Ga naar hoofdinhoud

‘Een monument kan juist goed in RGS’


‘Nationaal Centrum Erfgoedopleidingen’ klinkt alsof het al een tijd bestaat, maar het is een jonge stichting die overheidsgeld verdeelt voor de ontwikkeling van missende schakels in het restauratieonderwijs. Het gaat om opleidingen voor ambachten die dreigen te verdwijnen. Nu hoort daar het schildersvak – gelukkig – nog lang niet bij, maar wel de kennis en kunde onder schilders om monumenten te restaureren en in stand te houden. Mirjam ten Hove ontwikkelt nu een opleiding.

Je kunt in Utrecht, Zwolle en Boxtel toch al leren voor restauratie- en decoratieschilder?
‘Zeker en dat doen ook best grote groepen jongeren. Maar je ziet dat die vooral decoratieschildertechnieken leren en vaak niet geïnteresseerd zijn om als schilder aan de slag te gaan. Restauratieschilderen en decoratieschilderen staan samen in hetzelfde Kwalificatiedossier. Daar kun je je vraagtekens bij zetten. Als je aan restauratie denkt, moet je het zo zien: er is een heel kleine top. Dan heb je het over universitair geschoolde specialisten, eventueel samen een aantal extreem gespecialiseerde vaklui. Die herstellen historische interieurs, wandschilderingen, dat soort zaken. Dan heb je een groter gebied waar het vooral om het herstellen of nieuw aanbrengen van sierschilderwerk gaat. En tenslotte heb je een groot gebied waar het om het restaureren en onderhouden van waardevolle oude panden gaat. Waar het ons om gaat is de kennis en vaardigheden in dat laatste gebied, over “gewoon” schilderwerk te vergroten. Zodat de schilder weet wat hij moet doen als hij een monument onder handen krijgt. Dan is het mooi als hij ook kan marmeren en vergulden, maar het gaat om iets anders.’

Om wat dan? Een goede schilder kan toch wel een oud pand schilderen?
‘Ik geef toe dat het verschil tussen een vakmanschilder en een erfgoedschilder niet heel groot is. Een erfgoedschilder is eigenlijk een vakbekwame schilder die zich verder in zijn vak heeft doorontwikkeld. Iemand die nieuwsgierig is, met gevoel voor historie. Historisch schilderwerk vraagt om een wezenlijk andere benadering, het gaat om de mate van ingrijpen. Elke ingreep is immers in meer of mindere mate een aantasting van de cultuurhistorische waarden. Bij “gewoon” renovatieschilderwerk zal de schilder bijvoorbeeld van oude kozijnen grote delen kaalhalen, strak trekken en er een nieuw verfsysteem op zetten, terwijl een erfgoedschilder eerder zal besluiten dat hij nog delen van de historische verflaag kan laten zitten en dat je juist gebruikssporen moet blijven zien. Een erfgoedschilder zal ook beter letten op historische bouwsporen: als in een muur een raam gezeten heeft dat is dichtgemetseld, dan is er een keuze om die muur zodanig te schilderen dat je daar niets meer van ziet ofwel juist zo dat je toch nog de contouren blijft zien. Een erfgoedschilder heeft ook kennis van de restauratieladder: als onderhoud niet meer voldoende is, wordt er gerepareerd. Pas als niet meer kan worden gerepareerd worden onderdelen vernieuwd.’

Een erfgoedschilder doet aan pappen en nathouden: vaak terugkomen en weer bijplekken.
‘Helemaal niet. Juist monumenten lenen zich voor Resultaatgericht Samenwerken. Je kunt uitstekend plannen hoe het pand er over dertig jaar bijstaat en wat voor handelingen daarvoor, ook in de tijd, nodig zijn. Dat komt structureel ook in deze opleiding terug. Je moet rekenen: een monument staat er al honderd jaar of nog veel langer. Met voldoende kennis van ondergronden en materialen is het daarom juist eigenlijk eenvoudiger om te voorspellen hoe het gebouw zich in de komende tijd gaat gedragen. Het idee dat RGS alleen iets is voor naoorlogse corporatiewoningen en dat monumenten daar buiten vallen is daarom principieel onjuist.’

En dat zijn mensen met u eens?
‘Jazeker, er is een brede klankbordgroep, met mensen uit het onderwijs, van OnderhoudNL, van Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed , opdrachtgevers zoals Gelders Landschap en Kastelen en verder met Erkende restauratieschilderbedrijven. Die hebben grote behoefte aan een opleiding op mbo-niveau 4 over dit onderwerp. Schilders die kunnen werken met de Uitvoeringsrichtlijn Historisch Schilderwerk. Eigenlijk kunnen tegenwoordig schilders alleen een opleiding tot en met niveau 3 volgen en is er in die reguliere opleiding geen plek voor verdieping.’

Waarom bent u eigenlijk gevraagd om dit te doen?
‘Ik loop al heel wat jaren mee in de schilders-onderwijswereld. Ik heb zelf de schildersopleiding gedaan en de lerarenopleiding voor bouwkunde, ik heb ook een opleiding Bouwhistorie, Restauratie, Monumentenzorg gevolgd, ik ben directeur van een schildersbedrijf geweest, heb gewerkt bij een ingenieursbedrijf op het gebied van RGS. En ik ben betrokken geweest bij de opzet van verschillende opleidingen zoals de duale HBO-opleiding Technische bedrijfskunde voor vastgoedonderhoudsbedrijven en het Excellentieprogramma restauratieschilderen. Dus…’

Indrukwekkend. Het wordt een BBL-opleiding, hé? Werkend leren. Wat leer je dan?
‘Op de scholingsdagen zal het vooral veel praktische theorie zijn. Over onderhoud en restauratie van monumenten, over ondergronden, over restauratie-ethiek, over samenwerken en het maken van onderhoudsscenario’s. En dan is er praktisch huiswerk, maar dat kunnen de mensen op hun eigen bedrijven doen. We verwachten dat er onder de Erkend Restauratieschilders veel animo zal zijn om er hun personeel naartoe te sturen. Maar de opleiding is ook toegankelijk voor personeel van reguliere schildersbedrijven. De opleidingen die door het Nationaal Centrum Erfgoedopleidingen worden ontwikkeld komen in beheer bij het NCE. Het voordeel daarvan is dat die op de plank klaar liggen. Wanneer er dan een groep schilders is in, laten we zeggen, Maastricht of Den Helder, die de opleiding wil volgen, dan ligt het pakket gewoon voor ze klaar.’


Soudal slaat vleugels uit naar Japan

Muurschildering Studio Giftig wereldwijde topper

Daling aantal zzp’ers verder ingezet

Geen versoepeling regels voor Oekraïense zzp’ers

AGC investeert in nieuwe Fineo productielijn