Elk schildersbedrijf profileert zich graag als kwaliteitsschilder. Maar wat is dat: kwaliteit? Levert elk schildersbedrijf continue kwaliteit? En wat als de klant iets minder wil, bijvoorbeeld een makelaarsbeurtje? Of als de klant wat minder te besteden heeft? Hoe verkoop je jezelf dan?
De wervende teksten op de websites van schildersbedrijven spreken duidelijke taal. Schilders- en onderhoudsbedrijven kwalificeren zichzelf met woorden als: duurzaam, efficiënt, resultaatgericht, vakmanschap, kosten- en tijdbesparend, intelligent, specialist, ontzorging, no-nonsense, gegarandeerde topkwaliteit, veelzijdig, directe benadering, professioneel, et cetera. Mooie woorden, maar eigenlijk een-op-een toepasbaar op elke willekeurige andere sector. Het zegt inhoudelijk weinig tot niets over de kwaliteit van het schilderwerk.
Dan geven referentieprojecten en klantenbeoordelingen op een website meer inhoudelijke informatie over waartoe een schildersbedrijf in staat is, om over mond-tot-mondreclame maar te zwijgen.
Maar als schilderondernemer kom je ook de omgekeerde wereld tegen. Want hoe pak je het aan wanneer de klant een makelaarsbeurtje wil omdat het huis moet worden verkocht, of mutatieschilderwerk na een inbraak of na brandschade, in opdracht van de aannemer? Daar sta je dan met je goede gedrag als kwaliteitsschilder. Werk je mee aan het ‘bedrog’, maskeer je eventuele houtrotproblemen en neem je genoegen met de snelle klus en spreek je je dank uit voor de opdracht? Als de klant er tevreden mee is, heb je dan kwaliteit geleverd?
Kwaliteit is nog het best genormeerd, geborgd en vastgelegd in de zogenoemde Kwalificatiedossiers en exameneisen die aan het vakmanschap zijn gesteld en dientengevolge leiden tot de kwalificatie als assistent schilderen (niveau 1), schilderen (niveau 2), gezel-schilderen (niveau 3) en specialist schilderen (niveau 4). Normen vastgelegd door de Exameninstelling en middels proeven van bekwaamheid getoetst door examinatoren. Dat alles uitgedrukt in rapportcijfers. Nu kun je je diploma halen met een zesje, maar je kunt ook excelleren tijdens het Nederlands Kampioenschap Schilderen. Op deze manier komt de boven- en ondergrens over wat kwalitatief goed schilderwerk al aardig in de buurt. Maar er is meer. Kwaliteit valt ook samen met ervaring, materiaalkennis, de gebruikte materialen en voorhanden zijnde tijd, beschikbaar gesteld en toegestaan door opdrachtgever en/of opdrachtnemer.
En een ervaren vakschilder met een kwaliteitsverf kan in korte tijd een goed stuk werk afleveren. Een te grote tijdsdruk zal die kwaliteit aantasten. Een goed georganiseerde aanpak kan weer veel van die tijdsdruk compenseren om de kwaliteit te borgen.
Alle waar naar zijn geld, wie kent dat spreekwoord niet. Wil je meer auto, dan betaal je ook meer. Dat snapt iedereen. Een betere bescherming van je vastgoed, een grondige 2½-beurt, kost meer dan een 1½-beurt. Staan de prijzen onder druk dan weet de klant die er naar op zoek is de situatie wellicht wat uit te buiten. Het is in de prijsonderhandeling aan de schilderondernemer om onder prijsdruk mee te gaan of volhardend te zijn. Het vraagt om overtuigingskracht om een reële prijs in stand te houden. Ook dat is een kwaliteit. Angst voor het verlies van de opdracht is en blijft een slechte raadgever. Het zegt vaak meer over de kwaliteit van het ondernemerschap dan over het in potentie aanwezige vakmanschap.
Niet elke opdrachtgever kan voor het hoogst haalbare gaan. En als schilder- en onderhoudsbedrijf kun je dus ook niet één eenduidige kwaliteitsnorm hanteren. Oplossing: twee bedrijven, ieder met hun eigen kwaliteitsdefinitie. Deze oplossing bedacht Henny te Loo, directeur van zowel Te Loo Meesterschilders als van LooBudget in Apeldoorn.
Dat het bedrijf kwaliteit levert heeft het al lang geleden bewezen. Dat kreeg Te Loo Meesterschilders in Apeldoorn bevestigd door in 2011 de Nationale SchildersVakprijs in de categorie Nieuwbouwschilderwerk te winnen. Sterker nog, het versloeg in de race naar de Overall Juryprijs ook nog eens de concurrentie in de andere categorieën, Onderhoudschilderwerk en Decoratieschilderwerk.
Die zeer goede naam en faam wil Te Loo dan ook niet te grabbel gooien. Zijn er echter omstandigheden waar de absolute topkwaliteit als eindresultaat ter discussie staat, dan doet Te Loo op een ander manier zaken met de klant. Dan is het niet Te Loo Meesterschilder dat voor komt rijden, maar schilders van het speciaal voor die gelegenheid in het leven geroepen LooBudget, een voor de hand liggende, vindingrijke en toepasselijke bedrijfsnaam voor een bedrijf dat staat voor ‘snel vakwerk met oog voor resultaat’, zoals het bedrijf zichzelf aanprijst. Directeur Henny te Loo: ‘De term “gewenste kwaliteit” in plaats van “topkwaliteit” is voor LooBudget een prima kwalificatie. Niet elke opdrachtgever beschikt namelijk over het noodzakelijke budget en/of de tijd om het hoogst haalbare te bereiken. Dan moet je compromissen sluiten. Maar dan wel binnen de kwaliteitsgrenzen die we onszelf als bedrijf opleggen. Kwaliteit is relatief.’
Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan,want hoe organiseer je dat? Te Loo: ‘Door alles in de offertesfeer als opdrachtnemer heel open en eerlijk met de opdrachtgever te bespreken. Het is immers de klant die aangeeft voordeliger uit te willen zijn. Die snapt dat je niet met de absolute topkwaliteitsverf werkt maar wel met een goede verf. Ook zullen niet de vaste medewerkers van Te Loo Meesterschilders voor komen rijden, maar ingehuurde schilders. Dat zijn wel schilders van wie we weten wat ze waard zijn. We waken er wel voor dat de klant, zoals we het op onze website beloven, snel vakwerk krijgt binnen het vooraf vastgestelde budget. Dat betekent dat je kiest voor de juiste schilder bij het juiste werk, een kwestie van goed organiseren.’
Basisreden voor de oprichting van Loo Budget is dus een oplossing te vinden voor de klant die schilderwerk wil tegen een laag budget. ‘Dan moet je met de prijs zakken. En dat kan onder voorwaarden. Van Te Loo Meesterschilders kun je verwachten dat onze medewerkers extra’s op zich nemen, zoals glasbewassing op een lastige plaats als de steigers er toch staan of die tweede laklaag als die wenselijk is, maar niet per se noodzakelijk. Bij Loo Budget is daar geen ruimte voor. Bij dit soort opdrachten ga je de concurrentie aan met de echte low budget schilders, met de cowboys in de branche. En dan mik ik in dit geval op opdrachtgevers die weliswaar een scherpe prijs willen, maar toch voor de zekerheid van kwaliteit gaan. Wel druk ik alle medewerkers, in vaste dienst of inleen, op het hart altijd de juiste omgangsvormen te hanteren: een vriendelijk woord, een heldere oogopslag, een stevige handdruk en verzorgde kleding. Dat maakt ook het verschil, en… dat kost helemaal niets.’