Ga naar hoofdinhoud

Roosje: kostbaar levend erfgoed


Roosje Hindeloopen is officieel tot hofleverancier benoemd. Voor schilder Titus Stallmann een kroon op zijn werk. Het bedrijf levert al sinds de oprichting in 1894 beschilderde meubels aan het Koninklijk huis.

De werkplaats van Roosje Hindeloopen ademt geschiedenis

Titus Stallmann (52) is trots op het glimmende gouden predicaat boven de winkelruit. Hij was het eigenlijk niet van plan, maar op het laatste moment heeft hij toch het groene uithangbord erboven gerestaureerd. ‘Ik ben blij dat ik het heb gedaan. Ik had mij anders echt geschaamd voor de versleten plekken. Er zijn zoveel foto’s gemaakt.’

Titus en zijn broer Johan Stallmann zijn de vierde generatie ambachtslieden. Johan maakt de meubels en Titus voorziet deze van de traditionele Hindelooper kunst. In het zolderatelier lijkt te tijd stil de hebben gestaan. Zacht licht schijnt door de ramen naar binnen. In de hoek staan twee rode stoelen. De bloemen moeten er nog op. Dat geldt ook voor de kledinghangers op de werkbank. Een blauw bureautje is bijna klaar. Het hout moet nog van de laatste laag worden voorzien.

Roosje Hindeloopen is sinds eind oktober 2021 hofleverancier

Verf geeft mee

Dikke klodders verf zitten op het palet vastgekoekt. Stallmann drukt zachtjes op de homp. De verf geeft mee. ‘Je ziet het wel, het blijft onderin heel lang soepel. Voor gebruik steek ik het open. Met het penseel haal ik er weer verf uit. De kleur is nog niet gelijk goed. Ik moet het eerst met een andere kleur mengen.’ Dat mengen doet Stallmann zelf. Tegenwoordig maakt de schilder van verftubes gebruik. De oude poedervorm vindt hij niet fijn werken. ‘Dat heeft te veel stof. De kleuren uit de tube zijn mooier en mengen ook beter.’ Stallmann mengt de verf met lijnolie, siccatief en een heel klein beetje terpentine. Het mengel wordt aan de verf toegevoegd. ‘Zo komt er als het ware een laagje door de verf heen dat de kleuren van de bloemenpracht tot leven laat komen.’

Het mengen van de verf maakt de kleuren dof. Met een beetje water wrijft Stallmann de kleuren weer naar boven. ‘Dat maakt het effect. Dat komt pas naar voren bij de laatste fase. Als je de verf vernist, dan krijg het een heel andere uitstraling. De laag vernis (Eiglans van Epifanes) maakt het af. Het begint dan te glimmen. Je krijgt dan een zijdeglans.’ In de avond vernist Stallmann de meubels af. Dan hoeft hij niet in de ruimte te zijn. ‘De terpentinedampen zijn sterk. Ik wil graag nog wat langer gezond blijven. Lak op waterbasis is voor ons geen optie. Dan krijg je niet het gewenste resultaat.’

Titus Stallmann uit Hindeloopen schildert een tafeltje in Hindelooper stijl
FOTO’S: ALEX J. DE HAAN

Strikt geheim

Titus Stallmann weet het recept voor de kleuren uit zijn hoofd. Maar mocht zijn geheugen hem in de steek laten: op een oud verborgen briefje staat het recept uitgeschreven. De schilder laat het vluchtig zien: het kleurenrecept is het grote geheim van het bedrijf. Toch heeft Stallmann deze informatie, onder strikte geheimhouding, met Drenth Verven Marrum gedeeld. Andere klanten van de fabriek kunnen die kleuren niet krijgen. ‘We waren aan het begin wel bang dat het recept misschien in andere handen zou komen. We hebben daarom lang de boot afgehouden. Maar het is toch gemakkelijker om sommige lakken te laten mengen.’ Stallmann vindt het product van Talens, Amsterdam fijn werken. De verf is op oliebasis. De vluchtige stoffen zijn er zoveel als mogelijk uit. ‘Je kunt je neus er rustig boven hangen. Het valt echt mee.’

