Hans Boogert (60) mag in de avonduren of weekenden graag timmeren, tuinieren of andere klussen opknappen. Maar – eerlijk is eerlijk – schilderen doet hij liever niet. Ondertussen onderschrijft diezelfde Boogert, directeur van het gelijknamige bouwbedrijf en nieuwbakken voorzitter van de Vakgroep Restauratie, in professioneel opzicht het belang van goed schilderwerk. Zoals afgelopen zomer toen hij, tijdens een vakantie op de Veluwe, Paleis Het Loo bezocht. Hij was daar op excursie met de Vakgroep Restauratie, branchevereniging van erkende restauratiebouwbedrijven. ‘Ik heb er Wolters aan het werk gezien en het zag er meer dan keurig uit.’
Zelf werkt hij veel samen met Schildersbedrijf Noom uit Sint-Maartensdijk. ‘Zij hebben ons bijvoorbeeld geholpen een leegstaand, verpauperd hotel in Zierikzee te restaureren. Wij behandelen eigenlijk alle monumenten op Schouwen-Duiveland.’ Bovendien gaf Boogert Noom volgens eigen zeggen een duwtje om het ERM-certificaat te behalen. Deze status – Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg – wordt in de ogen van Boogert alleen maar belangrijker. ‘Er gaat een tijd komen dat subsidies worden gekoppeld aan ERM-gecertificeerde bedrijven. Wanneer is nog niet duidelijk, want zoiets heeft politiek nogal impact. Het kost geld en moeite om je certificaat te behalen, maar dat doe je allemaal om je te onderscheiden.’
Kwaliteit onder druk
En dat is van belang, niet in de laatste plaats voor de monumenten zelf. Want daarover luidde Boogert bij zijn aantreden als Vakgroep-voorzitter de noodklok. ‘De restauratiekwaliteit staat onder druk. De kennis van monumenten is helaas bij veel gemeenten verdwenen. Er is een hele weg te gaan om alle schakels weer sterk te maken’, liet hij optekenen. Vijf voor twaalf dus? ‘De klok van twaalf uur heeft al tien keer geslagen’, stelt de Zeeuw. ‘We hebben in Nederland zo’n 60.000 rijksmonumenten. Tien tot vijftien procent van die gebouwen kampt met achterstallig onderhoud. Om erger te voorkomen, is nu actie nodig.’
Met de Vakgroep Restauratie heeft hij – in samenwerking met de Vereniging van Architecten Werkzaam in de Restauratie (VAWR) en de Vereniging van Gespecialiseerde Aannemers in de Restauratie (GA-Platform Restauratie) – zes pijnpunten opgesteld. Deze hebben zij geadresseerd aan de Vaste Kamercommissie Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, gelieerd aan het gelijknamige ministerie, waar ook de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed onder valt.
Pijnpunten
Waar wringt de schoen? Volgens de samenwerkende restauratiekoepels is onder meer bij tachtig procent van de gemeenten kennis, kunde en capaciteit over monumentenzorg wegbezuinigd. Daarnaast heeft het regulier onderwijs – vmbo, mbo, hbo en wo – de handen van het restauratievak afgehaald, vanwege afnemende studentenaantallen, zo schrijven de organisaties. Daar komt nog eens bij dat het gros van de particuliere monumenteigenaren zich volgens hen niet bewust is van de kwaliteit van hun vastgoedbezit.
Verder zijn Boogert en co van mening dat herbestemming van monumenten voor woningbouw ‘volstrekt onderbelicht’ is. ‘Een deel van de woningnood kan hiermee worden opgelost tegen minimale stikstofuitstoot. Projectontwikkelaars en gemeenten mijden monumenten met kosten- en welstandsargumenten. Ook daar is sprake van een gebrek aan kennis. Bij herbestemming is veel meer mogelijk dan doorgaans wordt aangenomen. Bovendien hebben monumenten onevenredig te lijden onder grote klimaatschommelingen. Wij doen een beroep op de minister van OCW hiervoor onderzoeksmiddelen vrij te maken uit het wetenschapsbudget.’ Tot slot dringen de partijen erop aan dat bedrijven fors investeren in restauratiekwaliteit, ‘zowel in mensen als bedrijfsmiddelen’.
‘Bouwen op het werk van je voorvaderen’
Wie nog twijfelt aan de waarde van monumenten, wijst Boogert fijntjes op de coronatijd. ‘Wat hebben wij toen veel plezier gehad van onze monumenten. Ze zijn in die tijd massaal bezocht. Het behoud van die kwaliteit, en ook het behoud van ambacht, dat vinden wij belangrijk. Trots zijn op de bouwwerken van je voorvaderen. Daarop verder bouwen en die gebouwen goed beheren.’
Glaszetters en schilders zijn daarbij in de ogen van de Vakgroep-voorman niet weg te denken. ‘Neem de opleiding Erfgoed Schilderen. Die is mede door ERM-bedrijven opgezet en heeft zijn plaatsje verworven. Bij restauratiewerk hoort nu eenmaal altijd schilderwerk. Dat is de kers op de taart. Wat wij als bouwbedrijven mooi hebben gemaakt, maken schilders nog mooier. Maar andersom ook: als het schilderwerk niet goed is, is ons werk niet af en zijn monumenten niet op de juiste wijze beschermd. Daarom zijn schilders van essentieel belang.’