De neogotische Sint Vituskerk in Blauwhuis moet weer de uitstraling krijgen zoals architect en ‘bouwheer’ Pierre Cuypers rond 1887 in gedachten had. Grootste uitdaging is het verwijderen van ondeugdelijke verflagen die tijdens een grote restauratie in de jaren ’90 van de vorige eeuw zijn aangebracht. ‘In die jaren was de gedachte dat verf het natuurzandsteen beschermt en eventuele beschadigingen worden verbloemd. We willen nu weer de originele uitstraling.’
Veel documentatie over de kerk is verloren gegaan. Bekend is dat de realisatie het eerste bouwkundige werk is dat de bekende bouwrijksmeester Cornelis Peters begeleidde. Over de ontwerper van de driebeukige transeptbasiliek, Pierre Cuypers, is veel meer bekend. De ‘bouwheer’ wordt vaak in één adem genoemd met het Rijksmuseum en het Centraal Station in Amsterdam. ‘Daarom weten we ook voor 99 procent zeker dat op het zandsteen en de mergel in de beginfase geen verf heeft gezeten’, legt toezichthouder Jan Landman namens de bouwcommissie van de parochie uit. In overleg met de deskundigen van het bisdom en de Rijksdienst is besloten om de originele uitstraling van de kerk te herstellen.
‘Bij de restauratie in de jaren negentig is er een geelkleurige keim op het zandsteen en mergel gezet.’ Ook over de kleuren is geen zekerheid. ‘Maar van Cuypers weten we dat hij in die tijd veel wit en groen heeft toegepast. Een meer neutrale kleur konden we niet vinden, daarom is besloten om de verflaag er af te halen.’ Uiteindelijk is voor de groene Herfst&Helder 1847 gekozen en de mergelwitte G0.05.85 van Sikkens.
Schildersbedrijf Alex Dooper uit Blauwhuis neemt de opknapbeurt van de kerk voor zijn rekening. ‘Een prachtgebouw bij ons in de “achtertuin”. Die klus wil je natuurlijk niet missen. Omdat deze kerk allemaal hoekjes kent, is het wel enorm lastig om aan te nemen. Qua offerte een gok. Je kunt het aantal vierkante meters niet meten, dus moet je een schatting maken’, stelt Dooper. Voor het schoonmaakwerk schakelde hij Rooth uit Sneek in. ‘De oude natuurkleur van de steen is natuurlijk veel mooier dan de kleur uit de jaren negentig. Die was geel, te geel in mijn optiek.’ Het zandsteen is vermoedelijk Bentheimer en kwetsbaar. ‘Je moet zandsteen niet beschadigen met schoonmaken. Met warm water onder lage druk lukt het uiteindelijk uitstekend om de oude verflaag te verwijderen.’
Natuursteenspecialisten Sandra Deus en Geert van den Brul verzorgen het herstel van het aangetaste zandsteen. Met een speciale vloeistof, een verneveling van minerale verf, worden de gaten gelaseerd, gefixeerd en geretoucheerd. ‘Geert van den Brul heeft het advies gemaakt. Omdat deze klus te groot is voor één persoon heeft hij mij gevraagd’, legt Deus uit, terwijl ze bezig is met de behandeling van de natuurstenen rondom de gotische ramen van de kerk. De natuursteenspecialisten kennen elkaar nog van de restauratie van het Koninklijk Paleis op de Dam in Amsterdam. ‘Omdat de Vituskerk een rijksmonument is, is er geen gewone aannemer gevraagd om het herstel uit te voeren.’
Onderzoeker Timo Nijland van kennisinstituut TNO doet nog onderzoek naar de sluitsteentjes van mergel die op het zandsteen op verschillende plekken terug komen. Bijvoorbeeld in de onderdorpel en boven de sluitsteen van de spitboogramen. ‘Het is zeer ongebruikelijk dat verschillende materialen in de bouw wordt toegepast. Bij het kennisinstituut wordt nu bekeken wat ooit de reden geweest is om dit te doen’, vult Landman aan.
Het herstel van de natuursteen is niet het enige werk. Aannemer Jelle’s Boubedriuw uit Greonterp voert het herstel van de voegen van metselwerk uit. Op de steigers van Sijperda uit Leeuwarden buigen de schilders van Alex Dooper zich over het staal-, kit- en houtwerk. Voor de klus heeft Sikkens een bestek gemaakt. ‘Het staalwerk betreft muurankers, hekwerken en vooral metalen constructies van de glas-in-loodramen. Sommige delen zijn door roest aangetast’, legt Dooper uit. Op het staal zitten ondeugdelijke verlagen die loslaten of waar roest onder zit. ‘Desondanks verkeert het metaal over het algemeen in vrij goede staat. Het oppervlak ontdoen wij met een Polyfilla PRO S600 van vuil en vet. We ontroesten het staal handmatig en verwijderen aanwezige corrosie. Daarna brengen we in drie lagen een Herbol Protector aan.’
Het houtwerk is wat omvangrijker. Goten, daklijsten, deklijsten, kozijnen, deuren, ramen, dakkapelwangen en gevelbetimmering krijgen een nieuwe verflaag. De aannemer heeft de omvangrijke houtrot verwijderd en nieuwe delen geplaatst. Dat geldt ook voor de hoogste plekjes van de kerk. ‘Je komt de komende vijftien jaar als het goed is niet meteen weer zo hoog. Dus moet je het ook grondig aanpakken. Daarom zetten we het ook drie of vier keer in de verf.’
De werkzaamheden zijn in principe bij alle houten onderdelen hetzelfde. Het geheel wordt eerst met een schuurspons afgewassen met Polyfilla PRO S600, zodat er een schone ondergrond ontstaat. De ondeugdelijke verflagen worden in afgebakende delen verwijderd met een geschikt afbijtmiddel of met een schuurmachine (korrel P80), waarna het geheel wordt nageschuurd met P120. Stopverfranden worden afgebraamd of, als ze nutteloos zijn verwijderd. Kale plekken komen in eerste instantie in Rubbol Primer Plus of Express te staan. Dat geldt ook voor de sponningen, inclusief de afgebraamde stopverfzomen. Gaatjes die zijn ontstaan door spijkers of nietjes worden gerepareerd met een Componex WR Fast. Het geheel wordt voorgelakt met een Rubbol EPS Plus en afgelakt met een Rubbol SB Plus.
Het meeste werk zit in de houten onderdelen van de pastorie. Daar is ook veel rot te bespeuren. ‘Voorheen woonden pastoor en nonnen in de pastorie. De laatste jaren is de grote pastorie niet meer bewoond. Dit is voor een gebouw niet bevorderlijk vanwege de beperkte verwarming en ventilatie. Als het houtwerk is opgeknapt zou voor toekomstig onderhoud beperkte bewoning van de pastorie weer gewenst zijn.’
Meest aansprekende onderdelen in de klus zijn de hoge torens. De grote kerktoren met de kleurrijke wijzerplaat werd vorig jaar al door het schildersbedrijf onder handen genomen. Het vervallen torentje op het schip is volledig omsteigerd en met mooi weer in de grondverf gezet. ‘De hele klus moet eind oktober klaar zijn. We werken alleen onder goede weersomstandigheden aan de kerk. We hopen op nog een mooie nazomer zodat de deadline wordt gehaald. Die halen we, maar als noodscenario kunnen we nog steigerdoeken rondom de steigers spannen.’