Savantis gaat de organisatie van haar opleidingsadviseurs aanpassen. Daardoor wisselen voor veel leerbedrijven en opleidingsinstellingen ook de vertrouwde opleidingsconsulenten van gezicht. Volgens werkgeversvoorzitter Jan van de Kant en directeur Hans Verschoor van Savantis een noodzakelijke maatregel zonder in te leveren op het huidige kwaliteitsniveau.
Minder persoonlijke aandacht?
Verschoor: ‘Nee, anders georganiseerd. De opleidingsadviseur blijft de leerbedrijven en opleidingsinstellingen bezoeken. Tot voor kort hadden we opleidingsadviseurs in de buitendienst per afzonderlijke sector (schilderen en onderhoud; afbouw; reclame, presentatie en communicatie (rpc); schoonmaak en glazenwassen, red.). Maar een teruglopend aantal bedrijven en een ineffectieve geografische spreiding roept al snel de vraag op of je dat niet effectiever kunt invullen.’
Hoe dan?
Verschoor: ‘Door consulenten in een kleinere regio te laten werken, niet voor één sector maar voor de contacten van alle vier de sectoren. Dat zal misschien het áántal reisbewegingen niet inkorten, maar wel heel veel reistijd besparen. Want almaar groter wordende reisafstanden heeft een direct effect op de werktijd.’
Van de Kant: ‘De bestaande werkwijze kun je efficiënter indelen door consulenten in een kleiner gebied te laten werken, door ze in te zetten voor niet één maar voor meerdere sectoren. De consulent die voorheen bijvoorbeeld alleen in de sector schilderen en onderhoud werkzaam was in een grote regio, zal dat voortaan ook zijn voor de drie andere sectoren. Het komt neer op meer doen in een kleinere regio’
Minder kwaliteit dus?
Verschoor: ‘Nee, zeker niet. Allereerst stelt de overheid kwalitatieve eisen aan de kwaliteit van het bewerken van de afzonderlijke sectoren. We zijn verplicht om kwaliteit en maatwerk te blijven waarborgen. Die waarborg is er doordat we nieuw samengestelde teams van opleidingsadviseurs voor die nieuwe werkwijze hebben opgeleid. ‘
Van de Kant: ‘Bovendien gaan we deze nieuwe aanpak het komende jaar nauwgezet volgen en waar nodig bij te stellen.’
Verandering van spijs doet eten?
Verschoor: ‘We hebben een pilot gedraaid in het zuiden van het land. Dan merk je dat zowel opleidingsadviseurs als leerbedrijven en opleidingsinstellingen over het algemeen enthousiast op reageren. Ja, het vertrouwde gezicht kan veranderen, maar dat vinden bedrijven ook wel eens een verhelderend: een nieuw gezicht betekent vaak ook een iets andere kijk op de zaak. En ook de opleidingsadviseurs zelf krijgen nu een veel breder werkgebied en inhoudelijk meer verantwoordelijkheid. De jongere consulenten juichen de verandering enorm toe; de wat oudere opleidingsadviseurs staan er gemiddeld wat terughoudender tegenover.’
Van de Kant: ‘Dan zie je bijvoorbeeld dat die vrouwelijke consulent, oorspronkelijk uit de rpc-sector, voor een leerbedrijf uit de schildersector een heel frisse en vernieuwende kijk op het bedrijfsleven kan hebben.
En toch… inhoudelijk verschillen die sectoren van elkaar…
Van de Kant: ‘En mocht er onverhoopt bij een leerbedrijf aanleiding toe bestaan, dan haal je er als nieuwe consulent voor die gelegenheid en andere opleidingsadviseur uit het regioteam bij met specialistische kennis voor die sector. Het adviseren bij het invullen van opleiden van leerlingen in de praktijk is in essentie namelijk bij alle vier de sectoren gelijk.’
Verschoor: ‘Kennis over de opleidingsmogelijkheden, over het organiseren van het opleiden, goede communicatieve vaardigheden, daar gaat het bij onze consulenten primair om. Kennis over de sector is van secundair belang. En de noodzakelijke kennis van het bedrijf, de contactpersonen, kortom de ins en outs van een bedrijf krijgt de nieuwe opleidingsadviseur in grote lijnen overgedragen van zijn of haar voorganger. Gaandeweg het proces leert hij of zij het bedrijf beter kennen.’
Van de Kant: ‘Toegegeven, een jarenlange opgebouwde vertrouwensband mag je niet onderschatten, maar ook niet overdrijven. Omgekeerd, in alle bedrijven vinden personeelsmutaties plaats waar ook onze opleidingsadviseurs mee geconfronteerd worden. Dat is altijd even wennen maar in de regel geen probleem.’
Nu introduceren jullie ook een centraal te raadplegen Servicepunt. Is dat een verbetering of een verkapte bezuinigingsmaatregel?
Verschoor: ‘Het nieuwe Servicepunt is een binnendienst van zes personen die de administratie van de opleidingsadviseurs centraliseert en die de eerste vragen afvangt en waar mogelijk afhandelt. Het is de eerste ingang voor alle vragen van leerbedrijven over het opleiden van leerlingen. Het Servicepunt geeft de specifieke vragen door aan de opleidingsadviseur die vervolgens contact opneemt of langskomt. Want vergeet niet: je hebt het in totaal over ongeveer 10.000 leerbedrijven van de vier sectoren tezamen. Da’s niet niks.’
Verdwijnen er eigenlijk arbeidsplaatsen?
Van de Kant: ‘We maken gebruik van natuurlijk verloop. Waar mogelijk. Dat geldt natuurlijk niet waar specifieke onvervangbare kennis wegvalt omdat iemand een ander baan vindt of met pensioen gaat. Je moet op een verantwoorde wijze met de bestaande arbeidsmiddelen omgaan, door met behoud van kwaliteit je organisatie efficiënter te laten functioneer. Dat zijn we aan werkgevers, werknemers en aan de MBO Raad verplicht.’
Verschoor: ‘Het is een aanpassing ingegeven door de huidige omstandigheden. Dat is de aanleiding. En, als ik heel eerlijk ben: een verandering ten goede. Ik zie kansen voor de mensen in het veld en we hoeven niet op de kwaliteit van onze opleidingsadvies in te leveren. Geen enkele verandering gaat zonder slag of stoot, maar ik heb er alle vertrouwen in dat deze aanpassing van de organisatie zich goed ontwikkelt.’