Trots laten Aad Buller (foto rechts), sectormanager OnderhoudNL Opleidingen en Henk de Vlieger, manager van het Onderwijs Expertise Centrum van ondernemersorganisatie OnderhoudNL het nieuwe reclame- en communicatiemateriaal zien voor de opleidingsbedrijven. Ze gaan die persoonlijk rondbrengen. En nog meer goed nieuws: er zijn twee grote onderwijssubsidies binnen.
Nog niet alle Schilder^sCools en SchildersVakscholen hebben de nieuwe naam…
Aad Buller: ‘We hebben gekozen voor een geleidelijke invoer van de nieuwe benaming van de samenwerkingsverbanden, OnderhoudNL Opleidingen, met als ‘explainer’ Schildersvakopleiding, aangevuld met de vestigingsplaats of regio. Er zijn opleidingsbedrijven die veel geïnvesteerd hebben in naamsbekendheid onder een andere naam, dat kost tijd om dat om te bouwen.’
De Vlieger: ‘We hebben met verschillende snelheden te maken. Voor sommige bestuurders en directeuren gaat het niet snel genoeg, voor anderen te snel. Daarom gaan we het nieuwe materiaal ook persoonlijk presenteren aan de besturen van de opleidingsbedrijven en met hen in gesprek. Wat het uitstraalt naar nieuwe leerlingen en hun ouders is dat je bij ons niet alleen voor schilder leert, maar dat er tal van andere functies in de onderhoudssector voor je open liggen.’
In die besturen is niet iedereen lid van OnderhoudNL
De Vlieger: ‘Ik kom uit de bouwbranche, daar is het ook zo dat je altijd bedrijven hebt die om wat voor reden dan ook zich niet willen aansluiten. Je kunt ze alleen proberen te overtuigen. Initiatieven die OnderhoudNL neemt, en die voor een deel uit de Bedrijfstakheffing worden betaald, dus door de lidbedrijven van OHNL, komen de totale bedrijfstak ten goede.’
Buller: ‘We hebben ook gezien dat de bereidheid om leerlingen aan te nemen gedaald is. Wachten tot iemand door een collegabedrijf is opgeleid en hem dan wegkopen, dat is natuurlijk niet zoals het oude gilde-idee in de schildersbranche eigenlijk werkt, met meesters en gezellen. Het zal ook met de crisis te maken hebben gehad. Het is nu de tijd om weer leerlingen aan te nemen, en daarbij zijn de Schildersvakopleidingen de specialisten.’
En daar gaat u ze ook toe aanzetten, met hulp van wat subsidie
Buller: ‘We hebben inderdaad twee verschillende subsidies, of eigenlijk co-financieringsregelingen, voor de schilderssector weten te verwerven. Met onze eigen investering erbij samen goed voor zo’n 3,5 miljoen investering tussen nu en eind 2018. Dat is financiering voor een aantal heel concrete plannen, het werven van leerbedrijven is daar één van.’
Was dat geen taak van Savantis?
Buller: ‘Klopt. Net zoals het verwerven van subsidies. Maar OnderhoudNL heeft eerst geporbeerd van Savantis een lean and mean organisatie te maken. Toen dat niet lukte zijn we daar uit gestapt. Dat geeft veel verantwoordelijkheid. Onder andere het zekerstellen van dit soort geldstromen en het doorontwikkelen van onderwijsbeleid.
De Vlieger: ‘De DWSRA-subsidie, vergeet die afkorting maar snel, is een vervolg op de sectorplannen waarvoor minister Asscher geld had vrijgemaakt tijdens de economische crisis. Om opleiden en mensen naar werk geleiden mogelijk te maken. In de schilderssector is dat goed uitgenut, maar andere sectoren lieten miljoenen ongebruikt. Daarom is deze nieuwe subsidieronde uitgeschreven en daar zijn we op ingesprongen.’
Met behulp van een gespecialiseerd bureau…
Buller: ‘Zeker. We steken er zelf veel werk in, en nog, want het moet allemaal keurig verantwoord worden, maar we hebben er inderdaad ook specialisten bij gehaald. Die kosten wat, maar dat goldt ook voor Savantis.’
En nu is er geld voor…?
De Vlieger: ‘Met deze cofinanciering bekostigen we onder andere een project met zij-instromers. Een pilot van dat project, in samenwerking met het UWV loopt al een half jaar in Geldermalsen en in Friesland; een groep van uiteindelijk 25 mensen. De pilot loopt nu met uitzendbureai Faber, maar ook Randstad Bouw en Opstap kunnen aansluiten. We scholen de mensen om aan het werk te komen en dan eventueel door te stromen naar de opleiding “schilder” op niveau 2. Van dit soort initiatieven moeten we het toch hebben in de nabije toekomst.’
Buller: ‘We gaan er van uit dat de behoefte aan instroom van schilders sterk gaat stijgen. Dat lag jaarlijks op zo’n 1200 nieuwe schilders, in de afgelopen jaren een stuk lager. Nu trekt de economie aan en neemt de vergrijzing toe. Een deel van de subsidie gaan we gebruiken voor het uitvoeren van een arbeidsmarktonderzoek: wat is de instroombehoefte en wat voor mensen hebben de bedrijven nodig.
De Vlieger: ‘Zo’n onderzoek is in 2012 een keer gehouden, maar we willen dat regelmatiger doen. Dan kun je een beeld krijgen van trends in de sector.
Buller: we hebben ook co-financiering verkregen voor het samenwerken tussen de vakopleidingen. We willen een duidelijk gezamenlijk beleid voeren, bijvoorbeeld wat betreft de onderwijskwaliteit of hoe we het regelen met de winterscholing. Zodat we zowel de bedrijven als de leerlingen duidelijkheid kunnen bieden. ’
En dan krijgen jullie nog een aparte subsidie voor duurzame inzetbaarheid…
Buller: ‘Inderdaad. We gaan een scholingsprogramma ontwikkelen voor tijdens de winterscholing.
De Vlieger: ‘We willen de leerlingen bewust leren zijn van waar ze voor leren en hoe ze in het bedrijfsleven gaan functioneren. Door ze te leren denken als een ondernemer: pro-actief. Zowel op een project, zodat ze de ogen en oren van het bedrijf zijn en niet alleen maar orders uitvoeren, als ook wat betreft hun eigen kunnen. Wie schilder wil worden en dat altijd wil blijven: prima. Maar als je je wilt doorontwikkelen, makkelijker in te zetten wilt zijn bij bedrijven, dan moet je leren leren. Dat willen we stimuleren.’