Ga naar hoofdinhoud

‘RGS-aanpak loont bij onderhoud Wonion’


Wooncorporatie Wonion startte enkele jaren geleden een samenwerkingsverband voor planmatig onderhoud met vier regionale vastgoedonderhoudsbedrijven: Lenferink, Burgers van der Wal, Temebel en Rudie Jansen. Ze kwamen samen een integraal onderhoudsscenario overeen voor twintig jaar. Op een seminar deelden zij hun voorlopige ervaringen met andere regionale bedrijven.

Rond de zestig regionale bedrijven uit vooral de schilders-, bouw- en installatiesector woonden op maandag 15 februari het seminar ‘ResultaatGerichtSamenwerken (RGS), een reis met sterke tussenstops’ bij in Varsseveld. De organisatoren – wooncorporatie Wonion en vier regionale vastgoedonderhoudsbedrijven – belichtten hier de voordelen van hun RGS-traject en ook de voorwaarden om een dergelijke samenwerking te laten slagen.

De bijeenkomst werd ingeleid door Marc Wichman van Insector (adviseert en ondersteunt organisaties bij het op gang brengen van organisatieverbetering en –vernieuwing). Hij hield de aanwezigen voor dat veel wooncorporaties financieel de broekriem moeten aanhalen. Een aantal zet daarom bij onderhoud in op maximale prijsconcurrentie in een slechte markt.

“Daarnaast kiezen gelukkig steeds meer corporaties voor samenwerkingsverbanden met onderhoudsbedrijven. In deze situatie maakt de corporatie optimaal gebruik van de kennis van uitvoerende bedrijven en kruipt het zelf in de rol van regisseur.”

Bezuinigen

Barend Wassink, coördinator vastgoedbeheer bij Wonion, gaf daarna tekst en uitleg over hun huidige RGS-aanpak. “Onze afdeling werd bijna vijf jaar geleden van hogerhand verzocht om structureel 8 procent te bezuinigen op het planmatig onderhoud aan onze 4.000 woningen in de gemeente Oude IJsselstreek. Wij besloten deze handschoen op te pakken en gingen in gesprek met de zeven vastgoedonderhoudsbedrijven die tot dan toe altijd, volgens de traditionele manier van aanbesteden, het onderhoud voor ons uitvoerden. Dat was niet meer efficiënt. Er werd veel dubbel werk verricht. Wij wilden graag naar een andere, meer resultaatgerichte aanpak.”

Nadat de zeven onderhoudsbedrijven middels een voorbeeldcase konden laten zien wat ze in huis hadden, selecteerde Wonion uiteindelijk vier partijen om hier een samenwerkingsverband mee aan te gaan: Burgers van der Wal (Doetinchem), Lenferink Schilders (Wehl), schildersbedrijf Rudie Jansen (Ulft) en onderhoudsbedrijf Temebel (Doetinchem).

Men kwam een integraal onderhoudsscenario overeen voor een periode van twintig jaar. De vier onderhoudspartijen verzorgen daarbij het gehele proces: van opname, uitvoering, monitoren tot rapportage aan Wonion. “Wij spelen alleen nog een rol aan het begin en het eind van het proces. Bij het vastleggen van de prestatie-eisen en de controle daarop”, aldus Wassink.

Winst

Anno 2016 is de tussenbalans van de vijf betrokken partijen over hun RGS-traject positief. “De tijd en het geld dat wij eerder kwijt waren aan het binnenhalen van aanbestedingsopdrachten, kunnen we nu steken in innovatie. Bovendien leren wij als bedrijven van elkaar”, legden Ronny Jansen (van schildersbedrijf Rudie Jansen) en Ludwig Smits (Burgers van der Wal) uit aan de zaal.

Ludwig Smits vertelt over het RGS-traject.
Ludwig Smits vertelt over het RGS-traject.

Waar de één voorop loopt in contact met bewoners, loopt de ander voorop in een goed afgestemd proces. “We werken nu met eenheidsprijzen, hanteren een uniforme inspectiemethodiek én documentatie, hebben een gezamenlijke jaarplanner en zorgen voor een gelijkmatige verdeling van de werken onderling. De komende tijd blijven we samen innoveren in dit RGS-traject.”

