Apetrots zijn ze op ‘hun’ mbo-school. Een student van de richting Reclame, Presentatie en Communicatie (RPC) werd wereldkampioen bij de Vakwedstrijden (Skills) nadat al eerder het Europese goud in de wacht gesleept was. ‘RPC heeft veel uitstraling op onze andere studierichtingen’, zegt Leen Geluk, voorzitter van de Raad van toezicht. Wij leiden als enige schildersschool nog middenkader voor schildersbedrijven op’, zegt Hans Verschoor.
Reclame maken, etaleren… het heeft niets met schilderen te maken..
Verschoor: ‘Nee, gelijk heb je. Maar ook juist weer wel, als je ziet wat onze kampioene Simone de Meijere heeft laten zien op de World Skills etaleren in Leipzig. Er komt steeds meer presenteren bij kijken. Dat is inspirerend voor alle studenten.’
Geluk: ‘Een bepaalde soort manier van communiceren, creativiteit, daar herken je de Nimeto-leerling altijd wel aan. Ik heb er zelf ook gestudeerd en in mijn dagelijks werk als commercieel directeur van de Geluk Groep (een schilder- en totaalonderhoudsbedrijf met ongeveer 100 personeelsleden in Sint-Phillipsland, red.) heb ik er nog altijd profijt van: het gaat er ook in de schildersbranche steeds meer om hoe je dingen presenteert. Dat je daar slim over nadenkt.’
Wereldkapioenschappen schilderen bestaan niet?
Geluk: ‘Wel degelijk. Maar de branche heeft alweer een tijdje geleden besloten daar niet meer aan mee te doen. Er zitten natuurlijk kosten aan, soms is zon wedstrijd aan de andere kant van de wereld.’
Verschoor: ‘De RPC-branche is zo internationaal, het loont om daar bij te zijn. Nimeto sponsort het RPC van de WorldSkills dan ook zelf. Een voorbeeldbedrijf waar onze leerlingen terecht komen voor stages of voor werk is Hypsos: een internationaal bedrijf dat wereldwijd complete tentoonstellingen, beursstands en musea ontwerpt en realiseert.’
Zie je? Met schilderen heeft het weinig van doen…
Verschoor: ‘Het is niet de eerste keer dat Nimeto bij wereldkampioenschappen hoog scoort. Het zegt iets over de kwaliteit van onze school, van onze docenten, van de sfeer die er bij ons heerst.’
Geluk: ‘Schildersbedrijven krijgen tegenwoordig andere klanten. Professionals, opgeleid op hbo’s en universiteiten. Die spreken een andere taal, daar moet je in mee. Ons onderhoudsbedrijf draait projecten met woningcorporaties die ons op allerlei manieren uitdagen om uit zoeken of de samenwerking nog efficiënter kan, het werk goedkoper, het eindproduct duurzamer. Niet door aan te besteden maar door serieus met ons en collegabedrijven aan het studeren en rekenen te slaan. In zo’n situatie heb je veel aan een goed opgeleid middenkader en een goedgeschoolde directie.’
Als ik zoon of dochter van een schilderdirecteur was met opvolgingsplannen, dan moet ik naar het Nimeto…
Geluk: ‘Als je naar de universiteit kan, voor manangementstudies of bijvoorbeeld economie, dan zou ik dat doen. Maar het Nimeto is een heel goede opleiding om een bedrijf te gaan leiden, met eventueel daarna de Fontys Hogeschool Eindhoven. Dat is een lerarenopleiding maar in ieder geval een hbo die zich ook met onderhouden en beschermen bezig houdt.’
Verschoor: ‘Wij leiden in Utrecht als enige nog niveau 4-leerlingen op in de richting MVO, Management Vastgoed Onderhoud, het kader voor schildersbedrijven. En wij coördineren de kader- en ondernemersopleiding voor mensen die werkend willen leren. In Zwolle en Boxtel kunnen ze dat ook wel, maar er is onvoldoende animo voor. Overigens loopt het doorstromen van onze mbo naar hbo nogal eens op een teleurstelling uit. Onze leerlingen zijn al heel ver als ze afstuderen, dan valt een hbo vaak tegen.’
Zoals bij jullie leerlingen van de decoratie- en restauratieschilderafdeling…
Verschoor: ‘Precies. Mede doordat we onze leerlingen met een heel programma structureel stage laten lopen op een echt restauratieproject in het buitenland hebben ze heel veel praktijkervaring, kennis en kunde als ze bij ons afstuderen, daar voegt een vervolgopleiding vooral theorie aan toe, geen vaardigheden.’
Geluk: ‘Dat komt ook omdat onze docenten voor het overgrote deel uit de praktijk komen. Ze weten hoe het in het bedrijfsleven werkt, en bereiden de leerlingen daar op voor.’
Nou, prachtig allemaal. Beetje kostbaar, misschien, voor de branche?
Verschoor: ‘Dat is een veelgehoord misverstand. Weet je hoeveel het Nimeto ontvangt uit de fondsen van de schildersbranche? 60.000 euro. Ik zeg niet dat het weinig is, maar het is natuurlijk maar een klein deel, iets meer dan een half procent van de jaaromzet van onze school.
Geluk: ‘’ Die bijdrage zou fors omhoog mogen. Kijk naar hoe bijvoorbeeld de autobranche zijn eigen opleiding financiert en hoe dat rendeert in inventieve concepten en manieren van werken in de autobranche. Wat dat betreft loopt onze branche eigenlijk achter.’
Dus dit wordt een bedelverhaal? Wat zijn jullie wensen?
Geluk: ‘Helemaal niet. Met het Nimeto gaat het prima, ook in deze moeilijke tijden. En in de branche gaat het economisch slecht én de bedrijven worden steeds kleiner: het versplintert. Geen tijd, dus, om eisen te stellen. Wel een tijd waarin scholing, ook van kleine bedrijven, steeds belangrijker wordt.’
Verschoor: ‘Het Nimeto vormt een hechte gemeenschap van docenten en studenten met een grote gedrevenheid. Ik heb niet iets te verkopen, ons product is iets van de lange termijn. Te wensen heb ik vooral dat mensen ons niet zo vaak zouden “verwijten” dat er zoveel meisjes bij ons op school zitten. Alsof die niets in de branche te zoeken hebben. Terwijl veel van de beste directeuren en kaderleden in de branche vrouw zijn, en terwijl er op termijn een tekort aan personeel in de branche dreigt. Terwijl er dus procentueel veel te weinig vrouwen in de schildersbranche werkzaam zijn. Het is juist geweldig dat er zoveel vrouwelijk talent enthousiast blijkt te zijn voor de schilder- en onderhoudsbranche.’