Ga naar hoofdinhoud

‘Sassenheim’ krijgt duurzaam R&D lab


Tex Gunning, lid Raad van Bestuur van AkzoNobel, geeft met het aanbrengen van de leus ‘Let’s Colour’ het officiële startsein voor de bouw.AkzoNobel investeert bijna 7 miljoen euro in de uitbreiding van de laboratoriumcapaciteit voor Decorative Paints in Sassenheim. Daarmee wordt het, samen met Slough in Engeland waar de R&D voor muurverven is ondergebracht, het belangrijkste onderzoekcentrum voor decoratieve verven van AkzoNobel wereldwijd.

De investeringsimpuls in Sassenheim is het directe gevolg van het beleid van AkzoNobel om de R&D activiteiten wereldwijd meer te clusteren, legt Tex Gunning, lid van de Raad van Bestuur van de chemiereus, uit. Half januari gaf hij met het aanbrengen van de leus ‘Let’s Colour’ op een bouwdoek het officiële startsein voor de bouw van het laboratorium met een totale oppervlakte van 3.200 vierkante meter. Vanwege de vorst lagen de werkzaamheden overigens stil, maar ijs en weder dienende moet het onderzoekcentrum – waar in totaal 90 onderzoekers een werkplek krijgen – in juli van dit jaar klaar zijn.

Andre van Linden, directeur R&D Decorative Paints, geeft uitleg op de bouwplaats van het nieuwe lab: “Samenbrengen van disciplines moet tot kruisbestuiving leiden.” laboratorium

Kruisbestuiving

Clustering van activiteiten is nodig om efficiënt onderzoek te organiseren en innovaties sneller naar de markt te kunnen brengen, aldus Gunning. Dat AkzoNobel op het gebied van decoratieve verven koos voor Sassenheim, is volgens Gunning niet zo vreemd. “Hier ligt niet alleen een enorme historie, maar is ook veel expertise aanwezig.” Dit wordt beaamd door Andre van Linden, directeur wereldwijde R&D voor Decorative Paints. “We werken hier intensief samen met verschillende universiteiten en op deze locatie kunnen we tevens apparatuur, kennis en mensen delen met de business unit Automotive & Aerospace Coatings die op hetzelfde terrein is gevestigd. Meten aan lakken is bijvoorbeeld iets dat op een heel hoog peil staat in Sassenheim. We delen meer met autolakken, ook fysisch, dan met muurverven. Logisch dat je deze twee disciplines dan dicht bij elkaar zet.” Straks werken, voor alle business units opgeteld, bijna 500 R&D’ers in Sassenheim. “Dat moet tot kruisbestuiving leiden”, is de overtuiging van Van Linden. “Voor innovatie heb je ideeën nodig en dan kan het heel verfrissend zijn mensen tussen business units te laten rouleren. Ik voorzie snellere productontwikkeling door synergie tussen disciplines.”

 

Drie locaties

AkzoNobel Decorative Paints concentreert de mondiale R&D (conceptontwikkeling) op drie locaties. Het onderzoek voor muurverven wordt ondergebracht in het Engelse Slough (speerpunt interieur) en Singapore (vooral exterieur). Sassenheim wordt het R&D-centrum voor decoratieve lakken, houtbeschermingsproducten en specialties zoals metaalbeschermingsverf en pre-deco producten, waaronder muurvullers.
Van Linden die, naast het wereldwijde R&D bij Decorative Paints, ook verantwoordelijk is voor de productontwikkeling in Europa van Trim, Woodcare, Pre-Deco en Specialties: “Wij zijn voornemens mensen uit Groot-Ammers, waar ons pre-deco speciality lab zit, hier naar toe te halen. Het stukje woodcare dat in Slough zat, hebben we deels al naar Sassenheim overgebracht. De voertaal in het gebouw is nu al Engels. Dat geeft wel aan hoe internationaal we zijn.”

 

Verschillen

Duurzame producten waarmee AkzoNobel het verschil kan maken, dat is de missie van de R&D-afdeling, aldus Van Linden. “En als ik dan zie wat er in de pijplijn zit, geeft dat vertrouwen.” Op details ingaan wil hij niet, maar Van Linden beaamt dat bio-based hoog op de agenda staat. “Natuurlijk zijn we daarmee bezig.” En even later: “Zoals iedereen werken wij ook met alkyd-emulsies. Maar ook uit sommige acrylaten kunnen we nog heel goede eigenschappen halen, die we verder kunnen optimaliseren. Denk bijvoorbeeld, als dat een issue is, aan bestendigheid voor vergeling.”
En buiten Europa is de trend naar minder oplosmiddelen nu pas ingezet, geeft Van Linden aan. “Daar moet nog een enorme slag worden gemaakt. Zo brengen we bijvoorbeeld in India pas sinds kort watergedragen lakken naar de markt. Elke regio stelt zijn eigen eisen. Maar als men in China iets bedenkt, kan het binnen drie maanden wet zijn. Daarvoor moeten wij klaar zijn. Dé mondiale schilder bestaat niet; glansgraad, viscositeit, kleur zijn enkele voorbeelden van parameters die wereldwijd steeds anders moeten worden ingevuld. Lokale voeding, die we krijgen via onze support labs, is dan ook essentieel.”

 

Gebruiksgemak

Terug naar de eigen regio. Nederland staat in z’n algemeenheid te boek als een land waar een hoge kwaliteit wordt verlangd, zowel door de professional als de consument. “Zeker op het gebied van lakken, maar ook als het gaat om beton- en houtbescherming.” Dat is een gunstig klimaat om als researchcentrum te gedijen. Een ander punt waaraan hier veel waarde wordt gehecht, is gebruiksgemak. “Een speerpunt binnen onze productontwikkeling”, verzekert Van Linden. “Het is ongelooflijk wat op het gebied van muurvullers al is bereikt. Pre-deco is allang niet meer alleen een gipspoeder. Maar denk tevens aan een beits die na een uur al voldoende regenbescherming geeft en kan doordrogen zonder beschadiging. De nieuwe Rubbol Express-lijn van Sikkens is ook zo’n voorbeeld. Dat je op één dag twee lagen van dit product kunt aanbrengen, is toch geweldig? Ook aan het einde van de dag, om een uur of vier, hij droogt gewoon door. Puur gebruiksgemak.”


200 extra banen op de tocht bij AkzoNobel

SealteQ neemt twee Limburgse bedrijven over

AkzoNobel schrapt nog meer banen

Profschilders testen muurverven van de bouwmarkt

Grootste zonne-energiecentrale AkzoNobel in Polen


Naar archief >