Ga naar hoofdinhoud

Jurering Nationale SchildersVakprijs 2018 (deel I)


Jureren voor de Nationale SchildersVakprijs blijft appels met peren vergelijken. De nieuwe categorie ‘Nieuwbouw/Renovatieschilderwerk’ biedt de mogelijkheid om schilderwerk op nieuwe ondergronden met elkaar te vergelijken. Dat blijft lastig als een deel van die ondergronden toch oud is.

De jury van de Nationale SchildersVakprijs wordt vriendelijk ontvangen door Ronald Vreeken, bedrijfsleider van De Toekomstgroep, in de imposante hal van het viersterrenhotel. Even later komt ook de charmante gastvrouw van het hotel ter plekke. We mogen overal kijken, ook in de kamers, zolang die maar niet verhuurd zijn. Er volgt een interessante kruip-door-sluip-door-wandeling door het voormalige gemeentekantoor aan de Amsteldijk in Amsterdam. Pestana is een grote, internationale hotelketen met Portugese roots. Het bedrijf vestigt zich bij voorkeur in oude historische panden die dan naar de moderne tijd worden omgebouwd. Het hotel in Amsterdam is de eerste Nederlandse vestiging, maar als het aan Pestana ligt, zeker niet de laatste.

‘In 2016 zijn we met het onderhoudsschilderwerk aan de buitenkant begonnen, in onderaanneming van het bouwbedrijf, bouwcombinatie NieuwerAmstel,’ legt Vreeken uit. ‘Zo kwamen we als vanzelf over het binnenschilderwerk te spreken. We hebben dat in bouwteam uitgevoerd. De tijdsdruk was niet abnormaal hoog, in ieder geval niet meer dan wij als groot schilder- en vastgoedonderhoudsbedrijf aan kunnen. Hectisch was het wel; we hadden zelden een ruimte voor onszelf, er waren bijna altijd andere werklieden bezig.’

Het pand is compleet, van binnen en van buiten, met Sikkens-producten geschilderd. Het behangwerk is in onderaanneming uitbesteed door De Toekomstgroep. Architectenbureau Villanova had de supervisie. ‘Het houtwerk aan de buitenzijde vertoonde veel houtrot. Dus onze timmerlieden hebben veel reparaties uitgevoerd,’ vertelt Vreeken. ‘De mannen vonden het leuk om het elegante torentje bovenop het dak weer te laten stralen. Wat betreft het ijzerwerk gold: het moest er oud uit blijven zien. Dus we hebben meestal alleen de roest verwijderd, bijgeplekt en overgeschilderd.’ Binnen is enorm veel veranderd. Vreeken voert de jury over de zolderverdieping, waar meerdere, heel speelse kamers zijn, met hoogteverschillen en dakramen met uitzicht over de stad. ‘Deze verdieping was er nog helemaal niet,’ glimlacht Vreeken. ‘Dat is allemaal nieuw gebouwd.’ En dat is precies de reden waarom renovatieschilderwerk is gecombineerd met nieuwbouwschilderwerk: je staat in een oud pand, maar je kijkt naar nieuw schilderwerk.

