid; zijn er brandveiligheidsberekeningen uitgevoerd; is de juiste coating aangebracht op de juiste plaats; is de laagdikte goed? Is dat allemaal goed dan is dit aspect voldoende gekeurd.’
Is er dan een vraag of een onduidelijkheid over één zo’n aspect, dan levert de kennisgroep de onderliggende documenten, normen en methodieken. ‘Laagdiktes dienen bijvoorbeeld met elektromagnetische inductie gemeten te worden, hebben we afgesproken. Over alle aspecten is nagedacht en dat is na te slaan.’ Nieuwland: ‘De checklist is de eerste stap. De nieuwe kwaliteitsborginspecteurs moeten een instrument hebben om mee te kunnen beoordelen. We willen de complete documentatie openbaar maken, voor iedereen toegankelijk. Op die manier kan het ook dienen voor iedereen die zich met dit aspect van staalconservering wil bezighouden om zich te documenteren. Zo brengen we het aanbrengen van brandwerende coatings op een professioneler niveau.’
Foto: Carolien Nieuwland, (in het kantoor van Rijkswaterstaat): ‘Nieuwe bouwinspecteurs ondersteunen’
Foto: JMS