Wat maakt het nu uit wie er komt schilderen of behangen? Als het werk maar door goede vakmensen wordt uitgevoerd. Zo zou het horen. De werkelijkheid ligt anders. Of het nu onwenselijk is of niet, opdrachtgevers spreken hun voorkeur uit op grond van geslacht en herkomst.
Vorige maand stond op Schildersvak.nl een onderzoeksresultaat van de Klusmonitor (een initiatief van klusmarktplaats Werkspot), uitgevoerd door marktonderzoekbureau SAMR: consumenten zouden liever een vrouw als schilder en behanger over de vloer willen hebben. Er reageerden nogal wat mensen op onze website die het onderzoek maar niets vonden: ‘een onderzoek onder Werkspot? Laat maar, een nietszeggend onderzoek dus, want echte vaklui zijn daar niet te vinden’, en ‘dit onderzoek zegt totaal niets, zonder enige onderbouwing’. Maar ook: ‘ik ben een vrouwelijke schilder en bemerk ook bij mijn klanten dat zij een voorkeur voor een vrouw hebben die komt klussen, behangen en/of schilderen’.
Nu is algemeen bekend dat het schildersvak een overwegend mannenberoep is. Dat laat onverlet dat particuliere opdrachtgevers, ook woonconsumenten genoemd, best een voorkeur voor vrouwen uit mogen spreken ondanks het gegeven dat ze niet of nauwelijks in de sector werkzaam zijn. Het Klusmonitoronderzoek gaf inderdaad een hoog percentage ‘voorkeur voor vrouwelijke schilders/behangers’ aan, echter alleen voor die respondenten die zich daar duidelijk over uitspraken. Hoe hoog het percentage klanten was dat het niet uitmaakt of de schilder/behanger een man of vrouw is, daar liet het onderzoek zich niet over uit.
Reden voor SchildersVakkrant om duidelijkheid te scheppen. In dit geval voerde USP Marketing Consultancy het onderzoek voor ons uit. Het een en ander blijkt wat genuanceerder te liggen. Op de algemene vraag aan huurders en aan woningeigenaren ‘als u een klus in huis laat uitvoeren, maakt het voor u dan uit of dit door een mannelijke of vrouwelijke professional wordt gedaan?’, maakt het gemiddeld 78% niet uit, gemiddeld 20% ziet liever een man verschijnen en slechts 1% een vrouw.
Vragen we specifiek door naar de aard van het werk, dan ontstaan er stevige verschillen. Gaat het om loodgieters, stukadoors, elektriciens, timmerlieden, metselaars en dakdekkers, dan krijgt de vouw nauwelijks de voorkeur, in deze gevallen slechts 1% tegen mannelijke percentages variërend van 40 tot bijna 60% bij deze disciplines. In andere sectoren zie je de voorkeuren significant wijzigen: verhuizen (4%), schilderen (8%), tuinieren (15%), behangen (17%); woning inrichten (49%) en, het is niet anders, schoonmaken (48%).
Bij schilderen geeft gemiddeld 74% van de woonconsumenten aan het niet van belang te vinden of een man dan wel een vrouw het werk uitvoert. Huurders en kopers ontlopen elkaar niet. Gemiddeld 18% ziet liever een man verschijnen en 8% een vrouw. Ook hier ontlopen mannen (9%) en vrouwen (8%) elkaar onderling ook nauwelijks. Bij behangen liggen de verhoudingen weer anders. Daar winnen de vrouwen (17% voorkeur) het van de mannen (12%); gemiddeld 71% maakt het niet uit. Bestaat de klus hoofdzakelijk uit ‘woning inrichten’ dan heeft de man het nakijken (2%); gemiddeld 49% geeft de voorkeur aan een vrouw en gemiddeld 49% spreekt geen voorkeur uit. Ook hier ontlopen huurders en kopers elkaar nauwelijks.
We gingen nog een stapje verder in het onderzoek. Op de vraag ‘als u een klus te doen hebt, kiest u dan wel eens een professional (mede) vanwege zijn of haar geslacht?’, spreken gemiddeld 4 op de 5 woonconsumenten zich niet uit over een voorkeur. Gemiddeld 2% let daar heel specifiek op en gemiddeld 9% soms. Ook hier zijn weer geen significante verschillen tussen kopers, huurders , mannen of vrouwen te bespeuren.
Een ander gevoelig onderwerp op Schildersvak.nl bleek de eerste Syrische vluchteling te zijn waarvan bekend werd dat die voor een werkstage bij Achterberg Schilders in Ede aan de slag ging. De reacties op onze website op dat nieuwsbericht waren soms wat cynisch: ‘ach , wat lief’, soms verbeten: ‘het steekt aardig dat iemand die hier nog geen jaar is gelijk aan een baan wordt geholpen’, maar ook meelevend: ‘die jongen is gevlucht voor de oorlog en heeft dingen meegemaakt waar jouw werkeloosheid bij in het niet valt’.
Op de vraag ‘stel, een bedrijf zou u laten weten te werken met Syrische vluchtelingen (in opleiding). Wat vindt u daarvan?’, geeft gemiddeld de helft van huurders en kopers (50%) aan dat niet van belang te vinden. Gemiddeld 13% (huurders 11%; kopers 14%) geeft aan het een reden te vinden om het bedrijf de opdracht juist wél te gunnen. Iets meer woonconsumenten, gemiddeld 16%, vinden het een reden om het bedrijf de opdracht om die rede niet te gunnen (huurders 17%; kopers 15%).