Nog steeds komen we bij onderhoud aan gevels gelamineerd en gevingerlast hout tegen. Bij nieuwbouw komt transparant afgewerkt geveltimmerwerk nog steeds voor. Zowel gelamineerd en gevingerlast hout als een transparante afwerking geven problemen. Bij een combinatie hiervan gaat het vaak helemaal mis.
![1888 met pijl](https://www.schildersvak.nl/wp-content/uploads/2015/04/1888-met-pijl-254x225.png)
Gelamineerd en gevingerlast hout. Ondanks alle schades en publicaties, normen en richtlijnen, komen we deze toepassing van hout anno 2015 nog steeds in buitengevels tegen. Vooral gebouwen met aanzien en een zogenaamde natuurlijke uitstraling worden uitgevoerd met vaak dragende constructies met aan elkaar verlijmde delen hout. Niet zelden met een transparante afwerking. Dat je bij deze toepassingen eigenlijk kunt wachten op problemen, daarvoor hebben architecten, aannemers en opdrachtgevers klaarblijkelijk nog steeds onvoldoende oog.
Transparante afwerking
Wat is er mis met een transparante afwerking? Esthetisch gezien niets. Sterker, veel mensen vinden blank of transparant gebeitst hout mooier dan dekkend geschilderd hout. Vooral houtsoorten met een duidelijk kleurverschil tussen voor- en najaarshout geven door de fraaie vlamtekening een levendig en vaak warm beeld, dat met een transparante afwerking zichtbaar blijft.
Oregon pine wordt regelmatig gebruikt voor kozijnen, ramen en deuren en voor bijvoorbeeld spanten en dragende kolommen. Deze houtsoort blank of transparant afwerken is voor binnen geen enkel probleem. Buiten geeft dit echter een zeer korte onderhoudsinterval. Dit betekent jaarlijks eventueel bijwerken en in ieder geval elke twee jaar schilderen. Heel soms is elke drie jaar schilderen mogelijk, maar alleen bij inpandig werk of niet weerbelaste gevels.
Schade door zonlicht
Transparante beitsen en blanke lakken laten zonlicht door. De UV-straling breekt, net als bij onze huid, stoffen af waardoor de beschermende laag degradeert. Vooral op plaatsen waar de laagdikte gering is, ontstaan hierdoor plekken waar vocht van buitenaf in het hout kan trekken.
Dit gebeurt op kanten, bij bevestigingspunten met schroeven of nagels, bij verbindingen, naden, noesten, scheurtjes in het hout bij bijvoorbeeld overgangen van voor- naar najaarshout, bij kopshout, bij lijmnaden van lamineren, bij vingerlassen, hagelschade, etc. Twee jaar na nieuwbouw kan dit al tot grote problemen leiden, zo blijkt in de praktijk, en kunnen schades met ernstige oppervlakteaantasting door schimmels en houtrot voorkomen.
Western red cedar
Ook bij gevelbekleding van de populaire houtsoort western red cedar wordt soms gekozen voor transparante afwerking. Hierbij blijft de natuurlijke kleur en structuur van het hout zichtbaar, terwijl het doorbloeden van het hout en daarmee het risico van bijvoorbeeld vervuiling van het metselwerk wordt vermeden.
Wel bestaat de kans dat het hout onder de verffilm gaat vergrijzen en dat ook hier de verffilm kapot gaat, soms al binnen een jaar. Voldoende onderhoud betekent hier jaarlijks de steiger op. Garantie op transparante verfsystemen buiten, op welke houtsoort dan ook, moet dan ook bij voorkeur nooit worden gegeven.
Dekkend schilderen
De oplossing? Schilderen met een dekkende verf (zie kader Hechting). Wanneer hiertoe wordt besloten, is er maar één juiste aanpak: alle bestaande lagen van een blank of transparant werk verwijderen en al het verweerde, vergrijsde en aangetaste hout zeer ruim weghalen. Desnoods met gebruik van schaaf of bandschuurmachine. Hierna het kale hout voeden met een verdunde alkyd en vervolgens afwerken met een oplosmiddelarm verfsysteem (grondverf, voorlak en aflak).
![1879 met pijlen](https://www.schildersvak.nl/wp-content/uploads/2015/04/1879-met-pijlen-300x193.png)
Gelamineerd gevingerlast
Dan het gelamineerde en gevingerlaste hout. Hierbij gaat het om planken die onder druk met lijm zijn samengeperst en vaak in de lengte zijn verbonden door een vingerlas. Die vingerlassen worden zeer geavanceerd machinaal uitgevoerd. Zodra – op de lopende band – bij een houten deel met een camera een grote noest wordt vastgesteld, wordt hier een vingerlas aangebracht. Dit gebeurt ook onder druk met lijm. De lijmdikte is met het oog niet vast te stellen. Dit betekent dat bij in- en uitzetten van het hout snel schade kan ontstaan. De lijm is te vergelijken met een dun elastiekje, dat ook minder lang meegaat dan een dikker elastiekje. Bovendien zijn vingerlassen vaak aan de uiteinden niet volledig dicht.
