Ga naar hoofdinhoud

‘Familiebedrijf is een werkwijze’


In de golf van overnames en investeringen in vastgoedonderhoudsbedrijven is de aangekondigde fusie tussen De Variabele (ook al product van een fusie) en Caspar de Haan een grote. Als de Autoriteit Consument & Markt het goedvindt, ontstaat een bedrijf van circa 700 personeelsleden. Aangestuurd door vier directeur-eigenaren die van plan zijn alles in onderlinge overeenstemming te besluiten. Joep Burghouts, één van die directeuren, weet uit ervaring dat zoiets kan.

De directeuren van de voorgenomen fusie (vlnr): Bob Jacobs, Joep Burghouts, Cas de Haan en Ludwig Smits

Gefeliciteerd. Je wilde niet alleen op de foto, maar alleen samen met je drie beoogde mededirecteuren. Daar zit vast een bedoeling achter.
‘Dankjewel. We staan samen op de foto omdat dit ook echt een gezamenlijk besluit is. En er is of komt ook niet één algemeen directeur. In de nieuwe situatie moet het nog bepaald worden, maar bij De Variabele doen we het zo dat Ludwig Smit, Bob Jacobs en ik samen het bestuur van de holding vormen en alleen besluiten nemen als we unaniem zijn. Qua werkverdeling heb je als directeur portefeuilles.’

Smits heeft zijn bedrijf ooit verworven door een management buy-out. Jij, Bob en Cas via opvolging. Cas is zelfs negende generatie. Doen jullie je familiebedrijven in de uitverkoop?
‘Ten eerste verkopen we niet, we blijven mede-eigenaar. Er komt een eigenaar bij, maar laat dat nu een participatiemaatschappij zijn die ook weer eigendom is van een familie (Via de holding SHV is NPM eigendom van de familie Fentener-Van Vlissingen, red.). Maar een wezenlijke vraag vind ik: “Wat is een familiebedrijf?”. Voor mij staat “familiebedrijf” veel meer voor een manier van werken: gaan voor continuïteit, voor een prettige werkomgeving voor de medewerkers. Dat betekent ook dat als je bij een beslissing moet kiezen tussen het bedrijfsbelang en het familiebelang dat het bedrijfsbelang voor gaat.’

Jullie fusie staat niet op zich, er zijn allerlei overnames gaande en nog veel meer vastgoedbedrijven worden regelmatig gebeld, weten wij. Wat is er aan de hand?
‘Er spelen een aantal elkaar versterkende factoren. De belangrijkste is wel: we moeten Nederland heel snel verduurzamen. Vóór 2050 de 2,4 miljoen corporatiewoningen, maar liever nog alle 7,2 miljoen woningen in ons land tegelijk. Dat gaan we met de huidige technieken en met het huidige aantal medewerkers niet redden. Er moeten innovaties komen die zowel fundamenteel zijn als breed inzetbaar. We hebben zelf verschillende dingen ontwikkeld. Zoals een complete badkamer voor supersnelle renovaties, optoppingen en aanbouwen. Dat wordt steeds technischer en data-driven. We werken samen met verschillende onderzoeksinstituten. Dan maakt echt uit hoe groot je bent. Daarnaast: héb je eenmaal zo’n renovatieconcept verzonnen, dan zou je zoiets ook los op de markt beschikbaar kunnen maken. Zodat anderen ermee aan de slag kunnen. Dat lijkt ons de minst aantrekkelijke optie, je wordt dan verkoper van je uitvinding. Terwijl wij doeners zijn, we willen zo’n product zelf inzetten op de best mogelijke manier, en er van leren. Dus wil je landelijke dekking.’

Toe maar, groei is een nadrukkelijke doelstelling. Maar het heeft vast ook met geld te maken.
‘Natuurlijk. Kapitaal is nodig en de kennis om dat kapitaal in te zetten voor een groeistrategie. En tegelijk komt er, door afschaffing van de verhuurdersheffing, reorganisaties en andere redenen aanmerkelijk meer geld vrij in de corporatiesector voor de energietransitie. Het feit dat investeerders de vastgoedonderhoudsmarkt ontdekken heeft er mee te maken met dat wij de afgelopen decennia hebben laten zien dat we hier goed in zijn: op innovatieve manieren en met oog voor de bewoners gebouwen ingrijpend voor de lange termijn renoveren. Dat komt door ons schilders-dna, waardoor we gewend zijn aan bestaande bouw en het omgaan met bewoners.’

Hoe kwamen jullie Casper de Haan eigenlijk tegen?
‘Via de investeerder. Zij voerden gesprekken in Eindhoven met Caspar de Haan en vergelijkbare gesprekken met ons in Nijmegen. Zelfde type bedrijven, zelfde ambities.’

Wat vinden de medewerkers er eigenlijk van?
‘We krijgen bij onze presentaties vooral veel begrip. Er verandert ook zo goed als niets: zelfde namen op de bus, zelfde bussen, zelfde werk. Het is bij ons al lang zo dat we verantwoordelijkheden heel laag in de organisatie gelegd hebben. Onze vaklieden werken heel zelfstandig. Het is onze taak om aan de achterkant alles zo in te regelen dat zij het prettigste kunnen werken. Bijvoorbeeld: iemand in Breda moet je laten aannemen door iemand met een Brabantse tongval. Het HR-systeem dat er achter zit, dat maak je voor iedereen gelijk. En onze ervaring is dat de vaklieden het werk volgen. Het maakt ze weinig uit wie hun salaris uitbetaald: ze willen kwalitatief goed werk leveren en bewoners gelukkig maken.’

Moeten schildersbedrijven die voor corporaties werken bang zijn voor jullie marktkracht?
‘Allereerst vind ik dat je als ondernemer altijd datgene moet doen waar jij je het best bij voelt. Is dat schilderen of het besturen van een schildersbedrijf, doe dan je best om daar je markt voor te vinden. Aan de andere kant: je moet wel open ogen hebben voor kansen die zich aandienen, wensen van je klanten. Wij merken die toegenomen vraag van onze klanten naar oplossingen voor hun transitie- en renovatievraagstukken. Als je, zoals wij, daar aan tegemoet wil komen, dan moet je ook de stappen nemen die daarnaar toe leiden.’

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.


PPG verlengt Colorful Communities tot en met 2035

Oostveen overgenomen door Hoogstraten Haarzuilens

Geen versoepeling regels voor Oekraïense zzp’ers

Soudal slaat vleugels uit naar Japan

Muurschildering Studio Giftig wereldwijde topper