Ondernemers moeten meehelpen om hun omgeving te verbeteren, daar is Fred Bagnay, directeur van Bagnay Schilders heel stellig in. De regio ontwikkelen, krimp van dorpen en steden tegengaan, bijvoorbeeld. Goede commerciële plannen opzetten en uitvoeren. Elkaar helpen en tegelijk zichzelf. Bijvoorbeeld met een kredietunie.
Delfzijl is een krimpregio en toch richtte u juist hier zo’n kredietunie op
‘Noordoost-Groningen is een krimpregio. Er trekken meer mensen weg dan er bij komen. De werkgelegenheid neemt af en daarmee ook de voorzieningen. Dat is een elkaar versterkend effect. Om leegstand en verpaupering tegen te gaan krijgen gemeentes subsidies van het Rijk. Delfzijl liet daarvan een stadsplein opnieuw bestraten en inrichten. Dat is heel mooi geworden, maar bedrijvigheid krijg je niet door een mooi nieuw plein. Daar is meer voor nodig. Toen ik daarover hoorde dacht ik: we moeten zelf ook iets gaan doen, niet alles aan de overheid overlaten. Ik dacht toen aan het oprichten van een investeringsfonds, een pot met geld, bijeengebracht door belanghebbenden en daarmee gericht investeren in ondernemingen, werkgelegenheid en leefbaarheid van de streek.’
Maar zelf zo’n fonds oprichten bleek moeilijk?
‘Je moet aan allerlei financiële eisen voldoen, vergunningen en papieren hebben. Ik heb veel verstand van schilderen en van ondernemen, maar niet van die financiële wereld. Dus dat werd het niet.’
En toen kwam u in contact met Roland Lampe, de man die een wetsaanpassing in 2013 voor elkaar kreeg, zodat ook in Nederland kredietunies kunnen worden opgericht.
‘Juist. Kredietunies zijn geweldig. Ze functioneren overal ter wereld. Het zijn allemaal zelfstandige coöperaties. Ze voeren hun eigen financiën en bepalen, binnen een bepaalde marge, hun eigen regels. Er mogen alleen ondernemers lid van worden. Dat is wettelijke zo bepaald om te voorkomen dat particulieren te risicodragend investeren. Zo zorg je ervoor dat het een initiatief van ondernemers blijft. Zowel ondernemers die geld willen uitlenen als ondernemers die geld willen lenen, worden lid en betalen inleggeld. Daarnaast kun je als uitlener obligaties aanschaffen; die zijn je extra belegging in de kredietunie.’
Als je als mkb’er geld nodig hebt, moet je lid worden en een compleet plan inleveren. Dat wordt beoordeeld door je medeleden. Bij goedkeuring krijg je een coach toegewezen…
‘Dat is bij voorkeur niet iemand die in dezelfde branche actief is. Maar juist een onafhankelijke ondernemer, die regelmatig langskomt en een gesprek voert over hoe de zaken lopen. Niet alleen over of het krediet met rente kan worden terugbetaald, maar ook over de ontwikkelingen in het bedrijf. Dat is een sterk verschil met banken. Die zijn sowieso niet happig op financiering van het mkb. Voor banken is het, zeker met de nieuwe bankenregels, gewoon niet aantrekkelijk om leningen te verstrekken onder de 250.000 euro. Een bank moet zo’n 4000 euro kosten maken voor elke lening. Dat kunnen ze bij dergelijke bedragen niet terugverdienen. Daarom zijn kredietunies, crowdfundings en natuurlijk ook particuliere investeerders voor het mkb broodnodig.’
De Kredietunie Eemland, die u in 2014 oprichtte, telt nu 45 leden en heeft al zo’n 450.000 euro uitgeleend. U haalde gemiddeld 4 procent rente op uw inleg. Waarom zou je je geld eigenlijk via een kredietunie investeren?
‘Een groot verschil met in je eentje investeren in een individuele ondernemer is dat in de kredietunie de beslissingen gezamenlijk genomen worden. Daardoor kun je af en toe wat harder zijn dan wanneer het een een-op-eenrelatie is, bijvoorbeeld met een familielid. En je spreid je risico over de hele portefeuille. Gaat het bij de ene investering mis, dan kan de andere dat goed maken. Bovendien is je inleg vaak ook wat minder dan als je in je eentje een ander bedrijf financiert. Dus zo spreid je je risico ook nog eens.’
Geeft u eens een concreet voorbeeld?
‘We werden benaderd door een bedrijfsleidster van een modezaak in Appingedam. De zaak liep prima maar toch wilde de eigenaar de winkel sluiten. Zij kwam met een goed businessplan, werd lid van de Kredietunie, kreeg een financiering en coaching. Ze nam de zaak over en die loopt nu nog altijd goed. Was die winkel dicht gegaan, dan was die mevrouw waarschijnlijk naar Groningen verhuisd, waar haar man werkt. Kinderen mee. Weer minder klanten voor de schoenmaker, de bakker et cetera, weer een iets kleinere school. Nu blijven ze, trekt de winkel klanten en die kopen misschien ook bij de buurman. Via een kredietunie investeer je dus in een onderneming maar ook in je eigen omgeving. En dat vloeit weer naar je toe.’
Dus als bedrijf profiteer je er indirect ook van?
‘Jazeker. Mijn tijd zal het wel duren. Ons schildersbedrijf met vier man personeel heeft voorlopig werk genoeg. Maar het gaat me om de generaties na ons. Dat die nog in deze streek kunnen wonen en werken en een goede boterham verdienen. We willen onze kredietunie graag nog flink uitbreiden, tot een mannetje of 350, dan heb je echt impact op je regio. Groter moet niet, dan verlies je de onderlinge band.’
En jullie doen aan ballotage…
‘Inderdaad kan niet iedereen lid worden. Het moet gaan om ondernemers die we kennen. Zo niet dan informeren we eerst in ons netwerk naar hun reputatie. Er zijn geen exclusieve afspraken over branches, dus andere schildersbedrijven zijn ook welkom. Wel letten we er op dat er geen bedrijfsgeheimen en dergelijke worden prijsgegeven. Een uitlenende schilder zal niet snel coach worden van een lenende schilder.’
Foto
Fred Bagnay, voorzitter van de Kredietunie Eemsmond: ‘Dit soort initiatieven is noodzakelijk om het mkb te financieren’
Foto: JMS