“Historisch schilderwerk is niet alleen ambachtelijk, maar ook inhoudelijk interessant.”
Christian Braak nieuwe directeur Stichting ERM
Je was eerder wethouder in Alkmaar met Ruimtelijke Ordening, Duurzaamheid, Cultureel Erfgoed en Monumenten in de portefeuille en Beleidsadviseur bij de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit. Waar komt die interesse voor monumenten vandaan?
Braak: “Monumenten geven karakter en kleur aan onze leefomgeving. Ze laten zien waar we vandaan komen en vertellen ons een uniek verhaal. Ook gaat het om gebouwen en plekken – en trouwens ook voorwerpen – die je door sfeer, vormgeving en ambachtelijkheid een goed gevoel geven. Dat fascineert me. Wat ik inhoudelijk ook interessant en inspirerend vind aan monumenten, is de combinatie van robuustheid en kwetsbaarheid. Die robuustheid is bij gebouwd erfgoed vaak fysiek: zo degelijk gebouwd dat ze de tand des tijds doorstaan. Maar ook esthetisch: we zijn ze vaak door de tijd heen mooi blijven vinden of opnieuw gaan waarderen. En flexibel: veel monumenten hebben allerlei bestemmingen gehad. Aan de andere kant zijn monumenten kwetsbaar, omdat er veel vakkennis, aandacht en betrokkenheid nodig is om ze in stand te houden, of in ieder geval de kwaliteit ervan. We zitten nu in een tijd waar die kwetsbaarheid ook meer voelbaar is, door klimaatverandering, stikstofbeleid, personeelstekort en oplopende prijzen. Dat raakt zowel opdrachtgevers als de uitvoerende sector. Het is een uitdaging om te kunnen blijven zorgen voor goed onderhoud en goede restauratie van ons erfgoed.”
Verantwoord verduurzamen
Je bent sinds 1 maart directeur van de Stichting ERM. Wat is de grootste uitdaging waar de stichting, of breder monumentaal Nederland, voor staat?
“Monumentaal Nederland´ bestaat uit heel veel verschillende partijen die zich bezighouden met monumentaal erfgoed, waaronder Stichting ERM. Allemaal willen we ervoor zorgen dat het erfgoed zo mogelijk goed blijft behouden. Hoe we daarover kennis moeten organiseren, weten we eigenlijk inmiddels wel. Lastiger is om eigenaren te stimuleren dat ze de beste keuzes maken bij renovatie en onderhoud. Een belangrijke maatschappelijke uitdaging waar we verder nu voor staan, is het energetisch verduurzamen van monumenten. Hoe doen we dat verantwoord? Omdat het hier vaak ook om beglazing gaat, raakt dit ook de schilders.”
Cultuurhistorische waarde
Waarom is borging van de restauratiekwaliteit zo belangrijk? Ging het in het verleden dan zo vaak mis?
“Bij historisch schilderwerk zijn er oude ondergronden en verflagen. Over hoe daarmee om te gaan, is soms historisch kleuronderzoek nodig; dat zou nog veel vaker moeten gebeuren. En ook de afwerking daarna vraagt om specifiek vakmanschap. Vaak geldt bij restauratiewerk dat het maar één keer fout kan gaan. Wij willen ervoor zorgen dat monumenten niet alleen bouwkundig, maar ook wat betreft cultuurhistorie hun waarde blijven behouden. In Nederland is daar al heel lang aandacht voor, bij zowel de overheid, eigenaren als uitvoerende vakspecialisten. Maar soms is er onvoldoende kennis over wat de gevolgen van bepaalde ingrepen zijn. Soms ook zijn er tegenstrijdige opvattingen over wat wenselijk is. En wat als wenselijk of verantwoord wordt gezien, verandert ook door de tijd heen. Maar bij monumenten is een ingreep vaak onomkeerbaar; dus wat je doet, moet kloppen. In ieder geval wat betreft de nu geldende opvattingen.”
