Het is een paar jaar rustig geweest rond de stichting Kleurenvisie. Een fusie, in 2014, met de al even gerenommeerde stichting Kleur Buiten en de uitreiking van de Kleurbuitenprijs in datzelfde jaar, was het laatste wapenfeit. Nu komt er, op de internationale kleurendag (21 maart) een KleurCafé en in het najaar een congres. Aanjager Kim van Savooyen: ‘Heel veel kennis over kleur verdwijnt op een plank.’
U houdt zich al lange tijd met de stichting Kleurenvisie bezig?
‘Al ruim dertien jaar. Negen jaar werkte ik intensief samen met Louise Buvelot. Wij maakten het Kleurenvisie Magazine en we organiseerde jaarlijks één of meer kleurendagen en cafés. Maar toen Louise ermee ophield, viel het stil. Het is veel werk voor twee personen. Door persoonlijke omstandigheden kwam het er een paar jaar niet van. De bijdragen van de donateurs zijn toen tijdelijk stilgezet. Als er geen uitgaven zijn, hoeven er ook geen inkomsten te komen. Maar nu een nieuw bestuur is gevormd, gaan we er weer tegenaan.’
Want de stichting Kleurenvisie is…?
‘Al heel oud. Voortgekomen uit het in 1936 opgerichte Genootschap voor Praktische Kleurenpsychologie, als Nederlandse Vereniging voor Kleurenstudie. Zeven jaar geleden omgezet tot een stichting. Ons doel is om kennis over kleur te verdiepen en uit te wisselen. Samen met acht landen richtten we in 1967 de Internationale Kleurassociatie, AIC op. Dat is een podium waar de meest actuele en wetenschappelijke kennis over kleur wereldwijd wordt gedeeld. En we bieden een erkende kleuropleiding op hbo-niveau. De Stichting Kleur Buiten was een afsplitsing van de vereniging. Die stimuleert bewust kleurgebruik in de gebouwde omgeving. Nu gaan we samen verder, het leek iedereen beter de krachten te bundelen.’
En Kim van Savooyen zelf?
‘Tot 2000 was ik professioneel danseres, bij Introdans in Arnhem. Toen ging ik met ‘pensioen’ en kreeg ik een stipendium om een nieuwe carrière op te bouwen. Kleur is een onderwerp waar ik gevoel bij heb en waar ik gevoel in kan leggen. Ik heb toen allerhande cursussen, trainingen en workshops gevolgd. Van restauratieopleidingen tot bedrijfstrainingen, zoals van Akzo en ook die opleiding van de stichting Kleurenstudie. Met mijn bedrijf Kim Colour Guided Design ontwikkel ik kleurconcepten en richt ik ruimtes in. Voornamelijk interieurs, voor particulieren en bedrijven, maar ook exterieurs, bijvoorbeeld een kleurconcept voor 560 woningen in de Arnhemse wijk St Marten.’
Want kleur is…
‘Iets heel bijzonders. Op zo’n AIC-congres voelt het alsof je in een snoepwinkel bent. Er wordt zoveel onderzoek gedaan naar kleur. Op biologisch vlak, pigmenten, natuurkundig, psychologisch, theoretisch, geweldig! En helaas: veel van dat onderzoek verdwijnt, na publicatie, op een plank. De mensen die in kleur geïnteresseerd zijn vinden elkaar vaak moeilijk en spreken elkaars taal niet.’
Dat heb je vast ook in jullie stichting?
‘Het is de uitdaging voor onze congressen en ons blad, dat geef ik toe. We hebben een harde kern van een paar honderd kleurliefhebbers/donateurs die álles willen weten over kleur. Die kunnen bijvoorbeeld uit de textiel komen, de verfindustrie, de design- of de architectenwereld of uit een wetenschapsgebied. Als ik wetenschappers onder elkaar over kleur hoor praten kan ik het op een gegeven moment niet meer volgen. En dat zullen zij wel hebben bij kleuradviseurs.’
Organiseren jullie daarom bijeenkomsten?
‘Ja, zoals het KleurCafé, op 21 maart, Internationale Kleurendag. In het duurzame gebouw Circl in Amsterdam (info op www.kleurenvisie.nl, red.) en in het najaar een congres. De kunst is om sprekers te vinden die diep op hun vakgebied ingaan, maar niet zo diep dat anderen hen niet meer kunnen volgen. We willen de ‘harde’ kant van de kleurkennis samenbrengen met de ‘zachte’ kant.’
Is het vak van kleurdeskundige is ondoorzichtig?
‘Er is in ieder geval veel onzinkennis over kleur. Dat baby’s gaan huilen van geel, bijvoorbeeld. Die bewering, die je veel leest, heb ik nagetrokken. Kwam ik uit bij iemand in Amerika die dat ooit als zijn eigen mening beweerd heeft. Of dat rood dit of dat blauw dat… verzadiging en helderheid blijken belangrijker te zijn voor de werking van een kleur dan de kleur zelf. Ook is de soort kleur soms ondergeschikt aan de juiste lichtverdeling. Ik maak altijd virtueel een zwart-wit portret van een kleurontwerp, om de harmonie in de lichtverhoudingen te bestuderen. Of neem de misvatting dat wit een ruimte rustig maakt. Integendeel. Zet één kleur naast wit en die kleur begint te schreeuwen. Meer kleuren maken bij wit een heel onrustig beeld.’
Adviezen van verschillende deskundigen verschillen dus…
‘Ja, dat is zo. We hebben onze eigen stijl. Zo wil ik altijd per se met de mensen in gesprek. Met een docent over de sfeer in de school, bijvoorbeeld. Dan ontdek je dat de scholieren veel in de hal blijven hangen. Ik zoek dan naar kleurlijnen die ze aanzetten om door te lopen. Anderen ontwerpen meer vanuit de volumes. Een goede kleurdeskundige werkt methodisch en volgens staande kennis. Maar het resultaat kan er heel anders uitzien.’
Als schilder moet je er maar niet aan beginnen?
‘Kleurdeskundige is een vak. Op de schilderopleiding krijg je daar net genoeg van mee, om te beseffen hoe weinig je er van afweet. Schilders weten wel vaak praktische dingen. Zoals dat je een klant vaak beter een paar tinten lichter of grijzer kan nemen dat hij of zij denkt. Omdat er nogal verschil zit tussen een kleurstaal en een gekleurde muur. Maar ik zou zeggen: werk samen met ons. Wij betrekken de omgeving, de kleur van de vloer, de lichtval, de persoonlijkheid van de opdrachtgever in ons advies. Hoe mooi is het om bedankt te worden door een klant met tranen in haar ogen. Dat doet kleur.’
Foto:
Kim van Savooyen: ‘Er is veel onzinkennis over kleur’
Foto: Jan Maurits Schouten