Sinds 1 januari is veel nieuw rond Resultaat Gericht Samenwerken (RGS). Zo bestaat er nu een ‘platform’ voor RGS, waar meteen 60 grote onderhoudsbedrijven abonnee van zijn. Ook verscheen er het handboek Kwaliteit in Balans. En Remco Spiering, al heel lang betrokken, mag nu als programmamanager meer corporaties en bedrijven over de streep gaan trekken.
Gefeliciteerd met uw nieuwe… baan?
‘Dank u. Ik blijf in dienst van kennisinstituut voor de bouw SBRCURnet, maar een deel van mijn tijd ben ik nu programmamanager in opdracht van de Stichting Resultaatgericht Samenwerken.’
Dat is een stichting waarvan de administratie en de financiën zijn ondergebracht bij OnderhoudNL, maar het is geen onderdeel van die ondernemersorganisatie?
‘Nee. De relatie is uitstekend. OnderhoudNL-beleidsmedewerker Edwin Meeuwsen is secretaris. Maar de stichting is zelfstandig en onafhankelijk. Twee directeuren van woningcorporaties zitten in het bestuur en ook twee leden van OnderhoudNL. De directeur van SBRCURnet is erbij betrokken en ook mensen uit het onderwijs.’
U hebt de stichting helpen opzetten. De sollicitatieprocedure zal niet lang geduurd hebben?
‘Toch wel. Er is nogal wat veranderd. Er is nu echt een ‘platform’. We hebben alle zaken die rond RGS waren ontstaan gereorganiseerd. Alles is nu logisch met elkaar verbonden. Er is nu duidelijkheid voor iedereen hoe hij of zij kan participeren. Er is een kennishub: een website om kennis op te delen. De stichting komt oorspronkelijk voort uit een consortium van vastgoedbedrijven en woningcorporaties, die jaren geleden begonnen met onderzoek naar en het ontwikkelen van wat toen nog prestatiegericht samenwerken heette. Als SBRCURnet faciliteerden we dat. In 2013 resulteerde de samenwerking met TNO en de voorloper van OnderhoudNL in de Leidraad Resultaatgericht Samenwerken: een systematische bundeling van kennis over het proces van samenwerken tussen corporaties en onderhoudsbedrijven. De initiatiefnemers wilden niet langer alleen de kar trekken, meer open staan voor anderen en een onafhankelijk instituut. Toen is de stichting opgericht. Vorig jaar zijn we met de Community of Practice begonnen: werkgroepen met onderhoudsbedrijven en corporaties om RGS door te ontwikkelen. Nu is het platform er. De leden van OnderhoudNL Totaal zijn er alle zestig abonnee van geworden. Het wordt tijd voor de volgende stap. ’
En die is nodig?
’Ja, vanuit ons perspectief. 10 tot 15 procent van het bezit van corporaties wordt momenteel in RGS uitgevoerd. Dat is al veel, maar het kan ook elders nog efficiënter, beter en goedkoper. Dat is bewezen uit onderzoek en dat wordt steeds weer in de praktijk bewezen. Corporaties die in de regiefunctie gaan zitten en de uitvoering en planning aan de professionals overlaten zijn beter af. En hun bewoners ook.’
Als het zo duidelijk is, waarom is dat aandeel dan nog steeds zo laag?
‘Het betekent aanpassen, veranderen. Dat kost tijd en vergt veel van mensen. Dat zijn steeds de belangrijkste redenen geweest. Ik heb wel eens een gastles aan de Hogeschool Utrecht gegeven. Studenten zijn hogelijk verbaasd: gaat een corporatie zelf allemaal uitzoeken wat er technisch moet gebeuren, maakt-ie daar een bestek van en gaat-ie dat tegen de laagste prijs aanbesteden? Dat is toch helemaal geen slimme aanpak? Dat is toch geen interessant werk voor een corporatiemedewerker? Maar ja, zo wordt het wel al jaren gedaan.’
En u gaat dat veranderen?
‘Ja, ik draag graag mijn steentje bij, nu dus ook als ‘ambassadeur’ van RGS. We zijn een soort paraplu: we leggen contacten met iedereen die maar bezig is met RGS, zodat we weten wat er speelt en mensen kunnen doorverwijzen. Op www.rgsnl.nl delen we nieuws over RGS. En wie een abonnement neemt op het RGS-platform kan op die website documenten en artikelen vinden die hem verder helpen. Ik ga ook actief corporaties en onderhoudsbedrijven benaderen. We hebben tal van instrumenten. Uiteraard de Leidraad zelf, maar bijvoorbeeld ook een scan om te kijken of je in de regisseursrol zit of in een ingenieursrol. We hebben rollenspelen om elkaar te leren vertrouwen, adviseurs en docenten om, eventueel in je eigen bedrijf, aan je vaardigheden te werken. En uiteraard het abonnement op het platform en het lidmaatschap van de Community of Practice.’
De Leidraad bestond al een tijdje, nu is er ook Kwaliteit in Balans. Wat is dat voor boek?
‘Het is een normenboek met alle mogelijke technische handelingen die je maar aan vastgoed kunt verrichten. Per handelingssoort staat omschreven hoe hij wordt uitgevoerd en op welke niveaus dat kan. Het nulniveau is het wettelijk minimum volgens NEN-norm en het Bouwbesluit. De hogere niveaus zijn ervoor als je ambitie groter is. Dit maakt onderhoudsscenario’s transparant. Als een corporatie nu een uitvraag doet en het onderhoudsbedrijf komt met een aantal scenario’s, dan is aan de hand van KiB precies te zien welke keuzes er gemaakt zijn. Besluit de corporatie de ambitie bij te stellen, bijvoorbeeld uit financiële overwegingen, of omdat men toch meer energiebesparing wil bereiken, dan kunnen andere keuzes gemaakt worden, die dan weer meteen helder zijn. Zo breng je samen de gewenste ambitie en de te leveren kwaliteit met elkaar in balans.’
Er zijn meer initiatieven op het gebied van RGS…
‘We willen met iedereen goede relaties onderhouden. Er zijn veel mooie initiatieven. Maar het is zonde als mensen op meer plaatsten hetzelfde wiel aan het uitvinden zijn. De boeken zijn gewoon te koop, en op het platform is informatie te vinden. Lidmaatschap van de Community of Practice opent mogelijkheden om op veel dieper niveau kennis te delen met bedrijven en corporaties. We willen ook een pool maken met onafhankelijk adviseurs die we kunnen aanbevelen omdat ze volgens de RGS-richtlijn werken.’
Foto:
Remco Spiering: ‘Corporaties die in de regiefunctie gaan zitten, zijn beter af’
Foto: JMS