Parketvloeren lakken is bewerkelijke klus

Het lakken van een parketvloer is een bewerkelijke klus. Zo vraagt het egaal, zonder slagen schuren van zo’n vloer de nodige deskundigheid. Het werken met zware parketschuurmachi­nes door onervaren schuurders brengt risico met zich mee. Verder is het lakken geen sinecure. Hechting is daarbij een belangrijk aandachtspunt.

Veel schildersbedrijven wagen zich er niet aan, anderen zien het juist als een verbreding van hun dienstenpakket: het lakken van een parketvloer is een specialisme op zich. Voordat kan worden begonnen met het schuren van een parketvloer, moet deze worden ontvet. Bij nieuwe vloeren kan dit overigens beperkt en soms zelfs achterwege blijven. Bij onderhoud is het echter belang­rijk zorgvuldig te reinigen en te ontvetten.

Hierna moet nog een aantal voorbereidende handelin­gen worden verricht. Het is bijvoorbeeld raadzaam de plinten ruim te beschermen tegen de schuur­machine met crêpeplakband. Voor zover aanwezig moeten verder bij nieuwe vloeren de koppen van nagels met een drevel worden ingedreven. Het schuren mag daarbij bovendien niet te snel na het leggen van het parket worden uitge­voerd.

De parketlijm moet ten minste 24 uur de tijd hebben gehad om uit te harden. De vloer moet voor het schuren schoon en droog zijn. Een stofmasker dragen bij het schuren is noodzakelijk. Een vochti­ge dweil ter plaatse van de dorpels van de deuren is aan te bevelen om stof­overlast­ in de aangrenzende ruim­ten zoveel mogelijk te beper­ken.

Schuren

Het schuren zelf kan plaatsvinden in 3 à 4 schuurbeur­ten. Bij de opeenvolgende beurten moet de grootte van de korrel steeds afnemen. Het schuren middels een schuurband met korrel P20 wordt toegepast op parket met een reeds aanwezige laklaag. Het schuren met korrel P20 mag in principe nooit plaatsvinden op niet afgewerkt parket. Met korrel P40 kan het grove schuurwerk (korrel P20) worden nageschuurd.

Deze korrel is ook nodig om een harde houten vloer – zoals iroko, merbau of eiken – goed te kunnen schuren. In dat geval maakt het niet uit of op de vloer al dan niet lak aanwezig is. Ook wordt P40 ge­bruikt voor het uitvlakken van zachte oude planken vloeren van bijvoorbeeld vuren of grenen. Korrel P80 wordt gebruikt voor het naschuren of voor het schu­ren van nieuwe naaldhout­vloeren.

Voor het licht opschu­ren van bestaande laklagen die moeten worden vernieuwd en het naschuren van nieuwe vloeren en zachtere hout­soorten kan korrel P100 of P120 worden gebruikt. Korrel P180 of P220 kan tenslotte worden toegepast voor het eventueel tussentijds schuren van aange­brachte laklagen.

Schuurmachines

Het werken met professionele (zware) parketschuurmachi­nes door onervaren schuurders brengt risico mee. Je schuurt snel door de toplaag van lamel­parket heen en bij massief parket kan plaatselijk te diep worden geschuurd. Naast zware parket­schuurmachines (type schuurwals) zijn er ook roterende schuur­machines op de markt. Deze machi­nes schuren met een lager toerental en zijn lichter van gewicht. Het schuren met beide machines moet met over­lappingen van enkele centimeters plaatsvinden.

Afwerking

Het aanbrengen van parketlak is in ons land de meest toegepas­te afwerking. De vloer moet daarvoor allereerst schoon en volledig stofvrij zijn. Op de parketvloer wordt eerst een grondlak aangebracht. Na het uitharden volgt eenmaal tussenschuren en kan vervolgens de volgende laklaag worden aangebracht.

De grondlak dient om de poriën van het hout te vullen. Het tussenschuren is nodig om de vezels die na het aanbrengen gaan opstaan weg te schu­ren. Uiteindelijk worden na de grondlaag vaak twee of drie dekla­gen aange­bracht.

Water­gedragen verf is tegenwoordig de standaard en verplicht. Deze veroorzaakt geen stank, is vriendelijk voor mens en omgeving en droogt vlot. De watergedragen lakken zijn vaak op basis van acrylaat en kunnen gecombineerd zijn met alkyd of polyurethan. Soms wordt apart een tweede component bijgeleverd welke voor de verwerking moet worden gemengd met de lak.

De conventionele lakken met oplosmiddel op basis van polyurethan, alkyd of cellulo­se zijn doorgaans goed overschilderbaar met watergedragen lakken. Ook epoxylakken zijn, mits voldoende opgeruwd, goed overschilderbaar.

Vloer zuiveren

Vroeger onderhield men parket met bijenwas die meestal met terpentijn wrijfbaar was gemaakt. Deze behandeling gaf een fraaie glans, en omdat de was in het hout trok, bleef de houtstructuur volledig intact. Ook nu nog komen we dit soort vloeren regelmatig tegen. Dergelijke vloeren en oude parketvloeren of houten vloeren met lak zijn over het alge­meen goed op te knappen.

Allereerst moet de vloer zuiver worden gemaakt. Lijmresten, vaste vloerbedekking en uitstekende nagels moeten worden verwijderd. Vervolgens worden eventueel reparaties uitgevoerd. Beschadigde delen moeten worden vervangen of vastgezet. Nagels moeten, zo nodig, dieper worden ingedreven met behulp van een drevel. Bij bestaande parketvloeren, maar nog vaker bij oude planken­vloeren die moeten worden opgeknapt, zijn door krimp spleten ontstaan of zijn kwastgaten aan de orde.

Alvorens de vloer te schuren, moet dit worden gerepareerd. Grotere spleten (> 5 mm) kunnen met een latje van hetzelfde materiaal en dezelfde kleur worden gerepa­reerd. Dit latje wordt voorzichtig met een houten hamer zo diep mogelijk ingedreven en vervolgens vlak geschaafd en/of geschuurd. Kleine spleten en gaten kunnen met epoxyhars worden opgevuld. Oude laklagen moeten worden verwij­derd. Dit kan met afbijtmiddel. Daarna kan worden ge­schuurd zoals eerder beschreven.

Bij vloerdelen wil het wel voorkomen dat er zeer grote spleten tussen de verschillende delen zitten. Met name bij houtsoorten die aanzienlijk kunnen krimpen, komt dat veel voor. In extreme gevallen kan worden overwogen de hele vloer los te halen en geheel opnieuw te leggen.