Dat je Frits Prisse wel op pad kunt sturen om een goede naam te verzinnen, blijkt wel uit ‘Verfgoed’. Een samenvoeging van – u had het al geraden – verf en erfgoed. De vakman uit Brummen verdiende met dit bedrijf de laatste jaren zijn geld. Als onderhouds- en restauratieschilder, terwijl hij van origine kunstenaar is. ‘Maar ik studeerde af in een economisch rampjaar, 2011. Ik vond het niet makkelijk om in die periode mijn geld te verdienen met kunst.’
Inmiddels is hij, vooral vanwege fysieke malheur, gestopt met Verfgoed en gaat hij zich op een andere manier inzetten voor onder meer de schildersbranche. Maar eerst nog even over hoe het begon: ‘Ik werkte als kunstenaar anti-kraak in Zutphen in een oud schoolgebouw en verhuurde één verdieping onder aan een vakschilder uit de stad. Ik zag dat hij heel veel werk had en dacht: waarom zou ik zijn vak niet eens bestuderen?’
Niet alleen iets halen
Lang verhaal kort: Prisse verhuurt zich als zzp’er aan allerlei schildersbedrijven. ‘Een soort bbl-stage met een laag uurloon’, lacht de Brummenaar in de burcht die hij erfde van zijn moeder. ‘Ik rolde van het ene project in het andere.’ Krabben, schuren, lakken, vergulden, alles doet hij. ‘Vanaf 2015 had ik een volwaardige klantenkring, waarna Verfgoed rond 2018 ontstond.’ Voor de goede orde: ‘Ik wilde niet alleen iets halen, maar ook iets brengen. Ik kan me voorstellen dat je dat als goed opgeleide vakman ook helemaal niet leuk vindt: een kunstenaar die even een muurtje saust zodat hij weer wat centjes op zak heeft. Ik heb het onderhoudsvak meteen omarmd.’
Toch komt de klad erin. Ontstekingen aan zijn polsen na het afkrabben van luiken. ‘Ik kon mijn lichaam niet meer goed strekken en buigen, ik blokkeerde. De zenuwen in mijn rug bleken bekneld te zitten. Mijn beste vriend, bedrijfsarts bij een groot onderhoudsbedrijf, zei dat hij mannen van 45 behandelde die waren afgeschreven. Toen dacht ik: no fucking way, dat is het me niet waard.’
Leuke niche
Bovendien gaat hij het kunstenaarschap steeds meer missen. Onder de naam It’s a Frits combineert hij zijn artistieke inslag, ondernemerschap en de lessen die hij leerde als vakschilder. ‘Ik wil mijn vakkennis doorgeven, ben beschikbaar voor trainingen en advies. Wat ik ook een leuke niche vind: sierpleisters, stucwerk met sjablonen. Dat doet de vakschilder tegenwoordig. Alleen zie ik veel mensen die technisch heel goed zijn, maar niet begrijpen wat een goede compositie is. Dat zou ik ze graag leren met een paar korte instructies. Waardoor je resultaat net even mooier wordt, de klant net even blijer.’
It’s a Frits wil ook merken bouwen, namen verzinnen, producten lanceren. Wat dat laatste betreft kan hij een nieuwtje melden. ‘Een energydrink voor schilders, genaamd Peut. Een cultproduct. Een scheutje Peut erin en gas erop. Het moet wel een natuurlijk product zijn, geen chemische zooi, met een goede prijs-kwaliteitverhouding en als het even kan een milieuvriendelijke verpakking.’ Kunst en marketing, daar ligt zijn kracht, vindt Prisse. ‘Zo gauw je die twee dingen samenvoegt, gaan er spannende dingen ontstaan.’
Tommie Nijhoff
Kunst- en vakschilders kunnen van elkaar leren, doceert de Gelderlander. ‘Ga eens een stilleven schilderen. Daar word je een beter vakmens van.’ Tommie Nijhoff in Dordrecht is wat hem betreft een lichtend voorbeeld. ‘Zijn bedrijf doet heel veel decoratief schilderwerk. Daarmee zitten ze in het vaarwater van de kunstenaar, maar in de basis is er helemaal geen scheiding tussen beide werelden.’ Voor hemzelf geldt: ‘Ik wil laten zien dat je het schildersvak in je hart kunt houden en vanuit die positie heel mooie branches kunt bedienen. Door in essentie niet te vergeten wat het vuurtje brandend heeft gehouden.’
![](https://www.schildersvak.nl/wp-content/uploads/2023/02/Frits-2-1024x768.jpg)