“Opdrachtgevers, die meestal ook de eigenaren zijn, hebben het lot van het erfgoed letterlijk in handen”
“Een aantal jaren geleden is het accent verschoven van opgelegde normen door de overheid – wat betreft resultaat van renovatie of onderhoud – naar eisen aan processen (hoe kom je tot kwaliteit) en werkwijzen (met welke kennis en middelen). Daardoor ligt er nu veel verantwoordelijkheid bij de uitvoerende bedrijven, samen met hun opdrachtgevers. Er zijn daarom richtlijnen ontwikkeld over hoe je als uitvoerende partij kwaliteit kunt garanderen bij restauratie en onderhoud aan monumenten. Zo’n richtlijn wordt opgesteld in onderling overleg tussen vertegenwoordigers van de betreffende branche (bijvoorbeeld schildersbedrijven), opdrachtgevers en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg (ERM) coördineert het opstellen en bijhouden van die richtlijnen. Bedrijven en zzp’ers die volgens die richtlijnen kunnen en willen werken, kunnen zich daarop laten beoordelen en krijgen dan een certificaat.”
Waarde ERM-certificaat
Wat is de waarde van een ERM-certificaat in dit verband?
“Een ERM-certificaat geeft de opdrachtgever zekerheid dat het ingeschakelde bedrijf of de zzp’er goed weet wat er mag (wetgeving), welke overwegingen er van belang zijn als je beslissingen neemt over de uitvoering, en welke materialen en methoden er beschikbaar zijn. Voor veel opdrachtgevers is ERM-certificering een voorwaarde bij het verlenen van opdrachten. En ook kan certificering een rol spelen bij subsidie- of vergunningverlening.”
“Als bedrijf of zzp’er geeft een certificaat jou dus een voorsprong ten opzichte van concurrenten. Verder geeft certificering bedrijven aanleiding regelmatig goed te kijken naar hoe ze er intern voor staan wat betreft bijvoorbeeld kwaliteitscontrole en scholingsmogelijkheden. Je wordt er alleen maar beter van.”
![](https://www.schildersvak.nl/wp-content/uploads/2022/12/000-Braak-op-de-fiets_Natzijl_112022portretBraak-3-1024x683.jpg)
De eerste stap waaraan een bedrijf moet voldoen, is de beoordelingsrichtlijn (BRL) 4000 ‘Onderhoud en Restauratie Monumenten’. Kun je kort uitleggen wat een bedrijf hiervoor moet doen en welke garanties dit biedt?
“Een beoordelingsrichtlijn gaat vooral over de interne bedrijfsvoering. Hoe zorg je ervoor dat de kwaliteit van het werk wordt gewaarborgd, ook op lange termijn? Een onafhankelijke controlerende instelling (CI) – dat is dus niet Stichting ERM zelf – kijkt bijvoorbeeld naar welke controleprocedures en scholingsafspraken er zijn. In een uitvoeringsrichtlijn, bijvoorbeeld voor de schildersbranche (URL 4009 Historisch Schilderwerk), staat vervolgens waarop je voor dit soort werk specifiek moet letten bij bijvoorbeeld wetgeving, technische uitwerking, producteisen en vereiste kennis. De CI controleert ook hóe een bedrijf of zzp’er dit doet in de praktijk. Een beoordeling vindt dus altijd plaats op de BRL en URL in samenhang met elkaar. Bedrijven of zzp’ers die niet aan de voorwaarden voldoen, krijgen geen certificaat, of het certificaat wordt niet verlengd.”
Hoeveel gecertificeerde schildersbedrijven zijn er op dit moment? Groeit hun aantal of stagneert dit?’
“Op dit moment zijn er 22 schildersbedrijven met een certificaat. Ieder jaar komen er een paar bij. We gaan ervan uit dat er komende jaren nog veel meer bedrijven bij komen. Of je als ERM-gecertificeerd restauratieschildersbedrijf aangesloten moet zijn bij OnderhoudNL restauratieschilders? Nee. Het lidmaatschap van OnderhoudNL restauratieschilders is geen voorwaarde voor certificering voor URL 4009 en BRL 4000. Ook andere bedrijven die voldoen aan de voorwaarden kunnen een certificaat krijgen.”