In De Meern, het dorpje nabij Utrecht dat in de vorige eeuw is opgeslokt door grote Vinex-uitbreidingen van de provinciehoofdstad, wordt het oude nog gekoesterd. Toen de opdrachtgevers van Ronald Bloemendaal nieuw gingen bouwen in de oude kern, was het meteen duidelijk dat de stijl aan de buitenzijde nostalgisch zou zijn. De vrouw des huizes ontvangt de jury, samen met Bloemendaal. De twee blijken oud-klasgenoten van de lagere school, dus de keuze voor het schildersbedrijf was snel gemaakt. ‘We zitten eigenlijk meer in het onderhoudsschilderwerk, maar ik vond het heel leuk om te doen,’ vertelt Bloemendaal, die een uitgebreide keuze aan producten gebruikte: Keim Soldalan voor de buitengevels, Sikkens Alphatex voor de binnenmuren en Rezisto voor de binnenlakken, Sigma Pearl voor de plafonds en Sigma Allure voor de aflak buiten. Niet alleen aan de buitenzijde verwijzen smaakvolle details naar de van oorsprong boerenstreek. Ook binnen, waar de inrichting ‘modern’ te noemen is, met grote open ruimten die met elkaar in verbinding staan. Zo gaat de garderobekast schuil achter grote, nieuw gemaakte schuurdeuren en heeft Bloemendaals bedrijf (Schildersbedrijf Bloemendaal & Kersten, naar de achternaam van zijn echtgenote) ook fotobehang aangebracht in de hal van hoe het vroeger in De Meern was. De vrouw des huizes heeft de bijzondere kleuren uitgekozen voor verschillende muren. Kleuren die de schilder superstrak op het omringende wit liet aansluiten.

Decoratie-/restauratieschilderwerk

Ze zijn heel verschillend, de projecten die de jury van de Nationale SchildersVakprijs te beoordelen heeft in de categorie Decoratie-/restauratieschilderwerk. Toch zijn er ook opvallende overeenkomsten: allemaal betrekkelijk jonge mensen, maar de één heel modern en de ander heel traditioneel.

Allereerst even een opmerking over het begrip ‘restauratieschilder’. De jury ontvangt elk jaar weer inzendingen van schildersbedrijven die hun schilderwerk aan een oud pand ‘restauratieschilderwerk’ noemen. Dat is het nadrukkelijk niet als het gaat om het zo mooi en goed mogelijk schilderen van oude ondergronden, al dan wel juist niet helemaal kaal gehaald. We spreken dan nog altijd van ‘gewoon’ onderhoudsschilderwerk. Restauratieschilderwerk is wat Leonieke Polman en haar levenspartner Niels Kwantes in de Tuinzaal van landgoed Akerendam in Beverwijk uitvoerden. Al kun je daar ook meteen vraagtekens bij plaatsen: aan de hand van diepgravend kleuronderzoek van Ruth Jongsma, die ook de wanddoeken restaureerde, werd een eigen verf gemaakt (aan het woord verf zal een moderne schilder niet snel denken als hij het superviskeuze, pasta-achtige goedje ziet waarmee hier gewerkt is), die waarschijnlijk precies overeen komt met de kleur uit het verleden, maar dan zoals die er uit zou hebben gezien als hij al die tijd aan het daglicht bloot had gestaan. De vaardigheden en het vakmanschap van Polman en Kwantes (en van hun hulpen, waaronder de vader en twee zussen van Polman; ze stamt uit een echte schildersfamilie) staat buiten kijf, zo bleek wel: verguldwerk en marmerimitatie zijn van een hoog niveau, en de verf is in een constante strijkrichting aangebracht, zodat er een heel egaal beeld ontstaat, dat verandert van kleur afhankelijk van de lichtinval. De vraag is alleen wel of alle keuzes in het proces wel verantwoord zijn: hoe de schilder destijds werkte, of hij ook zo met de kwast omging, is bijvoorbeeld niet bekend. Daarnaast is het project nauwelijks economisch rendabel. Polman geeft ook toe: ‘We zijn hier volop ingedoken. Wéér proefpaneeltjes maken, wéér nieuwe samenstellingen uitproberen. In uren komt dat niet uit. Maar we hebben er wel heel veel van geleerd.’

Positief verrast was Ricardo van Zwol met de nominatie van zijn muurschilderingen in de Rotterdamse wijk Lombardijen. ‘Als ik de andere genomineerden en voorgeselecteerden zie, ben ik supertrots dat ik er bij ben’, aldus de huisschilder van opleiding, die via de reclamewereld in het decoratieschilderen terecht kwam.  Zijn nominatie zal iets te maken hebben met de relevantie en invloed van zijn sierschilderwerk in een buurt. Brutaal van grootte, maar ingetogen van kleuren rijzen de portretten van Griekse dichters en filosofen op in de wijk. Ze illustreren dichtregels die er al langer stonden, maar waarbij veel kleinere voorstellingen afgebeeld stonden. De buurtbewoners zijn gekend in Van Zwols ontwerpen, zo is het project ook iets van de buurt geworden.