In een verbouwde loods achter zijn huis uit de zestiende eeuw heeft Titus Stallmann een verkoopruimte gerealiseerd

De marterharen penselen staan in een oud blik op de werkbank. ‘Met synthetische kwasten krijg ik die draai niet voor elkaar. Marterhaar is mooier dan die nep dingen. De penselen kosten dan wel zeventien euro per stuk, maar het werkt voor mij.’ De penseelharen zijn dezelfde als 125 jaar geleden. De vorige drie generaties werkten al met dit materiaal. Stallmann heeft nog drie oudjes bewaard. Een daarvan is door de schilders van Roosje zelfgemaakt. ‘Met deze penselen schilderde Arend Roosje’, zegt de schilder. ‘Pas later kwamen uit de fabrieken. Mijn overgrootvader zou, als hij nog zou leven, hier zo weer aan de slag kunnen. Er is geen spuitcabine of sjabloon. Alles wordt nog steeds met de hand beschilderd.’

Hielper prikslee

Roosje Hindeloopen heeft een warme band met het koninklijk paar. Stallmann vindt in de boeken bestellingen van het Koninklijk Huis tot 1890 terug: koningin Emma koopt in 1892 een Hielper prikslee. In 1938 is een heel kinderkamer-meublement voor de geboorte van prinses Beatrix besteld. In 1956 is Paleis Het Loo met Hylper meubels ingericht. ‘Pieter van Vollenhoven en prinses Margriet zitten dagelijks op onze meubels.’ In 2019 kwamen Koning Willem-Alexander en Koningin Maxíma op de privébezoek. In 2005 zijn de broers Stallmann op visite in Villa Eikenhorst geweest. Prinsessen Amalia, Alexia en Arianne hebben als kind alle drie in een tafel kinderstoel van Roosje Hindeloopen gezeten. ‘Het bordje hofleveranciers is voor ons zeker een eretitel. Wij leveren echt aan het Hof. Dat maakt de eretitel Hofleverancier daadwerkelijk zo bijzonder.’

Stallmann benadrukt dat een product van Roosje Hindeloopen ambachtelijke kunst is. ‘Wij maken van een boomstam een eindproduct.’ De prijzen van de meubelstukken uit Hindeloopen liggen dan ook wat hoger dan gemiddeld. Een kast kost tussen de vijf- en tienduizend euro, een klein winkelproduct is tussen de vijftien en negentig euro geprijsd. ‘Het zijn de uren die erin zitten en een deel de exclusiviteit. Mensen willen iets hebben, dat niet iedereen in huis heeft. Toch zijn wij niet duur. Zoals een klant het ooit heel mooi omschreef: wat jullie maken is kostbaar. Iets is kostbaar als iets heel veel geld is maar het wel waard is.’

Volkskunst
Arend Roosje (1869-1914) was een bewerker van fijn hout en huisschilder met artistieke aanleg. Aan de hand van oude voorbeelden heeft hij de Hindelooper volkskunst nieuw leven in geblazen. Hindelooper jongelieden kwamen bij Roosje in de leer, onder hen Eberhart Ebertus Stallmann (1882). Hij legde zich toe op het houtsnijwerk en meubelmaken en werd Arend’s rechterhand. Toen Roosje in 1914 overleed, ging het bedrijf over naar de familie Stallmann. Inmiddels wordt het bedrijf door de vierde generatie Stallmann voortgezet.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.


Soudal slaat vleugels uit naar Japan

Muurschildering Studio Giftig wereldwijde topper

Daling aantal zzp’ers verder ingezet

Geen versoepeling regels voor Oekraïense zzp’ers

AGC investeert in nieuwe Fineo productielijn