Ga naar hoofdinhoud

De wereld van verftechnologen


We horen eigenlijk te weinig van de verftechnici, vindt Pieter Geurink, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Verf technici (NVVT). Tijdens drukbezochte bijeenkomsten bespreken de laboratoriummensen de nieuwste ontwikkelingen. Op een heel ander niveau dan waarop de managers van de fabrieken met elkaar spreken, laat staan de schilders.

Innovatiedag VVVF

Voor SchildersVakkrant was de Innovatiedag van de VVVF, vorige maand in Eindhoven, wel een soort van eye-opener: er werden complete polymerisaties getoond, onderzoekers legden uit wat ze aan het uitvinden waren en welke technische uitdagingen ze daar bij tegenkomen. Managers en marketeers van verffabrikanten, degenen die het meeste in de branche te horen zijn, spreken zelden tot op moleculair niveau over verf. Het lijkt dan ook altijd net of er veel te verbergen valt als het over verfformules gaat. Volgens Pieter Geurink, in het dagelijks leven manager van de R&D Service Unit van Akzo Nobel, is dat maar ten dele waar: ‘Er is maar een beperkt aantal bindmidelleveranciers en een beperkt aantal leveranciers van toevoegingen op de markt. Voor hen is het van belang hun innovaties bekend te maken. Daarin zijn dus alle verftechnici meestal wel zeer geïnteresseerd. En het is mogelijk om als je het echt wilt weten, de verf van een concurrent helemaal te analyseren of dat te laten doen, dan weet je hoe zo’n verf in elkaar zit. Daarom spreken we als technici vrij ontspannen met elkaar over verfformuleringen. Je voelt zelf wel aan wat je beter voor je kunt houden. Bijvoorbeeld als je bezig bent met de ontwikkeling van écht iets compleet nieuws, zeker als het met patenten te maken heeft of iets anders exclusiefs. En ook zul je op onze bijeenkomsten nooit een complete formule van een bestaande commerciële verf zien. Dat is toch het ‘peper en zout’ van elke verffabrikant. Overigens heeft dat vaak minder met echte geheimen te maken als wel met bepaalde gewoonten. Elke fabrikant heeft zo’n beetje een bepaalde stijl van verf maken, het is meer een voorkeur dan dat het ene beter is dan het andere. En soms is het nóg platvloerser: gaat het gewoon om de grondstoffen die voorradig zijn. Dan schrijft een modelformulering van de grondstofleverancier een bepaald additief voor, maar gebruikt de laborant een ander additief, gewoon omdat daar nog veel van op voorraad is, of omdat met die leverancier de beste afspraken zijn gemaakt.’

 

Behoefte aan bekendheid onder verftechnici

Het aantal verflaboranten die in dat beroep actief zijn in Nederland kun je met een natte vinger schatten op zo’n 1000 personen. Dan scoort de NVVT met zijn 220 leden bepaald niet slecht. Ook de opkomst op de ongeveer 5 bijeenkomsten die de vereniging jaarlijks organiseert geeft aan dat er leven in de brouwerij is: zo’n 50 à 90 personen per keer. Toch zou Geurink wel meer bekendheid voor zijn vereniging willen. ‘Wij doen dat gewoon niet erg goed’, vindt hij zelf. ‘Het is ook allemaal maar vrijwilligerswerk, natuurlijk. Maar bij die innovatiebijeenkomst van de VVVF, bijvoorbeeld, hebben wij als NVVT een belangrijke bijdrage geleverd: voorstellen gedaan voor hoe we het zouden aanpakken, wie we zouden benaderen voor een voordracht, de voorselectie gedaan op basis van inzendingen, de sprekers begeleid… We zien dat er bij de VVVF een toenemende interesse is om te spreken over zaken als duurzaamheid van verfsystemen, nanotechnologie, toxiciteit van producten, innovaties… allemaal zaken waar verftechnici nu juist veel verstand van hebben. Anderzijds is er veel kennis op het gebied van wetgeving (bij de VVVF) en op gebied van applicatie, dus bij de schilder, waar wij als technici weer veel van zouden kunnen leren.’

 

Studiedagen

De studiedagen zijn voor de deelnemers gratis, maar staan open voor iedereen die geïnteresseerd is in verftechniek. Bijdragen van sprekers zijn vaak nadien te bekijken op de website van de vereniging: www.nvvt-nederland.nl. Maar SchildersVakkrant vermoedt dat niet veel schilders zullen afreizen naar een lezing over bijvoorbeeld ‘Improved polyester coating resins from carbohydrate derived, biobased building blocks’, zoals op 28 mei te beluisteren was. Geurink: ‘Zeker waar. Aan de andere kant hebben we ook een keer een hele studiemiddag besteed aan uv-droging en -uitharding van coatings. Daar hebben we ook een applicateur bij uitgenodigd. Dat was heel interessant.’

 

Innovatiestimulering

Zeker nu de verfindustrie graag wil meeliften in het innovatiestimuleringsprogramma van de overheid, als onderdeel van de topsector chemie, lijkt uitwisseling van wezensbelang. Geurink: ‘We zijn allemaal op zoek naar dezelfde zaken: verbeterde duurzaamheid, hernieuwbare grondstoffen, minder toxiciteit, en naar uitbreiding van functionele eigenschappen zoals klimaatbeheersing of het zelfhelend vermogen van verf. Universiteiten, instellingen, fabrikanten in binnen- en buitenland houden zich met die ontwikkelingen bezig op een fundamenteel niveau. Verf is een bijzonder product. Bedenk dat autolakken tegenwoordig watergedragen zijn. In mijn jeugd roestten de auto’s weg waar je bij stond, nu is de levensduur van een auto makkelijk 15 jaar, en dan nog zal het aan de coating niet liggen. Het is jammer dat verf zo’n gebruiksproduct geworden is, terwijl er in de afgelopen 25 jaar zo ontzettend veel ontwikkeling is geweest. Het product zou wel eens wat meer waardering mogen krijgen.’

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.


Minister Keijzer op BouwBeurs: ‘Meer, sneller en beter bouwen’

De Bouwpraktijk opent vestiging in Barendrecht

Puts nieuwe topman van OTTO Work Force

Verfproducent CIN neemt Hempel Industrial in Kampen over

Bijna tweederde ondernemers bezorgd over zero-emissiezones


Naar archief >