Schade
Bij een klein naadje of opening, bij niet vlakke dichte verlijmingen, bij onvoldoende verlijming en bij lichte schades ontstaat snel grote schade. Vocht wordt naar binnen gezogen en dat bespoedigt schimmelvorming. Bij geschilderd gelamineerd hout ontstaat vaak verfonthechting en oppervlakkige schimmelvorming onder de verflagen. Bij vingerlassen treedt eerder houtrot op. Hier kan door het kopse hout het vocht verder het hout in trekken en op den duur tot meer ernstige aantasting leiden.
Toepassingen
Gelamineerd en gevingerlast hout komt in de huidige nieuwbouw vooral voor bij spanten, kolommen en dragende constructies. Regelmatig worden deze constructies doorgezet van binnen naar buiten in de gevel. Een plaats waar ze technisch gezien niet thuis horen. Ook bij deuren wordt soms nog gelamineerd / gevingerlast hout gebruikt. Bij kozijnen is dit vrijwel niet meer het geval.
Mogelijke verbeteringen
Als hout eenmaal is gelamineerd of gevingerlast en in de gevel toegepast, valt er weinig meer te corrigeren. In bepaalde gevallen kan de afwatering met bijvoorbeeld strips worden verbeterd, waardoor kolommen en liggers minder nat worden. Aan de bovenzijde ruim overstekende afdekkers toepassen, heeft ook een positieve invloed op de onderhoudsinterval.
Behandeling scheuren
Het onder druk injecteren van scheuren met dunvloeibare tweecomponenten epoxy is een methode om naden te dichten. De methode is arbeidsintensief en daarmee duur, terwijl het geen definitieve oplossing is; garantie dat de scheuren in de tijd niet verder gaan, is er niet. Wel is het oppervlak na behandeling zonder zichtbare scheuren.
Een andere methode is de scheurvorming uitfrezen en afdichten met een elastische epoxy of polyurethan houtreparatiemiddel. Ook hier kan geen garantie worden gegeven dat de scheurvorming hiermee verleden tijd is.
![1852 met pijltjes](https://www.schildersvak.nl/wp-content/uploads/2015/04/1852-met-pijltjes-300x179.png)
Reparatie van aangetaste vingerlassen komt overeen met de aanpak van houtrot ter plaatse van verbindingen. Dat wil zeggen: al het aangetaste en verkleurde hout ruim wegfrezen, het gezonde hout tweemaal nat-in-nat behandelen met een epoxy impregneermiddel en repareren met tweecomponenten epoxy pasta. Ook de toepassing van polyurethan is hier mogelijk. Verder zijn er systemen met wapening. Hierbij wordt een vlies in het reparatiesysteem geplakt.
Ten slotte is dekkend schilderen sowieso het advies. Zeker bij blank of transparant afgewerkt gelamineerd en gevingerlast hout. Die combinatie is de minst duurzame materiaaltoepassing in de gevel.
Hechting verfproducten
Dekkend schilderwerk hecht doorgaans beter op hout dan blank of transparant schilderwerk. Vanwege deze onvoldoende hechting, moeten blanke of transparante verflagen volledig worden verwijderd vóór het dekkend schilderen. Voor een goede hechting zijn in een (grond)verf vaste stoffen als pigment en vulstof nodig. Deze zorgen voor natuurkundige interacties en bevorderen de ‘verlijming’.
In het algemeen kan men stellen dat hoe minder pigment en/of vulstof een verfproduct bevat, hoe minder de hechting is. Grondverven zijn niet voor niets mat en bevatten niet voor niets veel vulstof en pigment. Blanke en transparante verfproducten bevatten weinig pigment.
![1861 met pijlen](https://www.schildersvak.nl/wp-content/uploads/2015/04/1861-met-pijlen-126x225.png)
Onjuist gezaagd
Onjuist gezaagd hout. Wanneer gevingerlast gelamineerd vurenhout of massief gevingerlast vurenhout tangentiale (dosse) vlakken heeft, is het harde najaarshout in de vorm van vlammen op het oppervlak zichtbaar. Hierdoor bestaat het gevaar dat door het krimp/zwel gedrag de groeiringen zich aftekenen.
Bij vochtverhoging neemt het najaarshout in volume toe, wat leidt tot een verhoging in het oppervlak (ribbels). Het zachtere voorjaarshout ligt daarentegen dieper.
Grote hoogteverschillen tussen voor- en najaarshout kunnen tot spanningen in de verflaag leiden. Door de beperkte elasticiteit van verf is er dan ook een grote kans op barstvorming. Het gevolg is verfonthechting en zelfs, zoals hier, houtschade.
![DSC00012](https://www.schildersvak.nl/wp-content/uploads/2015/04/DSC000121-300x225.jpg)