Volgens Wassink zit het voordeel voor de onderhoudsbedrijven met name in de zekerheid van werkopdrachten. Het voordeel voor Wonion zit in lagere onderhoudskosten en een constante kwaliteit. “Wij hoeven niet meer continu mee te denken over elke klus. Die verantwoordelijkheid ligt volledig bij de onderhoudspartners. Zij kijken nu bovendien kritischer naar wat nodig is en kunnen elkaar aanvullen waar nodig.”

In vergelijking tot de begroting die er lag, op basis van de meerjaren onderhoudsbegroting met de oude manier van aanbesteden, heeft Wonion op het schilderwerk nu al 19 procent op de directe onderhoudskosten bespaard. “Daarnaast besparen we 30 procent op interne kosten, zoals personeels- en advieskosten”, aldus Wassink. “Het schilderonderhoud hebben we nu op orde. We willen nu naar een dergelijke RGS-aanpak voor de gehele buitenschil en zijn inmiddels in zee gegaan met twee dakbedekkingsbedrijven en een voegbedrijf.”

Discussie over stellingen

Belangrijk onderdeel van het RGS-seminar dat Wonion en haar onderhoudspartners (Rudie Jansen, Burgers van der Wal, Lenferink en Te Mebel) in Varsseveld organiseerden, was de discussie in groepen. De aanwezigen kregen enkele stellingen voorgelegd. Elke groep benoemde een woordvoerder die bij de plenaire terugkoppeling de conclusies van deze groep naar voren bracht. 15-02-2016 Wonion Varsseveld André ten Berge wonion

Stelling: Langjarige samenwerkingsvormen maken bedrijven lui.

Een van de groepen stelde dat de natuurlijke reactie van bedrijven/mensen is om lui te zijn en langjarige samenwerkingsvormen dat in de hand kan werken omdat de samenwerking vanzelfsprekend lijkt. Deze groep gaf aan dat je dus vooraf goede afspraken met elkaar moet maken om te zorgen dat de bedrijven, maar ook de opdrachtgever, scherp blijven. De meeste groepen waren het hier mee eens.

Belangrijk onderdeel van de samenwerking van Wonion met haar onderhoudspartners is dat de bedrijven ook van elkaar afhankelijk zijn. Slecht presteren van het ene bedrijf is van invloed op de samenwerking als geheel. De vier bedrijven houden dus ook elkaar scherp en ‘dwingen’ elkaar om innovatief te zijn. Langjarige samenwerking zorgt er verder ook voor dat bedrijven verder kijken dan die ene klus. Het gaat om het in stand houden van de relatie.

Stelling: Bij RGS vormt het middenkader van het bedrijf de meest cruciale factor.

De groepen hadden hier verschillende meningen over. Het middenkader vormt uiteraard een belangrijke schakel, maar het gaat om de interne keten als geheel, waarbij elke schakel zijn eigen verantwoordelijkheid heeft. Van groot belang is dat de overdrachtsmomenten goed zijn geregeld. Dat wil zeggen van bedrijfsleiding (waar de afspraken met de opdrachtgever zijn gemaakt) naar de projectleiding en vervolgens (werkinstructie) naar de uitvoering.
Daarbij werd aangetekend dat het uiteindelijk de mensen in de uitvoering zijn die richting de bewoner (klant van de klant) de kwaliteit bepalen. Daarbij gaat het niet alleen (of wellicht juist niet) over de technische kwaliteit, maar ook (met name) over een goede communicatie met de bewoner en een slimme organisatie van het werk in verband met het voorkomen van overlast.

Stelling: RGS is alleen iets voor grote bedrijven

Volgens de groepen is RGS niet alleen voorbehouden aan grote bedrijven die voor grote opdrachtgevers werken. Het is een manier van werken die niet afhankelijk is van de bedrijfsgrootte. Wel werd geconcludeerd dat er een balans zou moeten zijn tussen het bedrijf en opdrachtgever/opdracht. Deze moeten qua omvang bij elkaar passen in verband met het kunnen nemen van risico’s.

 


PPG verlengt Colorful Communities tot en met 2035

Baan Twente wederom beste Mercedes-Benz Van ProCenter

Oostveen overgenomen door Hoogstraten Haarzuilens

Geen versoepeling regels voor Oekraïense zzp’ers

Soudal slaat vleugels uit naar Japan