Integrale aanpak
Recent kwam het onderzoek ‘Kwaliteit in de monumentenketen’ uit (van de VAWR en het GA-platform Restauratie). Wat was de belangrijkste conclusie?
“De belangrijkste conclusie is dat een integrale aanpak nodig is om ervoor te zorgen dat de keten als geheel krachtig functioneert. Het rapport stelt dat als alle betrokken partijen goed samenwerken, er niet meer zozeer sprake is van ‘de ketting is zo sterk als de zwakste schakel’, maar van ‘sterke schakels vormen samen de kracht van de keten’. Het gaat er dus om elkaar te versterken in ons enthousiasme en in wat we ieder doen om de kwaliteit te verbeteren in de keten.”
Er wordt in het rapport opgeroepen om te zorgen voor meer gecertificeerde uitvoerende bedrijven. Dat moet jou als muziek in de oren klinken?
“Ja, natuurlijk! Dat is ook een van onze speerpunten als ERM voor de komende jaren. Nut en noodzaak van certificering zal voor zowel opdrachtgevers als bedrijven nóg duidelijker moeten worden. We gaan daarom nog meer dan voorheen energie stoppen in zichtbaarheid en voorlichting. Wat wij uit het veld terugkrijgen, is dat er behoefte is aan nog meer waardering van de kennis en vaardigheden van ERM-gecertificeerde bedrijven. Dat sluit aan op aanbeveling 4 uit het rapport: ‘Aan subsidies en leningen voorwaarden verbinden, die de kwaliteit van de instandhouding van monumenten bevorderen.’ Er worden in het rapport een paar interessante suggesties gedaan hoe dat uit te werken.”
![](https://www.schildersvak.nl/wp-content/uploads/2022/12/00-Braak-groen-huis-6-1024x683.jpg)
Tekort aan vaklieden
Het draait om vakmanschap. Alles staat of valt natuurlijk met de beschikbaarheid van voldoende vaklieden. Hoe kunnen we, ook als schildersbranche, daarin stappen vooruit zetten?
“Er is een tekort aan vaklieden en dat geldt zeker voor de erfgoedsector, waar een generatie echte vakmensen inmiddels met pensioen gaat. Bouwkundig vakmanschap is jarenlang ondergewaardeerd geweest, ook financieel. Maar daarin is nu een kentering; er komt weer meer respect voor vakmanschap. Dat biedt ook kansen voor aanwas. Stichting ERM werkt samen met het Nationaal Centrum Erfgoedopleidingen (NCE) bij het ontwikkelen van opleidingen voor erfgoedprofessionals. (Zie voor schilderwerk https://www.erfgoedopleidingen.nl/nce-opleidingen/erfgoed-schilderen). Als branche is het natuurlijk ook mooi als je je medewerkers verder kunt laten ontwikkelen. Historisch schilderwerk is niet alleen ambachtelijk, maar ook inhoudelijk interessant. Het rapport pleit ook voor meer aandacht voor erfgoed op ROC’s. Het is goed om de jeugd zo vroeg mogelijk te laten zien hoe mooi het is om te werken aan historisch erfgoed. Verder zullen de restauratieschildersbedrijven ook zelf meer tijd en energie moeten steken in het overdragen van kennis. Denk bijvoorbeeld aan meester-gezeltrajecten.”
“Ik denk dat de komende tijd meer jongeren zullen kiezen voor praktijkgerichte opleidingen”
Is erfgoed anno 2022 nog wel ‘sexy’? M.a.w. hoe maken we de jeugd hier warm voor?
“Ik denk dat ambachtelijkheid en vakmanschap juist nu interessant zijn en steeds uitdagender worden. Erfgoed is namelijk zeker wel ‘sexy’. Ik denk dat de komende tijd meer jongeren zullen kiezen voor praktijkgerichte opleidingen. Als daar ook inhoudelijk interessante aspecten aan zitten, zoals bij historisch schilderwerk, dan raken ook groepen jongeren geïnteresseerd die eerder niet voor ambachtelijke beroepen kozen.”
