Ga naar hoofdinhoud

Kubuswoningen weer in de verf


Trots zijn ze, de Rotterdamse schilders die de bekende kubuswoningen aan de Blaak in Rotterdam na 17 jaar weer in de verf mogen zetten. Hoofdzakelijk in dezelfde kleur geel, maar dan een heel tikkie frisser.

 

De 38 kubuswoningen aan de Blaak in Rotterdam waren begin jaren tachtig het antwoord van de Amsterdamse architect Piet Blom op de inspiratieloze werderopbouwarchitectuur, opgetrokken na het verwoestende bombardement van Rotterdam, aan het begin van de Tweede Wereldoorlog. Blom ontwierp vlak naast de Oude Haven zijn Blaakse Bos waarvan elke woning een boom voor moet stellen.

De kubuswoningen waren hard aan een opknapbeurt toe, onderhoud dat een planmatige aanpak vereist. Gezien de bijzondere architectuur, de ligging naast een drukke binnenstadse verbindingsweg inclusief trambaan, is het complex voor onderhoud lastig toegankelijk te maken. Voor restauraties aan de dakconstructie, kunststof ramen en hemelwaterafvoeren gaf hoofdaannemer J.P. van Eesteren opdracht om een unieke steigerconstructie te bedenken. Steigerbouwer ASC ontwierp in samenwerking met Brand Steigerbouw een driehoekige omloopsteiger die met een kraan over de punt van elke kubuswoning kan zakken om van daaruit de herstelwerkzaamheden uit te voeren.

 

Het schilderwerk aan het VvE-complex voert het Rotterdamse Schildersbedrijf Hoftijzer in onderaanneming uit. ‘Het bijzondere is dat wij als schildersbedrijf juist niet aan de bovenzijde werken’, vertelt projectleider Leen van Veen, ‘Al het schilderwerk bevindt zich grotendeels aan de schuine onderzijden van de woningen en winkels en aan de zijden van het complex.’

 

Het verftechnisch advies van Sikkens vormde de basis voor het schilderproject. ‘Ook het vorige bestek is door Sikkens bepaald en dateert al van 17 jaar terug. Dat is een hele tijd, maar dat kan ook bijna niet anders gezien de toegankelijkheid. Schilderwerk was dus nodig. De oude verflagen waren gedegenereerd, verkrijt en mat, maar houtrot komen we nagenoeg niet tegen. Dat heeft alles met maken met de beschutte ligging van het houtwerk. Bovendien verweert de ooit door de architect bepaalde lichtgele kleur sterker dan andere kleuren. De onderhoudstaat viel me na zo’n lange tijd niet eens tegen, maar de ondergrond was technisch wel aan een nieuwe bescherming toe.’

 

Op het binnenterrein werken de schilders met spinrupshoogwerkers die relatief gemakkelijk via bestaande hellingbanen aan te voeren zijn. Het schilderwerk aan de buitenzijde van het complex laat zich echter voor het schilderwerk moeilijker bereikbaar maken. ‘Dat gebeurt aan de hand van vaste steigers. Aan de zijde waar een traverse over de verbindingsweg loopt is een vaste constructie nodig die over de weg en boven de tramleiding heen geplaatst wordt. Dat is verkeerstechnisch en logistiek nog een lastige opgave voor de steigerbouwer.’

Van het schildersbedrijf met 55 vaste medewerkers in dienst zijn er slechts 3 à 4 tegelijk aan de kubuswoningen aan het werk. Van Veen: ‘De jongens volgen de werkzaamheden van de hoofdaannemer. Onze schilders reageren bijvoorbeeld bij vervanging van de verzonken hemelwaterafvoeren door de vrijgekomen delen te schilderen, en daarna de overige delen van de woningen.’

Het schilderwerk zelf beperkt zich hoofdzakelijk tot de houten kozijnen, ramen en deuren, en de cemplaten, cementgebonden houtspaanplaten. ‘Bijzonder daarbij zijn de rode houten biezen die de architect heeft bepaald om een zeker lijnenspel te benadrukken. Diezelfde kleur bevindt zich ook in de spleten tussen de gemonteerde cempanelen. Voordat de panelen worden gerold, wurmen de schilders een dunne kwast tussen de panelen om ook daar de rode accenten aan te brengen.’

 

Het hout kreeg een stevige 2½-beurt te verwerken. ‘Waar nodig, als de ondergrond niet voldoende draagkrachtig is, kaal maken door te föhnen, voorbehandelen en gronden met Rubbol Primer plus en aflakken met Rubbol SB plus. De cemplaten zijn, na besteksmatige reiniging, handmatig met Scotch-Brite opgeschuurd en twee keer gerold met Alphatex IQ mat, een waterdampdoorlatende muurverf, hoofdzakelijk in de kleur geel maar ook lichtgrijs en in gebroken wit.’

 

Voor de schilders, tussen de fotograferende Chinezen en Japanners in, is het schilderwerk aan de kubuswoningen bijzonder. Voorman Cock Pijl: ‘Dit soort unieke projecten, ik heb ook de voormalige Van Nellefabriek hier in Rotterdam mogen schilderen, geeft je een bijzondere soort van betrokkenheid. Hier wil je meer over weten. Je gaat er over lezen; je wilt weten waarom het zo ontworpen is. Ik ben er best trots op dat ik hier aan kan werken. En als je daar dan toch bezig bent, neem ik gelijk de ruiten mee. Ik vraag de bewoners dan om wat glasreiniger. Een glazenwasser laten komen, kost hier namelijk een vermogen.’ Van Veen: ‘Logisch, projecten van dit kaliber zijn afwisselender, uitdagender. Iedereen kent de kubuswoningen. Daar praat je met enige trots over. Feitelijk mag het niet uitmaken of je kwalitatief goed schilderwerk aflevert in de reguliere woningbouw of bij een schoolinstelling. We bestaan sinds 1885 en zijn een VGO-keur-gecertificeerd bedrijf. We zullen dus nooit tornen aan kwaliteit. Maar ik snap dat een schilder na een dag werk aan de kubuswoningen net even iets meer voldaan naar huis gaat dan anders.’

 

Half mei gestart, werken de schilders zonder zomerstop door tot aan de geplande oplevering half november.


De Bouwpraktijk opent vestiging in Barendrecht

Onderhoudssubsidie-loket rijksmonumenten opent weer

Puts nieuwe topman van OTTO Work Force

HJL Groep uit Havelte is nu ERM-gecertificeerd

Bijna tweederde ondernemers bezorgd over zero-emissiezones