Ga naar hoofdinhoud

Halsoverkop in ‘de rijmelarij’


Robert Stigter (46) ging op Twitter om het nieuws te volgen, maar het medium bracht hem op het pad van de poëzie. Met zijn bundel mag de schilder uit Heerhugowaard zich hoogstwaarschijnlijk de enige dichter met roller en kwast noemen. ‘Ik wilde wat positiefs brengen, je leest al zoveel narigheid.’

Vergeef me de stereotypes, maar een stoere vakman én een fijngevoelige dichter, dat moet toch een aantrekkelijke combi zijn voor vrouwen.
‘Haha, voor mijn eigen vrouw in elk geval wel. Groupies? Ja, dat gebeurt ook, vooral op sociale media, aangezien ik zelden de hort op ga om voor te dragen. Ik krijg dan persoonlijke berichten van – inderdaad – met name vrouwen.’

Hap je toe?
‘Nee, ik laat heel duidelijk merken dat ik getrouwd ben en niet zit te wachten op al die poespas. Zoals ik in mijn gedichten de diepgang zoek, houd ik het hier liever kort en zakelijk. Zeg iets als “lief, dankjewel, fijn dat je het mooi vindt” en ga weer door.’

Je draagt je dichtbundel op aan de muze in je leven. Wie is dit?
‘Mijn vrouw natuurlijk, Maaike. De bundel staat in het teken van mijn liefde voor haar en voor mijn drie kinderen. Maar ook voor liefde in het algemeen, als tegenwicht aan een steeds negatievere maatschappij. Ik wilde wat positiefs brengen, je leest al zoveel narigheid.’

Hoe verklaar je de titel: “In mijn dromen vertel ik jou alles dat ik overdag alleen durf te dromen”?
‘De langste titel die ik kon bedenken, haha. Wat ik ermee probeer te zeggen is dat mensen opener mogen zijn, wat meer mogen zeggen van wie ze houden. In je dromen doe je dat nu eenmaal makkelijker. Maar ook het uitspreken van je dromen zelf: dat schiet er door je dagelijkse bezigheden vaak bij in. Het leven neemt je vaak over, terwijl je misschien andere plannen had.’

Door gedichten te schrijven heb je zelf wél werk gemaakt van je dromen?
‘Vier jaar geleden ben ik met dichten begonnen. Ik had een account aangemaakt op Twitter om het nieuws te volgen, maar halsoverkop belandde ik in de rijmelarij. Ik zag iemand die gedichten deelde en ging die persoon volgen. Het triggerde me. Ik dacht: dat wil ik ook weleens proberen, kijken of ik kan verwoorden wat ik voel en denk, op zo’n manier dat anderen het ook mooi vinden. Ik aarzelde wel om dat te delen, wie zit er nou op mij te wachten? Mijn eerste gedicht, in het Engels, heeft heel lang als concept in mijn telefoon gehangen. Op een gegeven moment dacht ik “schijt aan” en heb ik het toch geplaatst. Ik kreeg snel leuke reacties, dus heel slecht kon het niet zijn.’

Waarom Engels?
‘In mijn tijd op het meao had ik altijd een boek bij me. In het Engels, omdat ik die taal nu eenmaal mooi vond. Ik had het niet zo naar mijn zin op school en vulde mijn tussenuren met lezen. Daar komt mijn woordenschat vandaan. Toen ik een jaar of achttien was, heb ik een tijdje in Griekenland gewoond. Ik nam een tussenjaar om uit te razen en werkte in cafés en als uitsmijter. Het avontuur zoeken. In die periode heb ik mijn Engels verder ontwikkeld.’

Toch kies je in je bundel voor Nederlands.
‘Ik was benieuwd of mijn gedichten in mijn eigen taal overeind blijven en ben ze gaan vertalen. Toen groeide mijn liefde voor het Nederlands, toch een mooie taal. Letterlijk vertalen heeft geen zin, dan blijft er niks over. Je moet er in het Nederlands je eigen draai aan geven. Dat is best een uitdaging. Sowieso is het een uitdaging je hersenen te trainen om in dichtvorm te denken. Misschien ben ik wel tot mijn tachtigste bezig die kunst steeds beter te beheersen.’

Laten we niet vergeten dat je ook nog gewoon schilder bent.
‘Samen met mijn zwager Vincent van der Ven heb ik in IJmuiden een schildersbedrijf. Het is niet zo dat ik dit van jongs af aan ambieerde. Ik wist nooit wat ik wilde; werkte een tijdje als intercedent en aan de bagageband op Schiphol. Tot ik midden jaren negentig mijn vrouw leerde kennen. Haar vader had een schildersbedrijf en hij stelde voor dat ik bij hem kwam werken. Vanaf dag één vond ik het een prachtig vak: het creëren, met je handen bezig zijn, mooie dingen maken. Voor mijn theoretische kennis volgde ik de aspirant-gezelopleiding, maar ik heb het vak vooral in de praktijk geleerd van mijn schoonvader. Toen hij stopte heb ik het bedrijf met mijn zwager overgenomen.’

Inspireert het schilderen je bij het dichten?
‘Ja, soms heel direct. Neem afbladderende verf, dat bracht me op een gedicht over relaties. Zoals je schilderwerk moet onderhouden, moet je ook je relatie onderhouden. Of het oude vrouwtje waar ik aan het werk was. Haar man was overleden en ze zat alleen thuis. Je merkte heel sterk dat ze het fijn vond dat je er was. Over dat beeld – ik buiten op de steiger, die vrouw in haar eentje achter het raam – ga ik dan nadenken en schrijf ik een gedicht. Ideeën bewaar ik in mijn telefoon of noteer ik op een papiertje.’

Je krijgt ook persoonlijke verzoeken.
‘Sommige mensen gooien op sociale media als Facebook, waar ik mijn gedichten plaats, hun hele hebben en houwen op tafel. Iemand vroeg me een gedicht te schrijven over haar broer die zelfmoord had gepleegd. Een eer, maar ook een beangstigende opgave. Ik had er wel een gevoel bij en dat heb ik opgeschreven, indachtig de gevoelens die zij zou hebben. Een beetje angstig stuurde ik het haar op; zou ze het wel mooi vinden? Ze vond het gelukkig prachtig. Mooi dat ik op deze manier iets kan betekenen.’

Bekijk ook De schilder is een dichter: Robert Stigter op ons Youtube-kanaal SchildersVAKTV


PPG verlengt Colorful Communities tot en met 2035

Oostveen overgenomen door Hoogstraten Haarzuilens

Geen versoepeling regels voor Oekraïense zzp’ers

Soudal slaat vleugels uit naar Japan

Muurschildering Studio Giftig wereldwijde topper