Vanuit de praktijk horen we regelmatig de kritiek dat bij de restauratie van monumenten zoveel geld gaat naar het (wetenschappelijk) historisch onderzoek voorafgaand aan het werk, dat voor de uitvoering nauwelijks ruimte overblijft in de begroting. M.a.w. de uitvoering van het restauratieschilderwerk is een sluitpost. Moeten we hiermee niet pragmatischer omgaan?
“Is dat echt zo? Kleuronderzoek en onderzoek naar materiaalopbouw bij monumenten zijn ontzettend belangrijk. En dat onderzoek is juist ondersteunend bij de keuze voor een erkende restauratieschilder, met bijbehorend budget. Het lijkt me logisch dat een opdrachtgever die onderzoek laat doen, ook kiest voor kwaliteit in de uitvoering.”
Opdrachtgevers inspireren
Stichting ERM wil opdrachtgevers voor werkzaamheden aan monumenten ondersteunen en inspireren. Waarom is het zo belangrijk dat opdrachtgevers doordrongen worden van het nut om met gecertificeerde bedrijven in zee te gaan?
“De opdrachtgevers – die meestal ook de eigenaren zijn – hebben het lot van het erfgoed letterlijk in handen. De overheid heeft maar tot op zekere hoogte invloed op hoe er met het erfgoed wordt omgegaan. De opdrachtgever moet natuurlijk minimaal weten welke ingrepen voor goedkeuring (vergunning) moeten worden voorgelegd. Maar voorafgaand aan een vergunningsaanvraag vindt er al veel denkwerk plaats en worden er beslissingen genomen. Gecertificeerde bedrijven kunnen meedenken over mogelijkheden en oplossingsvarianten, en – waar van toepassing – een vergunningsaanvraag helpen voorbereiden. Maar uiteindelijk is het de opdrachtgever die beslist wat er gebeurt. En wie het werk uitvoert, ligt natuurlijk ook bij de opdrachtgever. Door de opdracht te gunnen aan een gecertificeerd bedrijf, weet de opdrachtgever zeker dat het werk zorgvuldig en met respect voor het monument wordt uitgevoerd. Het is dus ook onze taak om aan opdrachtgevers duidelijk te maken hoe ontzettend belangrijk dat is. Hoeveel het uitmaakt wie je in huis haalt. En waar je precies op moet letten bij besluitvorming en aanbesteding.”
Een gebouw dat is aangewezen als monument past niet zonder meer in ‘normale’ procedures met overheden en standaardcontracten voor beheer en onderhoud. Het is niet per se moeilijker, maar wel vaak (net wat) anders. Waarmee moet een aannemer of restauratieschildersbedrijf rekening houden?
“Wat er anders is, staat per branche goed beschreven in onze uitvoeringsrichtlijnen. Die bieden zowel opdrachtgevers als uitvoerende bedrijven aanknopingspunten. Voor restauratieschildersbedrijven staat dat dus uitgewerkt in URL 4009 Historisch Schilderwerk. Die door iedereen te raadplegen via www.stichtingerm.nl. Daarin vind je bijvoorbeeld dat het aanpassen van kleurstellingen of überhaupt overschilderen van schilderwerk aan een monument vergunningplichtig kan zijn. Verder zouden restauratieschildersbedrijven bij hun opdrachtgevers ook meer kunnen aandringen op onderhoudscontracten die aansluiten op subsidie-eisen, zoals die voor de SIM (Subsidieregeling Instandhouding Monumenten).”
ERM en certificering
![](https://www.schildersvak.nl/wp-content/uploads/2022/12/ERM_KWALITEITSLOGO.jpg)
De stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg (ERM) richt zich op het bevorderen van het goed omgaan met erfgoed. ERM werkt samen met monumenteneigenaren, ontwerpers, uitvoerders, vergunningverleners en toezichthouders aan de kwaliteit van onderhoud en restauratie van de gebouwde, groene en roerende monumenten in Nederland. De focus ligt op het formuleren van uitvoeringsrichtlijnen en kennisoverdracht. ERM biedt ook de mogelijkheid tot certificering. In zo’n 260 gevallen (waaronder 22 schildersbedrijven) is die stap tot certificering daadwerkelijk gezet.
www.stichtingerm.nl