Toch komen ze bij Smolders vaak tegen dat de verflaag minder lang functioneert dan de bedoeling is, niet overal dekt of heilige dagen vertoont, begint te bladderen of andere gebreken vertoont. En dat kan enorm in de papieren lopen. Smolders: ‘Wij inspecteren veel in de offshore-industrie. Olie- en gasplatforms en bijvoorbeeld ook windmolens op zee. Het gaat dan om zeer duurzame beschermingslagen die soms wel dertig jaar extreme omstandigheden, zeewater, storm, moeten kunnen weerstaan. Onderdelen die in een straal- en spuitbedrijf aan wal worden gecoat. Als dat niet goed gaat, moet je dat op volle zee proberen alsnog in orde te maken. Soms is dat zelfs onmogelijk, omdat de fout in de coatinglaag onder het wateroppervlak zit. We kennen voorbeelden van sokkels waar nooit een windmolen op gezet kon worden.’
Reden? ‘Basale dingen’, weet Smolders. ‘Niet goed gereinigd, niet overal gestraald, of, wat heel veel voorkomt, niet de juiste mengverhoudingen aangehouden. Dat zijn vermijdbare fouten, maar ze komen veel voor.’ Waarom dat zo is? Vermoedelijk doordat metaalconserveringsbedrijven veel werken met matig opgeleide mensen met daaromheen een flexibele schil van stralers en spuiters, vaak afkomstig uit andere landen, die al helemaal niet goed getraind zijn.’
Smolders: ‘De bestaande trainingen, zoals van Savantis en van de ION (De vereniging Industrieel Oppervlaktebehandelend Nederland, red.), daar is weinig belangstelling voor. En ze zijn erg op de Nederlandse markt gericht. Terwijl coatingbedrijven, bijvoorbeeld in de offshore en de scheepvaart, met internationale bedrijven en internationale normen te maken hebben.’
Smolders kent die wereld als geen ander. Hij zit zelf in verschillende commissies die de wereldwijde ISO-normen voor de coatingwereld in harmonie proberen te brengen met de EN- en de NEN-normen, die een belangrijke rol spelen in de metaalconservering. En hij heeft zelf zowel het Noorse Frosio level-3 certificaat en, als enige in Nederland, het Amerikaanse SSPC PCI level-3 certificaat voor coatinginspecteur.
‘Een oplossing tegen de vele faalkosten is een goede opleiding voor je stralers en spuiters. En voor de mensen zelf is het ook goed om te hebben. Je weet beter waar je mee bezig bent en zult dus al snel netter en beter werk afleveren. Bovendien heb je dan iets om te laten zien bij een volgende sollicitatie. Omdat zo’n opleiding er nog niet was, zijn we er zelf maar één gaan opzetten.’
Daarbij was het theorie-gedeelte relatief nog het makkelijkst. Smolders, die er een aparte bv voor oprichtte, CPT Europe, verkreeg een exclusieve licentie van het Train the Painter-programma, ontwikkeld door het Amerikaanse kennis- en trainingsinstituut SSPC (Society for Protective Coatings). Het ‘enige’ dat de Brabanders hoefden te doen was het uitgebreide lesmateriaal, zowel schriftelijk als online, naar het Nederlands vertalen.
Smolders: ‘Het is een serieus theoretisch gedeelte, met een geschatte studieduur van veertig uur. Veiligheids- en arbozaken worden behandeld, maar ook de verschillende corrosieverwijdering-, schuur- en straalmethoden, de samenstelling van protective coatings, de werking van pompen en installaties et cetera. In deze coronatijd is het ontzettend gaaf dat dat ook allemaal online-beschikbaar is met heldere uitleg, filmpjes en animaties en complete examineringsmodulen. Als CPT Europe geven we ook graag aan groepen les, bij ons in Made of op het bedrijf zelf, maar je kunt het theoretische deel van de cursus dus ook online doen. Wijzelf hebben nu die Nederlandse vertaling, maar er bestaan ook al versies in het Pools, Duits, Turks en nog een groot aantal talen. Het Train the Painter-programma heeft, behalve in Amerika, ook in tal van andere landen licentie-houders.’ Het programma leidt op tot bronze (theorie en praktijk basis applicateur), silver (theorie en praktijk spuiter of straler) en gold (Basis applicateur en zowel straler als spuiter).
Naast in de theorie investeerde CPT Europe ook in eigen installaties voor het praktijkgedeelte. Een eigen straalcabine en een eigen spuitcabine, exclusief voor trainingen en de examens. ‘Als je dit bij bedrijven wilt doen, is het vaak lastig om de cabines vrij te krijgen,’ legt Smolders uit. ‘En dan nog is het licht niet altijd goed, en je hebt steeds precies de juiste examenstukken nodig. Dat is allemaal voorgeschreven. Dus hebben we ervoor gekozen om eigen faciliteiten te bouwen.’
Een rondgang door en rond de cabines leert dat dat de Madense ondernemers een fors bedrag gekost moet hebben. Geld dat in principe met de cursussen moet worden terugverdiend. Smolders: ‘Ik heb ooit de PTH gedaan, de lerarenopleiding. Ik geloof zelf heel sterk in educatie. Als directie van een conserveringsbedrijf kun je de prijs van onze cursussen hoog vinden. Maar je weet zelf ook wat je kwijt bent als je een object opnieuw moet coaten of als de schade op jouw bedrijf verhaald wordt. Eén zo’n tegenvaller voorkomen, daarmee haal je de kosten er al uit. Maar het is ook een manier om aan je werknemers duidelijk te maken dat je ze waardeert. Het is een zwaar beroep dat niet heel erg goed betaalt. Zo merken ze dat ze er echt bij horen.’