Jack Salet behoorde in de jaren negentig tot de eerste schilderondernemers die met resultaatgericht vastgoedonderhoud experimenteerde. Maar hij koos ervoor om geen bouwkundig onderhoudsbedrijf te worden. Nu is zijn bedrijf doorgegroeid tot een allround schildersbedrijf dat veel disciplines beheerst. En dat regelmatig de resultaatgerichte partner is van geselecteerde aannemers. Hij en Peter Spelt, projectmanager van Van Wijnen, leggen hun samenwerking uit.
We moeten het ook niet mooier maken: Salet is op dit project, de verbouwing van een kantoorgebouw ten behoeve van het Waterschap Overijsselse Delta, gewoon onderaannemer van bouwbedrijf Van Wijnen.
Salet: ‘Precies, niets bijzonders.’
Spelt: ‘Klopt, en dat is in aanbesteding gegaan’
Toch zeggen jullie: zonder onze manier van samenwerken hadden we dit niet kunnen realiseren
Spelt: ‘Is ook waar. Deze kantoorflat is in 2008 opgeleverd en was eigendom van Eurocommerce, dat failliet ging. Begin december is ons bedrijf benaderd voor een complete verbouwing door de nieuwe eigenaar, het Waterschap Overijsselse Delta. Er waren alleen ontwerpschetsen van de binnenshuisarchitect Groen &Schild Architectuur in Deventer: op alle vijf verdiepingen flexwerkplekken, inclusief heel bijzondere, ronde ‘kiezels’: geluiddichte vergaderruimten. En een doorbraak door een verdiepingsvloer om een lunch- en ontmoetingsruimte te creëren. Opleveren eind juni. Bij ons bedrijf zijn er dan vier, vijf projectmanagers met hun mensen die zoiets kunnen. En wij kennen weer de onderaannemers die daarin mee kunnen.’
Salet: ‘We hebben vaker met Van Wijnen gewerkt en, belangrijker, we kennen ook Spelt en zijn team. Dan kun je een scherpe offerte maken, je weet wat haalbaar is. Daar moet een partnerschap aan ten grondslag liggen en dat lukt niet met altijd met bouwkundige partijen.’
Want bij nieuwbouw en grote renovaties kan het geld er ook uitlopen…
Salet: ‘Zeker. Ik begrijp ook best dat sommige schilders niet voor aannemers willen werken. Als het niet goed georganiseerd is sta je op elkaar te wachten, kun je mensen niet aan het werk houden, moeten dingen over, heb je discussies over meerwerk.’
Spelt: ‘We hebben de aanbesteding gewonnen op EMVI, onder andere op ons plan van aanpak. Vanaf het begin hebben we onze onderaannemers bij de planning betrokken. Er is wekelijks werkoverleg.’
Er wordt op dezelfde verdieping geschilderd als gebouwd, bijt dat elkaar niet?
Salet: ‘Nee hoor. Hebben we uitgekiend: het was een stuk efficiënter om voor de bouw uit alle wanden te spuiten. Op rollen of kwasten scheelt je dat 40 procent van de tijd. Later moet je dan meer herstelwerk uitvoeren, natuurlijk. Maar dat valt in het niet bij die tijdwinst.’
Spelt: ‘We werken hier allemaal met een mentaliteit van aanpakken en niet zeuren over een beetje extra inspanning. Wat echt meerwerk is, daar kun je het altijd wel met elkaar over eens worden. Zo kwam de architect met fotobehang dat in de trappenhuizen moest worden aangebracht. Hebben we met Salet afgesproken dat hij die wanden afvlakt, dan heeft hij de ondergrond onder controle, heb je achteraf geen gedoe.’
En er was iets met brandwerende kozijnen?
Spelt: ‘Klopt. Dit gebouw heeft een hellende gevel, destijds ontworpen door Architecten Cie uit Amsterdam. Bij de verdiepingsdoorbraak bleken we extreem te moeten stempelen en zware bouwkundige maatregelen te moeten nemen. Daarbij kwam dat een aantal ramen in de rechtszaal dan niet meer aan de brandveiligheid voldeden. Mijn projectleider had het extreem druk op dat moment. Dus heb ik dat Salet laten oplossen. ‘
Salet: ‘Die kozijnen moeten speciaal gemaakt worden. Van een bepaalde dikte zijn, met brandwerende strips, brandwerend glas er in… dat vraagt even aandacht én een kozijnenfabriek die het er tussendoor wil doen. Wij hadden daar de contacten voor.’
Spelt: ‘Van Wijnen heeft zijn eigen timmerfabriek, maar ons was dat zo snel niet gelukt. Bovendien hadden we er de tijd dus niet voor. Zo heeft Salet hier wel meer klussen opgepakt, zoals glasfolie aanbrengen op bepaalde plaatsen. Ik zie dit ook als de toekomst van de aannemerij.’
Wat?
‘Spelt: ‘Dat iedereen doet waar hij goed in is. Wij als bouwbedrijven zijn sterk in acquisitie, planning, bouwkundig werk, logistiek. Onderaannemers kunnen soms werk beter of sneller uitvoeren dan wij. Het eerste project dat we met Salet deden was bijvoorbeeld een verbouwing van een kantoor waarin de mensen aan het werk waren. Typisch iets waar een schildersbedrijf goed in is. En als de schilder dan ook bouwkundig sterk is, dan kan hij soms complete aannemerstaken van ons uitvoeren.’
Salet: ‘Het resultaatgericht vastgoedonderhoud is iets moois, maar vooral gericht op woningcorporaties. Die klanten hebben we nauwelijks. En andere gebouweigenaren waren maar beperkt geïnteresseerd in al dat meedenken. Dan kan een bouwer met respect voor je ook een prima opdrachtgever zijn. Zo zijn wij ontzorgers van het bouwbedrijf geworden. Het vraagt uiteraard bouwkundig en technisch inzicht, zowel bij de directie als op de werkvloer. Nu ben ik vliegtuigbouwkundige van huis uit en houd ik wel van een technische uitdaging. Belangrijker nog vind ik de mentaliteit van iedereen, van hoog tot laag. Het idee dat je niet alles uit je handen laat vallen als je werktijd er op zit. Dat je niet tegen klussen opziet die niet in je functieomschrijving passen.’
Bij de foto:
Jack Salet (links) en Peter Spelt voor het renovatiepand in Zwolle: ‘Partnerschap lukt niet met alle partijen’
Foto: JMS