Ook modern, ook jong, maar van een totaal andere orde is de maker achter het project De Haven van Renesse in de gelijknamige Zeeuwse badplaats, Barre Verkerke. Deze decoratieschilder houdt zich meer en meer met totaalinrichtingen bezig. Hier werkt hij nauw samen met de eigenaar van het strandpaviljoen, dat voordat Verkerke er zich mee ging bemoeien een doodgewoon grenenhouten strandhuis was. Het interieur heeft nu een industriële look en als bezoeker ben je steeds geneigd om even je hand uit te steken om te voelen: metalen zeecontainers blijken van hout gemaakt, slordige lasnaden zijn niet van staal maar van kit. Om de bierpomp is iets gemaakt dat een roestige ijzeren pijp lijkt, maar het niet is. De deuren naar de keuken lijken ongeschilderd en splinterig, maar dat is trompe-l’oeil. De fijnproever beseft dat wat er als metaal uitziet en ook zo voelt, dan waarschijnlijk wel metaal is, maar ook weer speciaal behandeld om er uit te zien als het doet. Veel in deze strandtent is kunstzinnig geniaal. Maar niet alles…

Het tegengestelde, zowel van het werk van Polman als van dat van Verkerke, is wat Roland Mutsaars realiseerde in het kantoor aan huis van een directeur van een automotivebedrijf in Schijndel. Met Polman vergeleken is het werk van Mutsaars natuurlijk in de eerste plaats in het geheel niet op iets historisch gebaseerd: hij schildert een klassiek kantoorinterieur in mahonie en natuursteen waar een lege ruimte was. ‘Dit is stukken goedkoper dan het hele interieur daadwerkelijk met tropisch hardhout laten betimmeren’, legt Mutsaars uit. ‘En het is stukken duurzamer, want nu hoeft dat hout ook niet gekapt, verzaagd en vervoerd te worden. Een ander belangrijk argument om het op deze manier te doen is dat het langer goed blijft: natuurlijk hout en steen gaat op elkaar inwerken, dat trekt onvermijdelijk scheuren, of krom. Dit is geschilderd op mdf. Daar gebeurt niets mee.’ Een ander groot verschil is dat Mutsaars het uiteindelijke schilderwerk in twee volle werkweken realiseerde, wat het economisch stukken interessanter maakt.

Met het werk van Verkerke komt ‘Schijndel’ overeen dat er soms nieuwe vormen gevonden worden. ‘Renesse’ gebruikt beschilderde kit als lasnaad. Mutsaars boetseert met een spatel uit mortel zelf een namaak bakstenen muurtje in de schouw. Beide schilders hebben veel vaardigheden. Mutsaars zet ze in om heel precies, compleet met verstekken en houten nagels en een biesje in de vloer, die er als inlay-parket uitziet, zijn schilderwerk ‘weg te schilderen’, Verkerke is in zijn creatie overal aanwezig.

 

Foto:

Ronald Vreeken geeft uitleg aan de jury in één van de hotelkamers van het Pestana-hotel. De hotelmanager (vierde van links) en directeur Dick Zwarthoed (derde van rechts)luisteren mee.

Foto: Wouter Mooij

 

 

 


SchildersVAKTV: prijzenfeest en Goudkantoor

Tuinzaal overall winnaar Nationale SchildersVakprijs 2018

Speciale uitgave 10 jaar SchildersVakprijs

SchildersVAKTV: Glasstec en trotse sponsors

Genomineerden Schildersprijs bekend