BAAMBRUGGE – Precies dezelfde huizen, in hetzelfde jaar gebouwd, één schilder met overal dezelfde voorbehandeling, vijf verschillende laksystemen. Veel dichter kom je niet bij een objectieve praktijkproef. En nu maar zeven jaar wachten en monitoren.
Schildersbedrijven en corporaties die gezamenlijk verfproeven doen, het komt steeds vaker voor. De laatste tijd gaat het dan vaak om lijnolie- of biobased verven. Dat is in Baambrugge anders. Hier schildert schilder Ron Houwers met vijf ‘gewone’ alkyds, te weten de topmerken van vijf gerenommeerde verffabrikanten. Te weten met Sigma’s S2U Allure Gloss, Rubbol XD Gloss van Sikkens, LBH Silicon Alkyd van Wijzonol, Permaline Silicon van Trimetal en Platina SB van Veveo, allen met hun eigen grondverfsysteem.
Harold Mertens, procesleider van woningcorporatie GroenWest, met bijna 12.000 huureenheden in het westelijk deel van de provincie Utrecht: ‘We doen het onderhoud van ons bezit in RGS (Resultaat Gericht Samenwerken, red.). Dat betekent dat je met je onderhoudsbedrijven samen heel goed naar onderhoudsscenario’s kijkt. We hebben acht bedrijven waarmee we RGS-trajecten doen, waarvan Mens-Zeist Vastgoedonderhoud er één is. Want RGS betekent niet dat we alle verantwoordelijkheden en risico’s zomaar over de muur gooien. We willen juist met onze samenwerkingspartners de onderhoudsschema’s optimaliseren.’
Harrie Voogd, hoofduitvoerder bij Mens-Zeist Vastgoedonderhoud: ‘Een vertegenwoordiger van een verffabrikant zal, met alle respect, graag de voordelen en duurzaamheid van zijn eigen verfmerk benadrukken. Dat betekent dat je steeds mooie verhalen te horen krijgt. En het verschil tussen kwaliteitsverven is ook niet zo groot dat het meteen opvalt. Met deze langjarige proef willen we nu eigen kennis opbouwen over het gedrag van de verf door de tijd heen. Vroeger schilderde je als schilder veel volgens bestek. De verf was al voor je gekozen, je voerde gewoon uit. Nu staan we zelf veel meer aan het roer.’
Jorryt Meenks, van Wijzonol, verduidelijkt: ‘Het zit hem niet in de prijs. We weten allemaal dat verf maar een klein aandeel van de aanneemsom uitmaakt. Bespaar je daar een paar procent op, dan gaat het om heel kleine bedragen. Maar de duurzaamheid van een verfsysteem bepaalt of je al na vijf jaar of pas na tien jaar onderhoud gaat plegen. En dan heb je het opeens over een complete onderhoudsbeurt die je over kunt slaan.’
Mertens: ‘Hier gaat het me puur om de degradatie van het verfsysteem. Glans is één van de factoren waaraan je kunt zien hoe het daarmee staat, maar op dit project is het voor mij vooral van belang dat de verflaag het houdt en niet afbladdert. Gaat het je wel om glansbehoud dan hadden we een ander tijdspad afgesproken. Nu gaan we echt monitoren wat het degradatiegedrag van de verflagen is.’
Wat niet betekent dat de bewoners die pech hebben in het zevende jaar met afbladderende deuren en rottende kozijnen zitten. ‘We meten elk jaar de conditie van de verflaag’, legt Harm Veldhuizen, RVO-adviseur bij Mens-Zeist Vastgoedonderhoud uit. ‘Is er dan een onderhoudsbeurt van een verflaag nodig, dan voeren we die, in overleg met GroenWest uit. Dat administreren we goed, en betrekken het in ons eindoordeel. Ben Keizer van Trimetal: ‘Niemand gaat ervan uit dat één van de collega’s slechte verf maakt. Dat is ook zeker niet zo. Dus is het voor ons ook echt interessant om eens te zien hoe onze lakken zich ten opzichte van elkaar verhouden.’
Er is veel aan gedaan om de condities zo gelijk mogelijk te houden. Overal is geschuurd, gekit en gerepareerd met dezelfde middelen, niet afkomstig van één van deelnemende merken. En bovenal: alle vijf de huizen zijn geschilderd door één man, de ervaren schilder Ron Houwers. ‘Het zijn allemaal moderne verven’, zegt hij. ‘Dus ze moeten relatief dun opgebracht worden vergeleken met de oude alkyds. Maar daar zijn we inmiddels wel aan gewend. Toch is het zeker zo dat de ene verf een wat ander kwastgevoel heeft dan de andere, daar heb ik notities van gemaakt.’ Zoals ook de luchtvochtigheid en de temperatuur tijdens het schilderen (eind augustus, begin september) precies zijn gemeten en genoteerd. Ook de sporadische houtrotreparaties die zijn uitgevoerd (met Renoflex van Renovaid) zijn genoteerd. ‘Dat is een van de moeilijkheden, je krijgt de omstandigheden nooit exact hetzelfde,’ zegt Marc Middag, accountmanager van Sikkens, ‘maar hier komen we er wel dichtbij’. Jordi Maat, technisch adviseur bij Sigma Coatings: ‘We zijn komen kijken bij de uitvoering, en ook de komende jaren zullen we regelmatig overleg hebben over dit project.’
Om ook het bewonersgedrag zo min mogelijk te laten variëren zal GroenWest elk jaar het schilderwerk door een schoonmaakbedrijf laten reinigen. Daarna worden de partijen gevraagd hun metingen te doen, die dan in een overleg met elkaar besproken worden. Richard Veenhof, verkoopleider bij Veveo Coatings: ‘Prettig aan deze objecten is ook dat er verschillende kleuren gebruikt worden, RAL 9010 voor de kozijnen beneden en RAL 7037 en 7030 voor de andere kozijnen en de deuren. Dan zie je ook de invloed van kleur op de degeneratie.’
Overigens was een opmerkelijke eerste conclusie, ook al was die niet wereldschokkend, dat er duidelijke kleurverschillen zaten tussen de verschillende verven, al waren ze van hetzelfde RAL-nummer. Mertens: ‘Ook goed om te concluderen dat je niet zomaar verschillende merken door elkaar kunt gebruiken.